Bijgewerkt op 4 november 2020
Snelle ademhaling (tachypneu)
Er wordt gesproken van een snelle ademhaling als meer dan 20 keer per minuut wordt geademd. Dit komt voor bij veel verschillende ziekten en omstandigheden. Op deze webpagina vindt u een uitgebreid overzicht van de verschillende oorzaken.
Vaak gaat een snelle ademhaling gepaard met kortademigheid, maar niet altijd. Kortademigheid is het gevoel dat men onvoldoende lucht binnenkrijgt. Het gevolg is dat men sneller gaat ademen. Maar er zijn ook oorzaken van een versnelde ademhaling zonder dat er een gevoel van kortademigheid is.
De medische term voor snelle ademhaling is tachypneu (of ’tachypnoe’).
Oorzaken snelle ademhaling
Hieronder een uitgebreid overzicht van oorzaken voor ‘snel ademen’. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak een snelle ademhaling krijgt.
Zeer vaak voorkomende oorzaken van snelle ademhaling (>5.000/jaar)
- angst – 151.500
- longontsteking (pneumonie) – 121.197
- uitdroging (dehydratie) – 40.950
- bronchiolitis (acute bronchiolitis) – 24.640
- hyperventilatie (hyperventilatiesyndroom) – 21.375
- paniekaanval (paniekstoornis) – 17.556
- koorts – 13.000
- gegeneraliseerde angststoornis – 12.116
- gestuwde longen (pulmonaal oedeem) – 11.440
- bloedpropje in de long (longembolie) – 11.038
- engtevrees (claustrofobie) – 7.030
- shocklong (ARDS) – 6.824
- vliegangst – 6.660
- voorbijgaande tachypnoe van de pasgeborene (wet-lungsyndroom) – 6.162
- bloedvergiftiging (sepsis) – 5.873
- ontsteking in de borstholte (mediastinitis) – 5.790
- hartaanval (myocardinfarct) – 5.453
- infectie door het humane metapneumovirus (HMPV-infectie) – 5.273
Vaak voorkomende oorzaken voor snelle ademhaling (>1.000/jaar)
- warmtestuwing – 4.545
- ontstoken keelamandelen (acute tonsillitis) – 4.025
- respiratoire acidose – 3.515
- astma – 3.348
- hartaanval van de voorwand van het hart (voorwandinfarct) – 3.325
- verbindweefseling van de longen (interstitiële longfibrose) – 3.164
- hypovolemische shock – 2.915
- gebruik van cocaïne – 2.498
- hartkramp (angina pectoris) – 2.366
- IRDS – 2.077
- herseninfarct (cerebraal infarct) – 1.909
- tumorembolie in de long (pulmonale tumoremboliën) – 1.666
- spontane klaplong (spontane pneumothorax) – 1.560
- pseudokroep (laryngitis subglottica) – 1.557
- shock door een hartafwijking (cardiogene shock) – 1.312
- maagbreuk (sliding hernia diafragmatica) – 1.254
- longontsteking door Mycoplasma-bacterie (mycoplasma pneumonie) – 1.236
- depressie (depressieve stoornis) – 1.170
- faalangst – 1.030
- borstvliesontsteking (pleuritis) – 975
- lijnsepsis – 783
- ontsteking van het hartzakje door virus (acute virale pericarditis) – 771
- septische shock – 758
- vocht achter de longen (pleuravocht) – 711
- gebruik van amfetamine (speed) – 708
- cocaïne overdosis – 667
- traumatische pneumothorax – 527
- verslikt in voorwerp (corpus alienum geaspireerd) – 466
- bronchopulmonale dysplasie – 455
- verlaagd glucose gehalte in het bloed (hypoglycemie) – 400
- overdosis XTC (ecstasy intoxicatie) – 400
- hepatopulmonaal syndroom – 363
- harttamponade – 362
- hersenbloeding (intracraniële bloeding) – 340
- antivriesvergiftiging (ethyleenglycolintoxicatie) – 334
- verslikken in de eerste ontlasting (meconiumaspiratie) – 325
- lekkende mitraalklep (mitralisinsufficiëntie) – 319
- schouderdystocie – 306
- gebruik van poppers (alkylnitriet) – 303
