Uitpuilende ogen

Bijgewerkt op 18 november 2020

Oorzaken uitpuilende ogen (beiderzijds)

Hieronder een lijst van mogelijke oorzaken voor het optreden van uitpuilende ogen. Het getal achter de oorzaak is een schatting van het aantal gevallen dat jaarlijks vanwege die aandoening uitpuilende ogen krijgt.

  • ziekte van Graves (morbus Graves) – 950
  • oogziekte van Graves (oftalmopathie van Graves) – 547
  • syndroom van Cushing – 464
  • schildklieradenoom – 300
  • normaal verschijnsel – 198
  • vetzucht (obesitas) – 195
  • stille schildklierontsteking (stille thyreoïditis) – 45
  • ontsteking van de oogspieren in de oogkas (oculaire myositis) – 18
  • lekkende aortaklep (aortaklepinsufficiëntie) – 18
  • te snel werkende schildklier door gebruik van schildklierhormoontabletten – 14
  • ontsteking van de oogkas (cellulitis orbitae) – 13
  • bloeding achter het oog (retro-orbitaal hematoom) – 12
  • te snel werkende schildklier door eten van met schildklier verontreinigd vlees – 10
  • trombose van de sinus cavernosus in de hersenen – 9
  • te snel werkende schildklier door andere oorzaak van buitenaf (exogene hyperthyreoïdie) – 8
  • ziekte van Wegener (granulomatose met polyangiitis) – 6
  • gebroken oogkas (orbitafractuur) – 5
  • ontsteking van de traankliertjes (dacryoadenitis) – 4
  • syndroom van Duane – 3
  • melanoom van het oog (oculair melanoom) – 2
  • ziekte van Waldenström (macroglobulinemie van Waldenström) – 2
  • syndroom van Beckwith-Wiedemann – 2
  • thanatofore dysplasie – 2
  • syndroom van Apert – 1,4
  • syndroom van Kniest – 1,3
  • syndroom van Crouzon – 1,2
  • ziekte van Erdheim-Chester – 1,2
  • aangeboren glaucoom (congenitaal glaucoom) – 0,5
  • abnormaal schildklierweefsel in de eierstok (struma ovarii) – 0,4
  • meningeoom – 0,3
  • syndroom van Pfeiffer – 0,3
  • nasofaryngeaal angiofibroom – 0,3
  • fibrochondrogenese – 0,2
  • bloedkanker (leukemie) – 0,2
  • syndroom van Raine (osteosclerotische botdysplasie) – 0,2
  • Langerhans-cel histiocytose – 0,2
  • pseudotumor van de oogkas (orbitale pseudotumor) – 0,2
  • gezwel in de oogkas – 0,2
  • abnormale verbinding tussen slagader en ader (arterioveneuze malformatie) in het oog – 0,2
  • ziekte van Hand-Schüller-Christian – 0,1
  • cutis laxa type Ib – 0,1
  • fistel tussen de arteria carotis en de sinus cavernosus (carotidocaverneuze fistel) – 0,1
  • caverneus hemangioom – 0,1
  • brozebottenziekte type 1 (osteogenesis imperfecta type 1) – 0,1
  • I-cel ziekte (mucolipidose II) – 0,1
  • syndroom van Baller-Gerold – 0,1
  • zygomycose (mucormycose) – 0,1
  • zwelling van de hersenen door hoogteziekte (hoogte-hersenoedeem) – 0,04
  • syndroom van Marshall-Smith – 0,04
  • syndroom van Roberts (pseudothalidomide syndroom) – 0,03
  • syndroom van Antley-Bixler – 0,03
  • otospondylomegaepifysaire dysplasie – 0,03
  • opsismodysplasie – 0,03
  • dermoïdcyste – 0,03
  • tekort aan het enzym prolidase (prolidase deficiëntie) – 0,02
  • syndroom van Baraitser-Burn (orofaciodigitaal syndroom type 4) – 0,02
  • syndroom van Cole-Carpenter – 0,01

Oorzaken uitpuilend oog (één kant)

