Bijgewerkt op 17 oktober 2022
Wat is vetdiarree?
Vetdiarree is een brijïge, soms wat lichtgekleurde ontlasting die ontstaat doordat de opname van vetten uit de voeding vanuit de darm in het bloed gestoord is. Dat kan ontstaan door verschillende oorzaken. De medische naam voor vetdiarree is steatorroe.
Wat zijn de symptomen?
Vetdiarree leidt tot brijïge ontlasting die vaak aan de wc-pot blijft kleven. Door het hoge gehalte aan vet blijft de vetdiarree ook vaak drijven in de wc-pot. De kleur van de ontlasting kan lichter zijn dan gewoonlijk. Vaak stinkt de vettige ontlasting anders dan gewone poep.
Als vetdiarree langere tijd bestaat kan dat leiden tot een tekort aan bepaalde vitamines. Het gaat dan om de zogenaamde vetoplosbare vitamines, namelijk vitamine A, vitamine D, vitamine E en vitamine K. Deze vitamines zitten in onze voeding en worden in de dunne darm opgenomen doordat ze in vet dat in de voeding zit worden opgenomen. Als het voedingsvet niet of onvoldoende wordt opgenomen zal ook minder van deze vitamines worden opgenomen in het bloed. Dit kan op den duur tot een tekort leiden.
Welke oorzaken zijn er?
Vetdiarree kan worden veroorzaakt door aandoeningen waarbij vetten in de voeding niet goed worden afgebroken in de darmen. Ze worden daardoor slecht opgenomen vanuit de darmen in het bloed. De vetten blijven daardoor achter in de darmen en mengen zich met de ontlasting. Deze wordt hierdoor dun en brijïg.
Voor de vertering van vetten zijn alvleesklierenzymen en gal nodig. Alvleesklierenzymen worden in de alvleesklier gemaakt en in het alvleeskliersap uitgescheiden in de dunne darm. Galvloeistof wordt in de lever gemaakt. Het wordt via de galwegen afgevoerd naar de dunne darm. Vetdiarree ontstaat als onvoldoende alvleeskliersap en galvloeistof worden uitgescheiden in de dunne darm. Dat kan ontstaan door verschillende aandoeningen van de alvleesklier (pancreas), de lever en de galwegen.
Voorbeelden van aandoeningen van de alvleesklier die kunnen leiden tot vetdiarree zijn alvleesklierontsteking (pancreatitis), alvleesklierkanker en taaislijmziekte (cystische fibrose). Door dit soort ziekten kan de alvleesklier minder goed alvleesklierenzymen aanmaken en uitscheiden. Zo kan vetdiarree ontstaan.
Voorbeelden van aandoeningen van lever en galwegen die kunnen leiden tot een afname van de productie en afgifte van galvloeistof in de darm zijn primaire biliaire cholangitis, galstenen en galgangkanker (cholangiocarcinoom). Omdat bij dit soort aandoeningen meestal ook minder bilirubine wordt afgegeven aan de dunne darm zal de ontlasting vaak ook ontkleurd zijn.
Ook kan vetdiarree worden veroorzaakt door aandoeningen van de darm zelf, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Crohn, coeliakie (glutenovergevoeligheid) en bacteriële overgroei syndroom. Door aantasting van het darmslijmvlies bij deze ziekten is de opname van vetten in de darm verstoord. Dat geldt dan echter niet alleen voor vetten maar ook voor andere voedingsstoffen. Artsen spreken in dat geval van malabsorptie.
Verder zijn er bepaalde aandoeningen waarbij de passage van het voedsel door de darm versneld is. Dat kan bijvoorbeeld optreden bij lactose-intolerantie. Door de snelle darmpassage is de darm niet in staat voldoende vetten uit de voedselbrij op te nemen. Ook dat kan leiden tot vettige ontlasting. Een andere reden dat de darm onvoldoende vetten kan opnemen is in het geval (een deel van) de darm is weggenomen, bijvoorbeeld vanwege de ziekte van Crohn of darmkanker. In dat geval wordt wel gesproken van het short-bowel syndroom.
Ten slotte kan het gebruik van bepaalde geneesmiddelen leiden tot vetdiarree. Voorbeelden van geneesmiddelen waarbij vettige ontlasting als bijwerking kan optreden zijn orlistat (Xenical, Alli), gebruik van ursodeoxycholzuur (Ursofalk), colestyramine (Questran), octreotide (Sandostatine, Siroctid), neomycine en glycerolfenylbutyraat (Ravicti).
Kijk voor een uitgebreid overzicht van oorzaken onderaan deze webpagina, in de tabel ‘vetdiarree – differentiaaldiagnose’. Als geen onderliggende oorzaak voor de vetdiarree wordt gevonden wordt gesproken van idiopathische vetdiarree of idiopathische steatorroe.
Hoe wordt een diagnose gesteld?
Vetdiarree kan vaak worden herkend door het aspect van de ontlasting. Het is brijïge, vaak wat lichter gekleurde ontlasting. Het is mogelijk om met laboratoriumonderzoek vast te stellen of er inderdaad sprake is van vetdiarree. Daarbij wordt het vetgehalte van de ontlasting bepaald.
Verhoogd vetgehalte van de ontlasting
Er wordt van vetdiarree gesproken als het vetgehalte van de ontlasting meerdere dagen achter elkaar verhoogd is.
Wat is de behandeling?
De behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak. Als de vetdiarree wordt veroorzaakt door aantasting van de alvleesklier kan de behandelend arts een geneesmiddel voorschrijven dat alvleesklierenzymen, zoals lipase, bevat. Dergelijke middelen worden pancreasenzympreparaten) genoemd. Verder kan vetdiarree worden tegengegaan door de hoeveelheid vet in de voeding te beperken. Als de gestoorde opname van vet heeft geleid tot een vitamine-tekort kan het noodzakelijk zijn extra vitamines toe te dienen.
Synoniemen
steatorroe, steatorhoe, vettige ontlasting, vettige diarree, vette diarree
Engelse vertaling
steatorrhea, steatorrhoea
Steatorroe – Differentiaal Diagnose (DD)
Reacties van lotgenoten
Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt feedback geven op het artikel, vragen stellen en/of aanvullingen of adviezen geven. Andere lezers kunnen daar weer op reageren. Zo kan een levendige discussie ontstaan. Het is ook een manier om in contact te komen met vetdiarree. Kijk eens op de webpagina over slokdarmkrampen hoe een online discussie zich kan ontwikkelen. Reacties worden niet automatisch gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie van Simpto.nl gezien zijn. Daar kan soms enige uren overheen gaan.