- pernicieuze anemie – 294
- ventrikelseptumdefect – 268
- verzuring door alcoholgebruik (alcoholische ketoacidose) – 230
- uitstulping van de hersenen door het achterhoofdsgat (hernia cerebri) – 226
- spanningspneumothorax – 225
- status asthmaticus – 223
- chemische pneumonitis – 217
- alcoholonttrekkingsdelier (delirium tremens) – 202
- lymfangitis carcinomatosa – 197
- longabces (pulmonaal abces) – 196
- ernstige warmtestuwing (hitteberoerte) – 182
- onderkoeling (hypothermie) – 178
- circulaire ademhaling – 176
- te veel kooldioxide in het bloed (hypercapnie) – 152
- verwonding aan de lever (leverletsel) – 152
- verzuring door suikerziekte (diabetische ketoacidose) – 140
- gescheurde milt door ongeval of verwonding (traumatische miltruptuur) – 134
- hartaanval van de achterwand van het hart (achterwandinfarct) – 133
- verzuring door ophoping van melkzuur (lactaatacidose) – 130
- ontsteking van de hersenen (encefalitis) – 124
- serotoninesyndroom – 123
- neonatale sepsis door groep B streptokokken – 108
- pneumomediastinum – 106
- vena cava superior syndroom – 105
- placentaloslating (abruptio placentae) – 103
- heroïne-abstinentiesyndroom – 101
Zeldzame oorzaken van snelle ademhaling (<100/jaar)
- veteranenziekte (legionella-pneumonie) – 91
- ophoping van bloed in de borstholte (hematothorax) – 85
- Addison crisis (acute bijnierschorsinsufficiëntie) – 74
- kraamvrouwenkoorts (maternale sepsis) – 69
- verlamming van het middenrif (diafragmaparalyse) – 68
- open buis van Eustachius (open tuba syndroom) – 62
- bloedvergiftiging bij pasgeboren baby (neonatale sepsis) – 62
- congenitale hernia diafragmatica (Bochdalek hernia) – 60
- longontsteking door Pneumocystis (Pneumocystis pneumonie) – 53
- ziekte van Bornholm – 53
- feochromocytoom – 48
- spontaan gescheurde milt (spontane miltruptuur) – 48
- overdosis acetylsalicylzuur (salicylaatintoxicatie) – 47
- bloedvergiftiging door Streptococcus pyogenes (Streptococcus pyogenes sepsis) – 39
- postural orthostatic tachycardia syndrome – 37
- gaatje in de slokdarm (oesofagusperforatie) – 36
- gescheurde baarmoeder (uterusruptuur) – 31
- verhoogde druk in de longslagader door onbekende oorzaak (primaire pulmonale hypertensie) – 29
- aangeboren atelectase (congenitale atelectase) – 28
- hoogtelongoedeem – 27
- toxische-shocksyndroom (toxic shock syndrome) – 26
- vernauwing van de liesslagader door een bloedstolsel (tromboembolie van de arteria iliaca) – 26
- longontsteking met ophoping van eosinofiele bloedcellen (acute eosinofiele pneumonie) – 24
- aspergillose van de longen (invasieve pulmonale aspergillose) – 17
- paradichloorbenzeen vergiftiging (paradichloorbenzeen intoxicatie) – 16
- hart met onderontwikkelde linker kamer (hypoplastisch linkerhart syndroom) – 15
- hersenvliesontsteking door virussen (virale meningitis) – 15
- hartzwakte rond de bevalling (peripartum-cardiomyopathie) – 13
- stoflongen (chronische silicose) – 13
- adrenerg postprandiaal syndroom (adrenerg postprandiaal syndroom) – 13
- Lady Windermere-syndroom (pulmonale Mycobacterium avium complex infectie) – 12
Extreem zeldzame oorzaken van snelle ademhaling (<10/jaar)
- hersenabces (cerebraal abces) – 10
- maligne hyperthermie – 9
- papegaaienziekte (psittacose) – 9
- proximale renale tubulaire acidose (type 2 renale tubulaire acidose) – 9
- stapeling van eiwitten in de longblaasjes (pulmonale alveolaire proteïnose) – 8
- abnormale longvenedrainage (anomalie van de pulmonale veneuze vaten) – 8
- gescheurde slokdarm (oesofagusruptuur) – 7
- vuurspuwerslong (lipoïde pneumonitis) – 6
- hersenvliesontsteking door herpesvirus (virale meningitis door herpesvirus) – 6
- persisterende truncus arteriosus – 6
- hantavirus-infectie – 5
- allergisch astma door Aspergillus (Aspergillus-astma) – 5
- distale renale tubulaire acidose – 4
- lactobezoar – 4
- primaire amyloïdose – 4
- aangeboren herpesinfectie (congenitale herpes) – 3
- syndroom van Da Costa – 3
- acute intermitterende porfyrie – 3
- vastzittende ontlasting bij pasgeboren baby (meconiumileus) – 3
- hernia diafragmatica met intrathoracale buikorganen – 3
- syndroom van Jeune – 3
- barotrauma van de long (pulmonaal barotrauma) – 3
- blauwzuurvergiftiging (cyanide intoxicatie) – 3
- verwonding van de hersenen (hersenletsel) – 3
- vruchtwaterembolie – 3
- luchtembolie – 3
- ziekte van Hirschsprung (congenitaal megacolon) – 2
- syndroom van Plummer-Vinson – 2
- HSE-syndroom (hemorragische shock encefalopathie-syndroom) – 2
- scimitar-syndroom (partiële anomalie van de pulmonale veneuze vaten) – 2
- tubulointerstitiële nefritis met uveïtis (tubulointerstitiële nefritis met uveïtis) – 2
- niet aangelegde tricuspidaalklep (tricuspidalisatresie) – 2
- aconitine-vergiftiging (aconitine-intoxicatie) – 2
- maligne antipsychoticasyndroom – 2
- koolstofdioxidevergiftiging (exogene CO2-intoxicatie) – 2
- tekort aan het enzym fructose difosfatase (fructose difosfatase deficiëntie) – 2
- aangeboren uitstulping aan de voorkant van het middenrif (congenitale hernia diafragmatica (Morgagni hernia)) – 1,4
- tekort aan het enzym pyruvaatdecarboxylase – 1,3
- neuroendocrine cell hyperplasia of infancy – 0,9
- leukostase in de long (pulmonaire leukostase) – 0,9
- neonatal severe primary hyperparathyroidism – 0,8
- tekort aan het enzym arginosuccinaatlyase (arginosuccinaatlyase deficiëntie) – 0,7
- syndroom van Pitt-Hopkins – 0,7
- verstopping van de longaderen (pulmonale veno-occlusieve ziekte) – 0,6
- citrullinemie type 1 (argininesuccinaat synthetase deficiëntie) – 0,5
- syndroom van Rett – 0,5
- verbinding tussen grote lichaamsslagader en longslagader (aortopulmonaal septumdefect) – 0,4
- difterie – 0,4
- endemische vlektyfus – 0,4
- tekort aan het enzym N-acetylglutamaatsynthetase (NAGS-deficiëntie) – 0,3
- tekort aan het enzym succinyl-CoA-acetoacetaat-transferase (SCOT-deficiëntie) – 0,3
- ontsteking van de hersenstam (Bickerstaff) (hersenstamencefalitis van Bickerstaff) – 0,2
- melioïdose – 0,2
- erfelijke fructose-intolerantie (hereditaire fructose-intolerantie) – 0,1
- ziekte van Batten (juveniele neuronale ceroïdlipofuscinose) – 0,1
- syndroom van Leigh – 0,1
- syndroom van Joubert – 0,1
- eastern equine encephalitis – 0,1
- porfyrie door een tekort aan het enzym ALA dehydratase (porfyrie door ALA dehydratase deficiëntie) – 0,01
Engelse vertaling
tachypnea (USA), tachypnoea (UK)
ICD10-code
R06.0
Synoniemen
Andere namen voor snelle ademhaling zijn snel ademhalen, snelle ademhaling, sneller ademen, sneller ademhalen, versneld ademen, versneld ademhalen, tachypnoe, tachypneu, versnelde ademhaling, hoge ademfrequentie, hoge ademhalingsfrequentie, verhoogde ademfrequentie, verhoogde ademhalingsfrequentie, snel ademen, en tachypnoea.