Zwelling in de hals

Bijgewerkt op 20 november 2019 door Simpto.nl

Wat wordt bedoeld met ‘zwelling in de hals’?

Met een zwelling in de hals bedoelen we hier een zwelling die groter is dan 2 cm in doorsnede. Zwellingen die kleiner zijn dan 2 cm in doorsnede noemen we hier ‘bult in de hals’. Een bult in de hals is meestal een lymfeklier die opgezwollen is in reactie op bijvoorbeeld een keelontsteking. In de meeste gevallen is dat onschuldig en hoeft niet direct een arts te worden geraadpleegd. Als de bult langer dan vier weken aanhoudt is het wel verstandig om een arts te raadplegen. Als de gehele hals gezwollen is spreken van een ‘zwelling van de hals’.

Wat is de oorzaak?

Een zwelling in de hals kan verschillende oorzaken hebben. Er kan sprake zijn van een met vocht gevulde holte. Dit wordt een ‘cyste’ genoemd. Er zijn verschillende soorten cysten die in de hals kunnen voorkomen. Verder kan de zwelling worden veroorzaakt door vergroting van de schildklier. Ook hiervoor zijn verschillende oorzaken mogelijk. Ten slotte is het ook mogelijk dat de zwelling wordt veroorzaakt door een gezwel (tumor). Dat kan een gezwel van de schildklier zijn, maar bijvoorbeeld ook uitzaaiing van een tumor elders naar de lymfeklieren in de hals.

De schildklier ligt midden in de hals. Dat betekent dat afwijkingen van de schildklier vooral midden in de hals zullen liggen. Naarmate de zwelling in de hals meer naar de zijkant ligt wordt de kans kleiner dat het om een afwijking van de schildklier gaat.

Hieronder een voorbeeld van een zwelling in het midden van de hals. Dit wordt een ‘mediane zwelling’ genoemd.

zwelling in de hals - mediane zwelling

Hieronder een voorbeeld van een zwelling aan de zijkant van de hals. Dit wordt een ‘laterale zwelling’ genoemd.

zwelling in de hals - laterale zwelling

Onderaan deze pagina staat een uitgebreide lijst van mogelijke oorzaken van een zwelling in de hals.

Wat kan ik zelf doen?

Zelf kun je niet veel doen. Als je een blijvende zwelling in de hals hebt is dat eigenlijk altijd een reden om een arts te raadplegen.

Wat kan de arts doen?

Voordat een arts iets kan doen zal eerst duidelijk moeten zijn waardoor de zwelling wordt veroorzaakt. Om erachter te komen wat de oorzaak van de zwelling is heeft de arts verschillende onderzoeken tot zijn/haar beschikking.

Lichamelijk onderzoek

Ten eerste kan de arts de patiënt onderzoeken. Vooral zal de plaats van de zwelling beoordeeld worden, maar ook de grootte en de consistentie van de zwelling: Is het een zachte of een harde zwelling? Is de zwelling beweeglijk ten opzichte van de huid en de onderliggende weefsels? Is de zwelling glad of bobbelig? Pulseert de zwelling?

Laboratoriumonderzoek

Door bloedonderzoek aan te vragen kan de arts een idee krijgen of de zwelling wordt veroorzaakt door een ontsteking of een afwijking van de schildklier. Bij een ontsteking zullen de zogenaamde ‘ontstekingsparameters’ als bloedbezinking, CRP-gehalte en het aantal witte bloedcellen in het bloed vaak verhoogd zijn. Afwijkende waarden van T4 (thyroxine), T3 (trijodothyronine) en TSH (’thyroid-stimulating hormone’) duiden op een aandoening van de schildklier.

Beeldvormend onderzoek

Vaak kan met een echo van de hals worden beoordeeld of de zwelling uitgaat van de schildklier of een andere structuur. CT-scan en MRI-scan kunnen een nog duidelijker beeld hiervan geven.

Punctie of biopsie

Ten slotte kan de arts besluiten om een weefsel of cellen uit de zwelling weg te nemen voor onderzoek. Dit kan in de vorm van een ‘punctie’ of een ‘biopsie’. Bij een punctie wordt vocht opgezogen uit een met vocht gevulde zwelling. Bij een biopsie wordt een stukje weefsel weggenomen uit de zwelling. Het vocht of weefsel wordt vervolgens door een patholoog-anatoom onder de microscoop bekeken. Vaak is op grond van dit onderzoek een diagnose te stellen.

Behandeling

De behandeling is vervolgens afhankelijk van de oorzaak die wordt gevonden. Behandeling kan bestaan uit niks doen, voorschrijven van bepaalde geneesmiddelen, bestraling (radiotherapie) van de zwelling, of een operatie waarbij de zwelling wordt verwijderd.

Als een zwelling in de hals geopereerd moeten worden zal dat worden gedaan door een KNO-arts. Er zijn KNO-artsen die helemaal gespecialiseerd zijn in het opereren van tumoren in het hoofd-hals gebied. Dit worden ‘hoofd-hals chirurgen’ genoemd.

Lijst met mogelijke oorzaken

Een zwelling in de hals kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder een overzicht van de mogelijke oorzaken. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak een zwelling in de hals krijgt.

  • reactie op insectenbeet in de hals – 10.900
  • ziekte van Hashimoto (auto-immuun thyreoïditis) – 4.930
  • schildkliercyste – 2.233
  • tekort aan jodium (jodiumdeficiëntie) – 1.488
  • ziekte van Graves (morbus Graves) – 604
  • schildklieradenoom – 518
  • ziekte van Plummer (toxisch nodulair struma) – 340
  • speekselsteen van de onderkaakspeekselklier (sialolithiasis van de glandula submandibularis) – 318
  • abces in de hals – 286
  • infectie met het cytomegalovirus (cytomegalie) – 245
  • vioolkin – 194
  • non-Hodgkin lymfoom – 159
  • schildklierkanker (schildkliercarcinoom) – 144
  • schildklierontsteking van De Quervain (subacute thyreoïditis van DeQuervain) – 133
  • keelkanker (farynxcarcinoom) – 128
  • mondbodemabces (angina van Ludwig) – 120
  • trombose van de sleutelbeenader (vena subclavia trombose) – 119
  • laterale halscyste – 100
  • bof (parotitis epidemica) – 100
  • papillaire schildklierkanker (papillair schildkliercarcinoom) – 89
  • halskliertuberculose – 80
  • kropgezwel door tekort aan jodium (endemisch struma) – 79
  • gonorroe (gonorroe) – 70
  • lymfoedeem in het het hoofd/hals gebied – 69
  • uitzaaiingen in de lymfeklieren van de hals (lymfekliermetastasen in de hals) – 56
  • gescheurde luchtpijp (trachearuptuur) – 52
  • folliculaire schildklierkanker (folliculair schildkliercarcinoom) – 45
  • kattenkrabziekte – 37
  • ontsteking van de schildklier door een bacterie (acute bacteriële thyreoïditis) – 34
  • mediane halscyste – 32
  • stille schildklierontsteking (stille thyreoïditis) – 29
  • slijmcyste in de hals (cervicale ranula) – 25
  • tongkanker (plaveiselcelcarcinoom van de tong) – 24
  • syndroom van Lemierre – 23
  • medullair schildklierkanker (medullair schildkliercarcinoom) – 23
  • syfilis (primaire syfilis) – 21
  • geïnfecteerde laterale halscyste – 20
  • mengtumor van de onderkaakspeekselklier (pleiomorf adenoom van de glandula submandibularis) – 20
  • ziekte van Hodgkin (Hodgkin-lymfoom) – 20
  • lymfangioom in de hals (hygroma cysticum colli) – 13
  • subcutaan emfyseem in de hals – 12
  • te snel werkende schildklier door radioactief jodium (jodium-geïnduceerde hyperthyreoïdie) – 11
  • HIV-infectie – 10
  • anaplastische schildklierkanker (anaplastisch schildkliercarcinoom) – 10
  • lokale spierontsteking in de hals (focale myositis van de M. sternocleidomastoïdeus) – 8
  • geïnfecteerde mediane halscyste (geïnfecteerde mediane halscyste) – 6
  • cyste van de bijschildklier – 6
  • dermoïdcyste in de hals – 6
  • ontwrichting van het gewricht tussen sleutelbeen en borstbeen met verplaatsing van het sleutelbeen naar voren (anterieure luxatie van het sternoclaviculaire gewricht) – 6
  • gezwel van de speekselklier – 5
  • syndroom van Pendred – 5
  • te snel werkende schildklier door gebruik van schildklierhormoontabletten (exogene hyperthyreoïdie door schildklierhormoontabletten) – 4
  • ontwrichting van het gewricht tussen sleutelbeen en borstbeen met verplaatsing van het sleutelbeen naar achteren (posterieure luxatie van het sternoclaviculaire gewricht) – 4
  • aangeboren hypothyreoïdie (congenitale hypothyreoïdie) – 4
  • schildklierontsteking van Riedel (chronische fibreuze thyreoïditis van Riedel) – 3
  • uitstulping in het strottenhoofd (laryngocele) – 3
  • bijschildklierkanker (bijschildkliercarcinoom) – 3
  • verwijding van de halsslagader (aneurysma van de A. carotis) – 3
  • te snel werkende schildklier door eten van met schildklier verontreinigd vlees (exogene hyperthyreoïdie door eten van met schildklier verontreinigd vlees) – 3
  • toxoplasmose (systemische toxoplasmose) – 2
  • te snel werkende schildklier door andere oorzaak van buitenaf (exogene hyperthyreoïdie) – 2
  • lymfeklierkanker van de schildklier (primair lymfoom van de schildklier) – 2
  • ziekte van Kimura – 2
  • kwaadaardig bindweefselgezwel in de hals (fibrosarcoom van de hals) – 2
  • dyshormogenetisch struma – 2
  • glomus vagale tumor – 1,2
  • goedaardig gezwel van bruin vet in de hals (hibernoom van de hals) – 0,9
  • geïnfecteerde laryngocele – 0,6
  • actinomycose van de kaak (cervicofaciale actinomycose) – 0,6
  • esthesioneuroblastoom – 0,4
  • parathyromatose – 0,2
  • anetodermie van Jadassohn-Pellizzari – 0,1
  • syndroom van Ascher – 0,1

Engelse vertaling

swelling in the neck, swelling at the front of the neck

Synoniemen

Andere namen voor zwelling in de hals zijn zwelling hals, halszwelling, gezwel in de hals, gezwel hals, tumor hals, tumor in de hals, verdikking hals, zwelling in hals, en hals zwelling.


Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 17 november 2016
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 20 november 2019

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven