Oedeem

Bijgewerkt op 4 mei 2021 door Simpto.nl

Wat is oedeem?

Oedeem is ophoping van vocht in organen of weefsels. Het leidt tot zwelling van het betreffende orgaan of lichaamsdeel. Er zijn verschillende redenen waardoor oedeem kan ontstaan. Deze webpagina gaat over oorzaken, symptomen en behandeling van oedeem.

Voorbeelden van medische termen waarin het woord ‘oedeem’ voorkomt:

  • Acraal oedeem – zwelling door vochtophoping in handen en voeten;
  • Angio-oedeem – zwelling van onderhuids weefsel in het gezicht en de mond-keelholte;
  • Chemosis – oedeem van het bindvlies van het oog;
  • Enkeloedeem – ophoping van vocht in de enkel(s); dit is een vorm van ‘perifeer oedeem’;
  • Faciaal oedeem – gezwollen gezicht door vochtophoping;
  • Gegeneraliseerd oedeem – ophoping van vocht verspreid over het hele lichaam;
  • Hersenoedeem – zwelling van de hersenen door vochtophoping;
  • Hongeroedeem – oedeem dat ontstaat door een tekort aan eiwitten in het bloed door ondervoeding;
  • Longoedeem – zwelling van de longen door ophoping van vocht;
  • Lymfoedeem – ophoping van lymfe in onderhuids weefsel door lekkage van lymfevaten; meestal ontstaat oedeem doordat vocht vanuit bloedvaten in weefsels of organen terecht komt, maar het vocht kan ook afkomstig zijn uit lymfevaten; in dat geval wordt gesproken van ‘lymfoedeem’;
  • Macula-oedeem – vochtophoping in de gele vlek van het oog (de ‘macula’);
  • Myxoedeem – slijmerige vochtophoping in de huid, meestal veroorzaakt door hypothyreoïdie (slecht werkende schildklier);
  • Ooglidoedeem – zwelling van de oogleden (dik oog);
  • Papiloedeem – zwelling van de papil in het oog (met ‘papil’ wordt hier bedoeld de uitmonding van de oogzenuw in het oog, zoals zichtbaar bij funduscopie);
  • Perifeer oedeem – ophoping van vocht aan de ‘periferie’ (uiteinden) van het lichaam, zoals bijvoorbeeld ‘enkeloedeem’;
  • Reinkes oedeem – zwelling van de stembanden.

Het woord ‘oedeem’ wordt uitgesproken als ‘eudeem’.

oedeem

Andere namen voor oedeem zijn ‘waterzucht’, ‘vochtretentie’, ‘waterretentie’, en ‘vochtophoping in weefsels’.

Oorzaken van oedeem

Er zijn verschillende oorzaken voor het ontstaan van oedeem. De meest voorkomende oorzaken zijn:

  • Hartfalen (slecht werkend hart)
  • Nierziekten die leiden tot een zogenaamd ‘nefrotisch syndroom’;
  • Leverziekten
  • Geneesmiddelen

Oedeem kan ook voorkomen als ‘normaal verschijnsel’ bij zwangere vrouwen, en bij ouderen.

Hartfalen

Een veel voorkomende oorzaak is hartfalen. Bij hartfalen werkt het hart niet goed. Het hart kan dan niet meer goed bloed rondpompen door het lichaam. Het gevolg is dat bloed zich ophoopt in de lager gelegen delen van het lichaam. Dat zijn meestal de voeten en onderbenen. Mensen met hartfalen hebben daarom meestal dikke voeten, dikke enkels en/of dikke onderbenen.

Nierziekten

Nierziekten die tot het zogenaamde ‘nefrotisch syndroom’ leiden veroorzaken vaak oedeem. Bij deze ziekten is namelijk sprake van een lek in de zogenaamde ‘glomerulaire basaalmembraan’. Dat is een dun vliesje in de nierfilter waarlangs bloed wordt gefilterd om urine te maken.

Als door ziekte de glomerulaire basaalmembraan wordt aangetast kunnen er gaatjes in ontstaan. Hierdoor kunnen ook grotere moleculen vanuit het bloed in de urine terechtkomen. Het gaat dan met name om eiwitmoleculen. Dit leidt tot verlies van eiwitten in de urine. Dit wordt ‘proteïnurie’ genoemd.

Door osmotische werking houden eiwitten normaal gesproken vocht vast in de bloedvaten. Doordat bij deze nierziekten veel eiwitten verloren gaan in de urine vermindert de osmotische werking van het bloed. Vocht zal hierdoor uittreden vanuit de bloedbaan naar de weefsels eromheen. Zo ontstaat oedeem door nierziekten.

Leverziekten

Bepaalde leverziekten, zoals bijvoorbeeld levercirrose, kunnen ook leiden tot oedeem. Bij levercirrose is sprake van verbindweefseling in de lever. Dit leidt tot verharding van de lever. Hierdoor kan bloed moeilijker door de poortader (vena porta) stromen. Er is als het ware sprake van een verhoogde weerstand voor het bloed om door de lever te stromen. Zo kan portale hypertensie ontstaan. Dat is een verhoogde bloeddruk in de poortader.

Bij portale hypertensie kan bloed moeilijker afvloeien. Vocht zal door de verhoogde druk vanuit de bloedvaten in de omliggende weefsels terechtkomen. Zo kan oedeem in de benen en in de buik ontstaan. In het laatste geval wordt gesproken van ‘ascites’ oftewel ‘buikwaterzucht’.

Wat verder nog een rol speelt is dat bij ernstige leverziekten de aanmaak van bepaalde eiwitten – zoals albumine – door de lever verstoord is. Eiwitten trekken door hun osmotische werking vocht aan. Hoe minder eiwitten zich in het bloed bevinden, des te meer vocht de neiging zal hebben om buiten de bloedvaten te treden. Ook dat bevordert het ontstaan van oedeem.

Geneesmiddelen

Er zijn nogal wat medicijnen die oedeem als bijwerking kunnen geven. Het komt vooral vaak voor bij zogenaamde ‘calciumantagonisten’. Dat is een groep van medicijnen tegen hoge bloeddruk. Voorbeelden van calciumantagonisten zijn nifedipine en amlodipine. Ook corticosteroïden, zoals bijvoorbeeld prednison, geven oedeem als bijwerking.

Overige

Kijk voor een uitgebreid overzicht van oorzaken voor oedeem onderaan deze webpagina (‘oedeem – differentiële diagnose’).

Symptomen van oedeem

Door ophoping van vocht kunnen verschillende klachten ontstaan. Welke dat zijn hangt af van de plek in het lichaam waar het oedeem ontstaat.

De volgende klachten kunnen voorkomen:

  • Toename in gewicht – door vasthouden van vocht dat anders uitgeplast zou worden;
  • Zwelling van het aangetaste lichaamsdeel, bijvoorbeeld:
    • dikke voeten
    • dikke enkels
    • dikke onderbenen
    • dik oog (zwelling van de oogleden)
  • Hoofdpijn – bij oedeem in de hersenen
  • Hoesten & kortademigheid – bij oedeem in de longen
zwelling van de oogleden door oedeem
zwelling van de oogleden door oedeem (bron: Klaus D. Peter)

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Oedeem in het onderhuidse weefsel, zoals dat vaak voorkomen bij mensen met hartfalen, is meestal goed herkenbaar. Het leidt tot zwelling van voeten, enkels en/of onderbenen.

Wat verder kenmerkend is is dat het mogelijk is om putjes in de zwelling te drukken. Dat betekent dat er tijdelijk een indeuking in de huid zichtbaar blijft. In de engelse taal wordt gesproken van ‘pitting edema’.

pitting oedeem aan de onderbenen
pitting oedeem aan de onderbenen (bron: Dr James Heilman)

Voor longoedeem en hersenoedeem geldt dat beeldvormend onderzoek meestal nodig is om de diagnose te stellen.

Behandeling van oedeem

Bij de behandeling van oedeem zijn er een aantal maatregelen die je zelf kunt nemen. Het is echter altijd van belang om een arts te raadplegen. De arts kan namelijk de onderliggende oorzaak achterhalen en behandelen. Bovendien kan de arts geneesmiddelen voorschrijven om het oedeem te verminderen.

Wat kun je zelf doen?

Er zijn een aantal maatregelen die je zelf kunt nemen om ophoping van vocht in je lichaam tegen te gaan, namelijk:

  • Zoutbeperking – Zout trekt water aan. Als je te veel zout met de voeding binnenkrijgt zul je ook meer vocht vasthouden. Hierdoor zal het oedeem toenemen. Voeg dus geen extra zout toe aan de voeding, en kies voedingsmiddelen met weinig zout.
  • Steunkousen – Om ophoping van vocht in de voeten en onderbenen tegen te gaan kunnen steunkousen worden gedragen. Die gaan ophoping van vocht tegen. Zo komt het vocht weer beschikbaar voor de bloedsomloop.
  • Wandelen – Lopen gaat ophoping van vocht in voeten en onderbenen tegen. Dit komt doordat activiteit van de spieren van het onderbeen ervoor zorgt dat bloed als het ware vanuit de benen richting het hart wordt gemasseerd. Hierbij spelen kleppen in de aders een rol. Zij zorgen ervoor dat het bloed niet weer terugzakt naar beneden.

Wat kan de arts doen?

In het algemeen geldt dat de arts eerst zal willen weten wat de oorzaak van het oedeem is. Pas dan kan een gerichte behandeling worden gestart.

De arts kan diuretica (plasmiddelen) voorschrijven om de hoeveelheid vocht te verminderen.

De arts kan eventueel ook doorverwijzen naar een fysiotherapeut. Sommige fysiotherapeuten zijn gespecialiseerd in de behandeling van mensen met speciale vormen van oedeem, bijvoorbeeld lymfoedeem.

Andere talen

Engelse taal

edema (amerikaanse spelling), oedema (engelse spelling)

Duitse taal

Ödem


Oedeem – Differentiaal Diagnose (DD)

Hieronder een differentiaal diagnose van oedeem. Dat is een lijst met de verschillende oorzaken van oedeem. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak oedeem krijgt.

Vaak voorkomende oorzaken van oedeem: >1.000/jaar

  • zwangerschap (graviditeit) – 12.350
  • slecht werkend hart (hartfalen) – 9.725
  • bloedvergiftiging (sepsis) – 5.473
  • gebruik van paracetamol – 5.000
  • nierziekte door suikerziekte (diabetische nefropathie) – 3.312
  • slecht werkende nieren (acute nierinsufficiëntie) – 2.832
  • hoge bloeddruk (essentiële hypertensie) – 2.585
  • normale veroudering (ouderdom) – 2.475
  • alcoholverslaving (chronisch alcoholisme) – 1.225
  • gebruik van macrogol combinatiepreparaten – 1.054

Minder vaak voorkomende oorzaken van oedeem: <1.000/jaar

  • tekort aan albumine in het bloed (hypoalbuminemie) – 868
  • HELLP-syndroom – 719
  • gebruik van minoxidil tabletten (Lonnoten) – 445
  • vernauwing van de tricuspidaalklep (tricuspidalisstenose) – 303
  • gebruik van ibuprofen (Brufen) – 296
  • premenstruele dysfore stoornis – 255
  • gebruik van diclofenac (Voltaren, Cataflam, Arthrotec) – 250
  • gebruik van etoricoxib (Arcoxia) – 221
  • bloedvergiftiging door een katheter in een bloedvat (lijnsepsis) – 199
  • gebruik van Zyprexa (olanzapine) – 174
  • gebruik van geconjugeerde oestrogenen (Dagynil, Premarin) – 173
  • gebruik van amlodipine (Norvasc) – 163
  • verhoogd natrium gehalte in het bloed (hypernatriëmie) – 160
  • overgevoelig voor soja-eiwit (soja-eiwitallergie) – 145
  • ziekte van Henoch-Schönlein (IgA vasculitis) – 109
  • gebruik van naproxen (Aleve, Femex, Naprosyne, Naprovite) – 100