  • afsluiting van de centrale netvliesslagader (arteria centralis retinae occlusie) – 450
  • ontsteking van de oogkas (cellulitis orbitae) – 360
  • ontsteking van de oogspieren in de oogkas (oculaire myositis) – 311
  • ziekte van Graves (morbus Graves) – 304
  • gebroken oogkas (orbitafractuur) – 278
  • ontsteking van het traankliertje (acute dacryoadenitis) – 215
  • oogziekte van Graves (oftalmopathie van Graves) – 211
  • schildklieradenoom (schildklieradenoom) – 100
  • bloeding achter het oog (retrobulbair hematoom) – 77
  • gebroken schedelbasis (schedelbasisfractuur) – 59
  • pseudotumor van de oogkas – 54
  • slijmcyste van de voorhoofdsholte (mucocele van de sinus frontalis) – 48
  • verstopping van de bovenste holle ader (vena cava superior syndroom) – 39
  • meningeoom in de oogkas (meningeoom in de orbita) – 34
  • caverneus hemangioom in de oogkas – 33
  • gezwel in de oogkas (orbitale tumor) – 29
  • aardbeivlek rond het oog (periorbitaal infantiel hemangioom) – 25
  • abnormale verbinding tussen slagader en ader (arterioveneuze malformatie) in het oog – 21
  • ziekte van Wegener (granulomatose met polyangiitis) – 20
  • fistel tussen halsslagader en sinus cavernosus (caroticocaverneuze fistel) – 18
  • capillair hemangioom in de oogkas (capillair hemangioom in de oogkas) – 18
  • stille schildklierontsteking (stille thyreoïditis) – 14
  • allergische schimmelsinusitis (allergische schimmelsinusitis) – 12
  • cyste in de kaakholte (cyste in de sinus maxillaris) – 10
  • ischemische opticusneuropathie (ischemische opticusneuropathie) – 7
  • glioom van de oogzenuw (opticus glioom) – 6
  • te snel werkende schildklier door gebruik van schildklierhormoontabletten – 5
  • gezwel van de pijnappelklier (tumor van de glandula pinealis) – 5
  • te snel werkende schildklier door eten van met schildklier verontreinigd vlees – 4
  • trombose van de sinus cavernosus in de hersenen (cerebrale trombose van de sinus cavernosus) – 3
  • te snel werkende schildklier door andere oorzaak van buitenaf (exogene hyperthyreoïdie) – 3
  • lymfeklierkanker in de oogkas (orbitaal non-Hodgkin-lymfoom) – 3
  • juveniel angiofibroom – 3
  • zygomycose – 2
  • dermoïdcyste rond het oog (periorbitale dermoïdcyste) – 1,3
  • ziekte van Cushing – 1,3
  • ziekte van Waldenström (macroglobulinemie van Waldenström) – 1,0
  • kanker van spierweefsel in de oogkas (rabdomyosarcoom in de oogkas) – 0,8
  • invasieve aspergillose (gedissemineerde aspergillose) – 0,7
  • acute invasieve bijholteontsteking door een schimmel (acute invasieve mycotische sinusitis) – 0,7
  • ziekte van Hand-Schüller-Christian – 0,6
  • eosinofiel granuloom – 0,6
  • fibreuze dysplasie van de schedel (craniële fibreuze dysplasie) – 0,6
  • ziekte van Erdheim-Chester – 0,5
  • esthesioneuroblastoom – 0,5
  • burkitt-lymfoom – endemische vorm – 0,4
  • syndroom van Tolosa-Hunt – 0,2
  • bloedkanker (leukemie) – 0,2
  • ziekte van Rosai-Dorfman (sinushistiocytose met massale lymfadenopathie) – 0,2
  • Langerhans-cel histiocytose – 0,1
  • zygomycose (mucormycose) – 0,02
  • syndroom van Neu-Laxova – 0,005

Engelse term

bulging eyes, protruding eyes, bulging of the eyes, exophthalmos, proptosis

Synoniemen

Andere namen voor uitpuilend oog zijn uitpuilende ogen, uitpuilen van de ogen, uitpuilen oog, exoftalmus, exoftalmos, exophtalmus, exophtalmos, exophthalmus, exophthalmos, ogen puilen uit, kikkerogen, bolle ogen, vooruitstekende ogen, proptosis, promineren van de ogen, bolle ogen, bollende ogen, exoftalmie, uitpuilen van één of beide ogen, protrusio bulbi, opzetting van het oog, ene oog lijkt meer naar voren te staan dan andere


Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 1 november 2015
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 18 november 2019

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven