Bijgewerkt op 31 augustus 2021 door Simpto.nl
Ontlasting niet op kunnen houden
Ongeveer 10% van alle mensen krijgt er een keer mee te maken: incontinentie voor ontlasting. Daarmee is het niet op kunnen houden van de ontlasting een veel voorkomend probleem. Mensen die hiermee te maken hebben praten er echter – vaak uit schaamte – niet makkelijk over. De medische term voor het niet op kunnen houden van de ontlasting is incontinentia alvi.
Ontlasting niet op kunnen houden – oorzaken
De onderstaande ziekten en condities kunnen ontlastingsverlies veroorzaken. Het getal achter de diagnose geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks vanwege die aandoening last heeft van ongewild ontlastingsverlies.
- inwendige aambei (interne hemorroïd) – 9.400
- encoprese door verstopping (retentieve encoprese) – 6.375
- operatie aan de anus (postoperatief na anusoperatie) – 4.875
- herseninfarct (cerebraal infarct) – 3.450
- scheur in de sluitspier van de anus (anale sfincter ruptuur) – 2.560
- operatie aan de prostaat – 2.000
- scheur van het perineum (perineumruptuur) – 1.860
- aantasting van het perifere zenuwstelsel (perifere neuropathie) – 1.750
- operatie aan de endeldarm (postoperatief na rectumoperatie) – 1.750
- bloedpropje in de hersenen (hersenembolie) – 1.320
- uitwendige aambei (externe hemorroïd) – 900
- vastzittende ontlasting (fecale impactie) – 611
- verzakking van de endeldarm in de vagina (rectocele) – 500
- vegetatieve toestand (vegetatieve status) – 474
- aanhoudende diarree (chronische diarree) – 450
- steenharde ontlasting in de endeldarm (fecoliet) – 450
- TIA (Transient Ischemic Attack) – 375
- gegeneraliseerde epileptische aanval (gegeneraliseerd tonisch-clonisch insult) – 300
- abces bij de anus (perianaal abces) – 264
- bestraling voor prostaatkanker (radiotherapie voor prostaatcarcinoom) – 240
- slijtage van de nekwervels (cervicale spondylose) – 188
- gebruik van orlistat (Xenical) – 110
- caudasyndroom (cauda equina syndroom) – 96
- ruggenmerginfarct – 90
- normale druk hydrocefalie (normal pressure hydrocephalus) – 90
- colitis ulcerosa – 88
- verzakking van de dunne darm in de vagina (enterocele) – 80
- ontsteking van de endeldarm (proctitis) – 60
- beschadiging van het ruggenmerg (ruggenmergletsel) – 56
- beknelling van het ruggenmerg op borsthoogte (thoracale myelopathie) – 50
- uitgezette endeldarm (megarectum) – 50
- ziekte van Pick (frontotemporale dementie) – 48
- descending perineum syndroom – 30
- verzakking van de endeldarm uit de anus (rectumprolaps) – 30
- ziekte van Hirschsprung (congenitaal megacolon) – 29
- ziekte van Crohn (enteritis regionalis) – 29
- beschadiging van de N. pudendus bij de bevalling (beschadiging van de N. pudendus bij de bevalling) – 28
- anuskanker (anuscarcinoom) – 28
- multiple sclerose – 28
- gezwel van het ruggenmerg (spinale tumor) – 27
- open ruggetje (spina bifida) – 27
- bloeding in het wervelkanaal (spinaal epiduraal hematoom) – 25
- na bestraling in het anusgebied (bijv. voor prostaatkanker) – 25
- uitzaaiingen in de hersenvliezen (meningeale metastasen) – 21
- overgevoelig voor pinda’s (pinda-allergie) – 18
- meervoudige systeematrofie (multisysteematrofie) – 18
- veteranenziekte (legionella-pneumonie) – 16
- syndroom van Guillain-Barré – 13
- beknelling van zenuwen in het onderlijf (beknelling van de N. pudendus) – 11
- tethered cord syndroom – 10
- myelitis transversa – 9
- gebruik van Constella (linaclotide) – 8
- epiduraal abces – 8
- aantasting van de darm door HIV-infectie (HIV-enteropathie) – 6
- MELAS-syndroom – 6
- ziekte van Strümpell (hereditaire spastisch parese) – 6
- uitpuilen van het ruggenmerg op borsthoogte (anterieure thoracale transdurale ruggenmergherniatie) – 5
- syndroom van Foix-Alajouanine – 4
- aantasting van het ruggenmerg door bestraling – late vorm (radiatiemyelopathie – late vorm) – 4
- spirochetose van de darmen (intestinale spirochetose) – 4
- vertraagde post-hypoxische leukencefalopathie – 3
- ruggenmergabces (intraspinaal abces) – 2
- gebruik van macrogol (Forlax) – 2
- sclerodermie (systemische sclerose) – 2
- syndroom van Zuelzer-Wilson – 1,4
- melanoom bij de anus (anorectaal melanoom) – 1,3
- acute intermitterende porfyrie – 1,1
- syndroom van Heller (desintegratiestoornis van de kinderleeftijd) – 0,9
- mixed connective tissue disease – 0,9
- maligne antipsychoticasyndroom – 0,8
- tropische spastische paraparese – 0,8
- verbinding tussen een slagader en een ader in de wervelkolom (spinale durale arterioveneuze fistel) – 0,7
- ziekte van Creutzfeldt-Jakob – 0,6
- ziekte van Devic (neuromyelitis optica) – 0,5
- Brainerd’s diarrhea (postinfectieuze diarree) – 0,5
- duikersziekte (decompressieziekte) – 0,2
- VIPoom – 0,2
- tetanus – 0,2
- syndroom van Susac (retinocochleacerebrale vasculopathie) – 0,03
- porfyrie door een tekort aan het enzym ALA dehydratase (porfyrie door ALA dehydratase deficiëntie) – 0,01
Ontlasting niet op kunnen houden – behandeling
In eerste instantie is het van belang om de oorzaak van het verlies van ontlasting te achterhalen. Naast het behandelen van de oorzaak zijn er een aantal maatregelen en behandelingen die gericht zijn op het tegengaan van het verlies van ontlasting.
Synoniemen ongewild verlies van ontlasting
- encopresis
- broekpoepen
- fecale incontinentie
- ontlastingsincontinentie
- poep in de broek
- ontlasting niet op kunnen houden
- ontlastingsverlies
- ontlasting laten lopen
- in de broek poepen
- anale incontinentie
- faecale incontinentie
- ongewild verlies van ontlasting
- encoprese
- ongewild ontlastingsverlies
- ongewild verlies ontlasting
- ongewenst verlies van ontlasting
- in de broek doen
- incontinent voor ontlasting
- incontinentie voor ontlasting
- poep niet op kunnen houden
- ontlasting niet goed op kunnen houden
- ongewenst verlies van faeces
- incontinent voor faeces
- ongewenst ontlasting verliezen
- incontinentia alvi
- bevuilen
- bevuiling
- zichzelf bevuilen
Engelse vertaling
Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 21 oktober 2015
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 20 maart 2017