Zeldzame oorzaken van oedeem: <100/jaar

  • gebruik van ciclosporine (Sandimmune, Neoral) – 99
  • minimal change disease – 98
  • gebruik van basiliximab (Simulect) – 95
  • focale segmentale glomerulosclerose – 86
  • hoogteziekte (acute hoogteziekte) – 86
  • gebruik van barnidipine (merknaam: Cyress) – 75
  • gebruik van carbamazepine (Tegretol) – 74
  • membraneuze glomerulonefritis – 69
  • premenstrueel syndroom (premenstruele stoornis) – 65
  • gebruik van rosiglitazon – 60
  • ontsteking van de nieren bij SLE (lupus nefritis) – 55
  • compartimentsyndroom van de buik (abdominaal compartimentsyndroom) – 55
  • gebruik van fosinopril (Monopril) – 55
  • leukocytoclastische vasculitis van de huid (cutane leukocytoclastische vasculitis) – 54
  • gebruik van rituximab (MabThera) – 48
  • lipo-oedeem – 40
  • gebruik van bicalutamide (Casodex, Biluron) – 39
  • gebruik van methadon – 38
  • eclampsie – 35
  • gebruik van Adenuric® (febuxostat) – 35
  • gebruik van carvedilol – 33
  • gebruik van podofyllotoxine (Condyline, Wartec) – 30
  • RS3PE-syndroom – 29
  • primaire amyloïdose – 29
  • gebruik van isradipine – 27
  • gebruik van hydroxocobalamine (Hydrocobamine) – 26
  • gebruik van Seroquel (quetiapine) – 24
  • gebruik van lercanidipine (merknaam: Lerdip) – 24
  • erythroblastosis foetalis – 24
  • schistosomiasis – 22
  • hemolytisch uremisch syndroom (typische HUS) – 22
  • trombose van de nierader (niervenetrombose) – 22
  • gebruik van diltiazem (Tildiem) – 20
  • hydropssyndroom bij de moeder (maternaal hydropssyndroom) – 19
  • gebruik van fentanyl tabletten of zuigtabletten (Abstral, Actiq, Breakyl, Effentora, Recivit) – 19
  • bindweefselvorming achter het buikvlies (retroperitoneale fibrose) – 18
  • gebruik van methyldopa – 17
  • gebruik van fenelzine (merknaam: Nardil) – 17
  • gebruik van lenalidomide (Revlimid) – 15
  • gebruik van lenvatinib (Kisplyx) – 15
  • gebruik van budenoside tabletten of capsules (Budenofalk, Cortiment, Entocort) – 15
  • bloedvergiftiging door streptokokken bij pasgeboren baby’s (neonatale sepsis door groep B streptokokken) – 15
  • gebruik van lansoprazol (Prezal, Prevacid) – 14
  • polyarteritis nodosa – 13
  • rhesusziekte (rhesus antagonisme) – 13
  • gebruik van alfuzosine (Xatral en merkloze versies) – 12
  • gebruik van Glivec (imatinib) – 12
  • gebruik van montelukast (Singulair) – 12
  • gebruik van sunitinib (Sutent) – 12
  • gebruik van valproïnezuur (Depakine, Convulex) – 12
  • gebruik van Perjeta (pertuzumab) – 11
  • gebruik van epoëtine-alfa (Abseamed, Binocrit, Eprex) – 11
  • bloedvergiftiging door Streptococcus pyogenes (Streptococcus pyogenes sepsis) – 10
  • DRESS-syndroom – 10

Zeer zeldzame oorzaken van oedeem: <10/jaar

  • syndroom van Goodpasture – 9
  • gebruik van labetalol (tabletten) – 8
  • gebruik van voriconazol (Vfend) – 8
  • gebruik van eprosartan (merknaam Teveten) – 8
  • gebruik van Xarelto (rivaroxaban) – 7
  • gebruik van Implanon / Implanon NXT – 7
  • eosinofiele maagdarmontsteking (eosinofiele gastroenteritis) – 7
  • verlaagd eiwitgehalte in het bloed (hypoproteïnemie) – 7
  • sikkelcelziekte (sikkelcelanemie) – 7
  • erfelijke amyloïdose van de nier (hereditaire renale amyloïdose) – 6
  • gebruik van lenvatinib (Lenvima) – 6
  • ziekte van Waldmann (primaire intestinale lymfangiëctasie) – 5
  • gebruik van Revolade (eltrombopag) – 5
  • gebruik van Aranesp (darbepoëtine) – 5
  • gebruik van Ventavis (iloprost) – 5
  • gebruik van zoledroninezuur (Aclasta) – 5
  • gebruik van zoledroninezuur (Zometa) – 5
  • hongeroedeem (kwashiorkor) – 4
  • refeeding-syndroom – 4
  • blootstelling van het ongeboren kind aan ACE-remmers (intra-uteriene expositie aan ACE-remmers) – 4
  • gebruik van Zytiga (abirateron) – 4
  • gebruik van Rasilez (aliskiren) – 4
  • ziekte van Finkelstein (acuut hemorragisch oedeem bij kinderen) – 3
  • gebruik van cabozantinib (Cabometyx) – 3
  • gebruik van gabapentine – 3
  • gebruik van Caprelsa (vandetanib) – 3
  • hantavirus-infectie – 3
  • gebruik van pembrolizumab (Keytruda) – 3
  • gebruik van Arixtra (fondaparinux) – 3
  • ziekte van Whipple – 2
  • gebruik van Afinitor (everolimus) – 2
  • Rocky Mountain spotted fever – 2
  • gebruik van Victrelis (boceprevir) – 2
  • gebruik van Arcoxia (etoricoxib) – 2
  • gebruik van Xyrem (natriumoxybaat) – 2
  • gebruik van allergeenextract graspollen (Allergovit, Alutard, Pollinex, Purethal) – 2
  • gebruik van parecoxib (Dynastat) – 1
  • gebruik van pregabaline (Lyrica) – 1
  • gebruik van tocilizumab (merknaam: RoActemra) – 1
  • gebruik van thiamazol (Strumazol) – 1
  • gebruik van cladribine via infuus (Leustatin) – 1
  • gebruik van Bosulif (bosutinib) – 1
  • gebruik van Certican (everolimus) – 1
  • gebruik van ceftriaxon via injectie of infuus – 1
  • gebruik van DuaklirGenuair (aclidinium bromide/formoterol) – 1
  • gebruik van bromocriptine (Parlodel) – 1
  • gebruik van ropinirol (Requip) – 1

Extreem zeldzame oorzaken van oedeem: <1/jaar

  • gebruik van nilotinib (Tasigna) – 0,9
  • gebruik van cabergoline (Dostinex) – 0,8
  • gebruik van Foster NEXThaler inhalator (beclometason en formoterol) – 0,7
  • gebruik van Lertec (enalapril en lercanidipine) – 0,7
  • gebruik van pramipexol (Sifrol, Mirapexin) – 0,7
  • ziekte van Ebstein (anomalie van Ebstein) – 0,7
  • gedehydrateerde erfelijke stomatocytose (gedehydrateerde hereditaire stomatocytose) – 0,7
  • infectie met de Capillaria-worm (capillariasis) – 0,6
  • gebruik van quinapril – 0,5
  • gebruik van ramipril – 0,5
  • gebruik van Onglyza (saxagliptine) – 0,5
  • gebruik van pergolide (Permax) – 0,5
  • tyrosinemie type I – 0,5
  • gebruik van moxifloxacine (Avelox) tabletten – 0,5
  • Ebola koorts (Ebola hemorrhagische koorts) – 0,4
  • serumneuropathie – 0,4
  • gebruik van Yondelis (trabectedine) – 0,4
  • gebruik van moclobemide (merknaam: Aurorix) – 0,4
  • verstopping van de longaderen (pulmonale veno-occlusieve ziekte) – 0,3
  • gebruik van fenylbutazon – 0,3
  • gebruik van diazoxide – 0,3
  • gebruik van Inegy (ezetimibe + simvastatine) – 0,3
  • gebruik van Vesicare (solifenacine) – 0,3
  • gebruik van Yervoy (ipilimumab) – 0,2
  • gebruik van Votubia (everolimus) – 0,2
  • gebruik van oxyfenbutazon – 0,2
  • syndroom van Muckle-Wells – 0,2
  • gebruik van melfalan (Alkeran) intraveneus – 0,2
  • gebruik van melfalan (Alkeran) tabletten – 0,2
  • gebruik van carbimazol – 0,2
  • gebruik van paricalcitol (Zemplar) – 0,1
  • echinostomiasis – 0,1
  • syndroom van Goldberg (galactosialidose) – 0,1
  • tekort aan het enzym trypsinogeen (trypsinogeendeficiëntie) – 0,07
  • gebruik van ketoconazol tabletten – 0,05
  • GM1 gangliosidose – vroeg infantiele vorm – 0,05
  • gebruik van octocog alfa (Kogenate, Kovaltry, Advate, Helixate Nexgen) – 0,04
  • gebruik van tranylcypromine (merknaam: Tracydan) – 0,04
  • PEHO-syndroom – 0,03
  • infectie met Dicrocoelium dendriticum (dicrocoeliose) – 0,03
  • gebruik van azilsartan – 0,01

Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 8 april 2018
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 8 april 2018


Synoniemen

Andere namen voor oedeem zijn ‘waterzucht’, ‘vochtretentie’, ‘waterretentie’, ‘vochtophoping in weefsels’, en ‘vasthouden van vocht in het lichaam’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven