Bijgewerkt op 16 mei 2024
Wat is obstipatie?
Obstipatie betekent dat je minder vaak moet poepen. Het wordt ook wel verstopping, darmverstopping of constipatie genoemd. Obstipatie is een van de meest voorkomende medische klachten.
Hoe vaak de ontlasting komt is voor iedereen verschillend. Sommige mensen hebben niet elke dag ontlasting, anderen drie keer per dag. Officieel wordt gesproken van obstipatie als je minder dan drie keer per week moet poepen.
Als de klachten van obstipatie langer dan drie maanden aanhouden wordt gesproken van aanhoudende verstopping of chronische obstipatie.
Hoe vaak komt ’t voor?
Obstipatie komt zeer vaak voor. Geschat wordt dat 30-40% van de mensen er wel eens last van krijgt.
Bij wie?
Verstopping van de darm kan eigenlijk bij iedereen voorkomen. Dat betekent dat ook baby’s en jonge kinderen er last van kunnen hebben. Over het algemeen komt obstipatie iets vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
Welke oorzaken zijn er?
Er zijn heel veel verschillende oorzaken voor het minder vaak komen van de ontlasting. De meest voorkomende oorzaken zijn (1) te weinig drinken, (2) te weinig bewegen, en (3) voeding die weinig voedingsvezels bevat. Dit zijn gelukkig oorzaken waar je zelf iets aan kunt doen.
Daarnaast zijn er nogal wat ziektebeelden die darmverstopping kunnen geven. Bekende voorbeelden zijn spastische dikke darm, divertikelziekte van de darm (diverticulose), een traag werkende schildklier (hypothyreoïdie) en darmkanker.
Ook wordt verstopping regelmatig veroorzaakt door gebruik van bepaalde geneesmiddelen en drugs. Ten slotte kan zwangerschap ook leiden tot obstipatie.
Kijk voor een compleet overzicht met meer dan 400 verschillende oorzaken voor obstipatie onderaan deze webpagina. Als geen oorzaak voor de darmverstopping wordt gevonden wordt gesproken van idiopathische obstipatie.
Welke symptomen geeft het?
Behalve dat de ontlasting minder vaak komt kan darmverstopping ook tot andere klachten leiden, namelijk:
- doordat de ontlasting langer in de darm blijft zitten wordt deze ingedikt. Hierdoor wordt de ontlasting vaak harder;
- doordat de ontlasting hard wordt kan het nodig zijn om te persen; hierdoor kan het poepen ook pijn doen; soms kunnen er zelfs scheurtjes aan de anus ontstaan; dit worden ‘anuskloofjes’ of ‘anusfissuren‘ genoemd; andersom kunnen anuskloofjes ook obstipatie veroorzaken of verergeren; de kloofjes doen namelijk pijn waardoor poepen erg onaangenaam wordt en daardoor vaak uitgesteld.
- ophoping van ontlasting in de darm kan leiden tot buikpijn of buikkrampen;
- soms kun je het gevoel hebben dat je niet alles uitgepoept hebt;
- soms kan steenharde ontlasting in de endeldarm ontstaan. Dit wordt fecoliet genoemd.
Bij laboratoriumonderzoek kan het urobilinogeen gehalte in de urine verhoogd zijn. Dat komt doordat de ontlasting bij mensen met darmverstopping langer in de darm blijft. De bilirubine die via de gal wordt uitgescheiden in de darm blijft daardoor ook langer in de darm. Daardoor is er meer tijd beschikbaar voor darmbacteriën om bilirubine om te zetten in urobilinogeen, en vervolgens om het urobilinogeen op te nemen in het bloed.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Het is niet moeilijk om zelf de diagnose ‘verstopping’ te stellen. Als de ontlasting minder vaak komt – minder dan drie keer per week – wordt gesproken van ‘obstipatie’.
Wanneer je met je klacht naar de huisarts gaat zal deze ook op grond van de klachten de diagnose ‘obstipatie’ kunnen stellen. Obstipatie is echter geen ziekte maar een symptoom. Vaak zal de arts daarom doorvragen om erachter te komen wat de oorzaak van de verstopping is. Zo kan gevraagd worden naar de voeding, de hoeveelheid vocht die dagelijks wordt ingenomen, het gebruik van geneesmiddelen en de mate van lichamelijke activiteit.
Soms kunnen bij lichamelijk onderzoek afwijkingen worden gevonden die obstipatie kunnen geven. Zo kunnen bij de anus soms anuskloofjes worden gezien. Anuskloofjes kunnen zowel de oorzaak als het gevolg zijn van darmverstopping.
Eventueel kan de arts aanvullend onderzoek aanvragen om zeldzamere oorzaken op het spoor te komen.
Behandeling obstipatie
Wat kun je zelf doen?
Vaak kun je obstipatieklachten zelf goed behandelen door aanpassingen van dieet en levensstijl. Probeer de onderstaande adviezen te volgen.
Leefstijladviezen
Meer bewegen
Verstopping van de darm wordt vaak veroorzaakt door gebrek aan beweging. Het advies is daarom meer te bewegen. Probeer in ieder geval elke dag minimaal 30 minuten te wandelen in stevig tempo. Lukt dat niet, probeer dan thuis meer te bewegen.
Meer drinken
Water houdt de ontlasting dun en gaat daardoor obstipatie tegen. Drink daarom minimaal 1,5 tot 2 liter op een dag. Drink niet alleen koffie, maar ook eens een glas water tussendoor.
Aanpassen dieet
Veel mensen eten voedsel waar weinig voedingsvezels in zitten. Dit kan eenvoudig worden aangepast door een aantal dieetmaatregelen te nemen.
Tips voor een vezelrijke voeding:
- Vervang gewoon brood vaker door volkoren brood;
- Neem eens een bakje yoghurt met müesli;
- Eet voldoende verse groente en vers fruit;
- Voeg extra vezels (bijvoorbeeld granen) toe aan het toetje;
- Neem vaker producten waarvan bekend is dat ze veel voedingsvezels bevatten. Zie afbeelding hieronder.
Zelfzorgmiddelen
Als adviezen niet of onvoldoende helpen kunnen zelfzorgmiddelen worden gebruikt.
Er zijn verschillende producten beschikbaar waarvoor geen doktersrecept nodig is. Hieronder een overzicht van zelfzorgmiddelen tegen obstipatie. De meeste producten werken doordat ze de hoeveelheid vocht in de ontlasting verhogen. Hierdoor wordt de ontlasting zachter en kan zo makkelijker de darm passeren.
Bij gebruik van onderstaande middelen is het van belang om goed te blijven drinken. Hou er ook rekening mee dat de ontlasting meestal niet direct weer op gang komt. Dat kan één tot enkele dagen duren.
Middelen die vocht opnemen
Psylliumzaad
Psylliumzaad bevat veel natuurlijke vezels. Producten die psylliumzaad bevatten zorgen ervoor dat de ontlasting vocht vasthoudt. De ontlasting wordt hierdoor zachter en zal makkelijker de darm passeren.
Sterculiagom
Producten die sterculiagom bevatten werken op dezelfde manier als psylliumzaad.
Middelen die vocht aantrekken
Lactulose
Lactulose trekt vocht aan. Dat betekent dat in de darmen de ontlasting zich gaat mengen met dit vocht. Hierdoor zal de ontlasting zachter worden en makkelijke de darm passeren.
Macrogol
Producten die macrogol bevatten werken op dezelfde manier als lactulose. Ze zorgen ervoor dat de ontlasting dunner wordt en zo makkelijker de darm passeert.
Middelen die de darmwand prikkelen
Producten die bisacodyl of senna bevatten prikkelen de darmwand. De darmwand gaat hierdoor meer vocht aanmaken. Het vocht mengt zich in de darm met de ontlasting waardoor deze zachter wordt.
Klysma / microklysma
Een klysma is een tubetje met vloeistof dat direct in de anus wordt ingebracht. De vloeistof mengt zich met de ontlasting en maakt deze zachter.
Wat kan de arts doen?
Naast het geven van adviezen kan de arts geneesmiddelen voorschrijven tegen obstipatie. Dergelijke middelen worden laxeermiddelen of laxantia genoemd. Als er sprake is van aanhoudende obstipatie zal de arts willen weten of een ziekte de oorzaak van de verstopping is. Er kan dan aanvullend onderzoek worden gedaan om erachter te komen of dat zo is. Welk onderzoek zal worden gedaan hangt af van de mogelijke oorzaken waar de arts aan denkt.
Engelse vertaling
constipation
ICD10-code
K59.0
Lijst van oorzaken
Er zijn meer dan 400 verschillende oorzaken voor obstipatie. Sommige oorzaken komen zeer vaak voor, anderen zijn zeer zeldzaam. Hieronder een uitgebreide lijst van mogelijke oorzaken. Het getal achter de oorzaak is een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak darmverstopping krijg.
Oorzaken obstipatie >10.000/jaar
- divertikelziekte van de dikke darm (diverticulose van het colon) – 46.070
- zwangerschap (graviditeit) – 34.200
- vakantieverstopping – 23.250
- vezelarme voeding (vezelarm dieet) – 23.000
- gebruik van ijzertabletten – 16.650
- ontstoken keelamandelen (acute tonsillitis) – 14.000
- stress (psychische of emotionele stress) – 13.000
- spastische dikkedarm (prikkelbare darm syndroom) – 11.111
- getromboseerde aambei (getromboseerd hemorroïd) – 10.200
Oorzaken obstipatie >1.000/jaar
- verklevingen in de buik (adhesies in de buikholte) – 9.900
- aantasting van het perifere zenuwstelsel (perifere neuropathie) – 9.800
- depressie (depressieve stoornis) – 9.000
- encoprese door verstopping (retentieve encoprese) – 7.676
- ziekte van Hashimoto (auto-immuun thyreoïditis) – 7.395
- uitdroging (dehydratie) – 5.400
- premenstrueel syndroom (premenstruele stoornis) – 5.200
- vleesboom (myoma uteri) – 5.200
- verhoogd calcium gehalte in het bloed (hypercalciëmie) – 5.184
- gebruik van diclofenac (Voltaren, Cataflam, Arthrotec) – 5.000
- anuskloofje (fissura ani) – 4.900
- functionele verstopping (chronische functionele obstipatie) – 4.900
- ontstoken divertikel (acute diverticulitis) – 4.365
- galsteenaanval (galsteenkoliek) – 4.270
- stoppen met het gebruik van SSRI’s (SSRI onttrekkingssyndroom) – 4.000
- gebruik van geneesmiddelen tegen psychoses (gebruik van antipsychotica) – 3.600
- heroïneverslaving (heroïne-addictie) – 3.450
- verlamming van de darm (paralytische ileus) – 3.404
- gebruik van aluminiumhydroxide (Algeldraat) – 3.250
- gebruik van omeprazol (Losec) – 3.000
- fecoliet (steenharde ontlasting in de endeldarm) – 2.500
- dikkedarmkanker (coloncarcinoom) – 2.460
- chronische hyperventilatie (chronische hyperventilatie syndroom) – 2.400
- vastzittende ontlasting (fecale impactie) – 2.393
- obstructieve defecatiepatroon – 2.156
- gebruik van antikankermiddelen (chemotherapie) – 2.000
- te weinig lichaamsbeweging (inactiviteit) – 2.000
- verzakking van de endeldarm in de vagina (rectocele) – 1.810
- gebruik van sint-janskruid – 1.600
- gebruik van prednisolon (Diadreson-F) – 1.500
- weinig drinken – 1.500
- gebruik van ibuprofen (Brufen) – 1.480
- ziekte van Parkinson (morbus Parkinson) – 1.413
- vroeggeboorte (prematuriteit) – 1.350
- boulimie (bulimia nervosa) – 1.320
- aantasting van de zenuwen door langdurig alcoholgebruik (alcoholische neuropathie) – 1.050
- gebruik van heroïne (heroïnegebruik) – 1.050
Oorzaken obstipatie >100/jaar
- gebruik van naproxen (Aleve, Femex, Naprosyne, Naprovite) – 1.000
- blindedarmontsteking (acute appendicitis) – 990
- abces bij de anus (perianaal abces) – 946
- gebruik van morfine – 940
- verlaagd kalium gehalte in het bloed (hypokaliëmie) – 900
- uitgezette dikke darm (megacolon) – 852
- ineengeschoven darm (invaginatie van de darm) – 792
- ontsteking van de alvleesklier (acute pancreatitis) – 788
- syndroom van Wernicke-Korsakoff – 750
- osteitis fibrosa cystica – 736
- niersteenaanval (niersteenkoliek) – 720
- gebruik van esomeprazol (Nexium) – 700
- gebruik van tramadol (Tramagetic) – 700
- gebruik van paroxetine (Seroxat) – 660
- gebruik van middelen die codeïne bevatten – 650
- afsluiting van de dunne darm door verklevingen (strengileus) – 616
- verzakking van de baarmoeder (uterusprolaps) – 605
- ontsteking van het baarmoederslijmvlies (endometritis) – 600
- gebruik van pravastatine (Selektine) – 510
- gebruik van ciprofloxacine (Ciproxin) – 500
- koemelkeiwitallergie – 500
- afsluiting van de dunne darm (mechanische ileus van de dunne darm) – 484
- aantasting van de zenuwen door suikerziekte (diabetische neuropathie) – 480
- zweer van de dunne darm (ulcus duodeni) – 480
- afsluiting van de dikke darm (mechanische ileus van het colon) – 440
- gebruik van tiotropium (Spiriva) – 440
- draaiing van het laatste deel van de dikke darm (volvulus van het sigmoid) – 422
- goedaardig gezwel van de bijschildklier (bijschildklieradenoom) – 405
- gebruik van atorvastatine (Lipitor) – 400
- te snel werkende bijschildklier (hyperparathyreoïdie) – 390
- gebruik van nifedipine (Adalat) – 375
- poliep in de dikke darm (polyposis coli) – 375
- gebruik van rosuvastatine (Crestor) – 360
- gebruik van azitromycine (Zithromax) – 350
- psychotische depressie (depressie met psychotische kenmerken) – 350
- endeldarmkanker (rectumcarcinoom) – 336
- gebruik van Omnic (tamsulosine) – 336
- obstructed defecation – 330
- gebruik van atenolol (Tenormin) – 320
- gebruik van fluconazol (Diflucan) – 300
- naar achteren gekantelde baarmoeder (retroversie van de uterus) – 300
- ALS (amyotrofische lateraalsclerose) – 296
- slecht werkende bijnieren door geneesmiddelen (geneesmiddelen-geïnduceerde bijnierschorsinsufficiëntie) – 295
- eierstokkanker (ovariumcarcinoom) – 294
- gebruik van diclofenac (Voltaren, Cataflam, Arthrotec) – 250
- gebruik van alendroninezuur (Fosamax) – 250
- vitamine D-vergiftiging (hypervitaminose D) – 245
- buikvliesontsteking (peritonitis) – 240
- gebruik van bisfosfonaten – 240
- gebruik van pantoprazol (Pantozol) – 232
- ziekte van Henoch-Schönlein (IgA vasculitis) – 222
- buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra-uteriene graviditeit) – 210
- gebruik van claritromycine (Klacid) – 203
- gebruik van mirtazapine (Remeron) – 200
- gebruik van pethidine – 200
- vernauwing van de anus (verworven anusstenose) – 198
- gebruik van fentanyl tabletten of zuigtabletten (Abstral, Actiq, Breakyl, Effentora, Recivit) – 190
- gebruik van Zaldiar (tramadol + paracetamol) – 180
- gebruik van ranitidine (Zantac) – 180
- aantasting van dunne zenuwvezels (dunnevezelneuropathie) – 163
- overgevoelig voor gluten (coeliakie) – 154
- erfelijke dikkedarmkanker (hereditair non-polyposis colorectaal carcinoom) – 144
- gebruik van Avastin (bevacizumab) – 130
- gebruik van clomipramine – 120
- gebruik van Zyprexa (olanzapine) – 120
- menstruatiepijn zonder onderliggende oorzaak (primaire dysmenorroe) – 120
- lewy-lichaampjesdementie (Lewy body-dementie) – 116
- ziekte van Crohn (enteritis regionalis) – 115
- gebruik van varenicline (Champix) – 105
- ontsteking van de darmen door bestraling (bestralingsenteritis) – 104
Oorzaken obstipatie >10/jaar
- gebruik van risedroninezuur (Actokit, Actonel) – 100
- descending perineum syndroom – 100
- gebruik van vincristine (Oncovin) – 100
- voorwerp in de dunne darm (corpus alienum in de dunne darm) – 100
- bezoar – 96
- draaiing van de ingewanden (volvulus) – 95
- gebruik van basiliximab (Simulect) – 90
- gebruik van amitriptyline (Tryptizol, Sarotex) – 90
- te langzaam werkende schildklier door oorzaak buiten de schildklier (secundaire hypothyreoïdie) – 87
- syndroom van Ogilvie (idiopathische intestinale pseudo-obstructie) – 76
- gebruik van amfetamine (speed) – 75
- ontsteking van de galblaas (acute cholecystitis) – 74
- gebruik van etidroninezuur (Didrokit, Didronel) – 70
- gebruik van imipramine – 70
- overdosis lithium (lithiumintoxicatie) – 68
- gebruik van clozapine (Leponex) – 65
- ontsteking van de endeldarm (proctitis) – 65
- necrotiserende enterocolitis – 64
- bijschildklierhyperplasie – 62
- gebruik van loperamide (Imodium) – 60
- gebruik van oxazepam (Seresta) – 60
- schijnzwangerschap (pseudocyesis) – 60
- toxisch megacolon – 57
- gebruik van cabergoline (Dostinex) – 57
- gebruik van memantine (Ebixa, Nemdatine en merkloos) – 55
- voedingsstoornis op zuigelingenleeftijd of vroege kinderleeftijd – 55
- infectie door Blastocystis hominis (blastocystose) – 53
- operatie aan de buik – 50
- endometriose – 48
- operatie aan de slokdarm (oesofagusoperatie) – 48
- anuskanker (anuscarcinoom) – 46
- beschadiging van het ruggenmerg (ruggenmergletsel) – 45
- autonome neuropathie – 44
- doorgebroken divertikelontsteking (geperforeerde diverticulitis) – 43
- verwonding aan de urinewegen (letsel van de urinewegen) – 41
- gebruik van risperidon (Risperdal) – 40
- gebruik van Seroquel (quetiapine) – 40
- gebruik van Strattera (atomoxetine) – 40
- spontane buikvliesontsteking door bacteriën (spontane bacteriële peritonitis) – 40
- bacteriële overgroei in de dunne darm) – 40
- niet-gedraaide dikke darm (malrotatie van het colon) – 40
- gebruik van rituximab (MabThera) – 39
- herpes van de endeldarm (herpetische proctitis) – 39
- niet aangelegde anus (anusatresie) – 38
- te langzaam werkende schildklier door bestraling in het halsgebied (radiotherapie-geïnduceerde hypothyreoïdie) – 38
- gebruik van fosinopril (Monopril) – 35
- beklemde dijbreuk (beklemde hernia femoralis) – 35
- ziekte van Hirschsprung (congenitaal megacolon) – 33
- gebruik van fluvastatine – 30
- gebruik van cholestyramine – 30
- gebruik van clodroninezuur (Bonefos, Ostac) – 30
- gebruik van Instanyl (intranasale fentanyl spray) – 30
- gebruik van venlafaxine (Efexor) – 30
- erfelijke cystenieren (dominant overerfbaar) (hereditaire cystenieren (autosomaal dominant)) – 30
- meervoudige systeematrofie (multisysteematrofie) – 30
- multiple sclerose – 29
- gebruik van carbamazepine (Tegretol) – 28
- gebruik van pemetrexed (Alimta) – 28
- gebruik van sofosbuvir (Sovaldi) – 26
- gebruik van gemfibrozil – 26
- gebruik van sotalol (Sotacor) – 25
- gebruik van promethazine – 25
- verzakking van de endeldarm uit de anus (rectumprolaps) – 25
- draaiing van de blinde darm (volvulus van het caecum) – 24
- gebruik van Zyprexa (olanzapine) – 24
- haarbal (trichobezoar) – 24
- gebruik van chloorpromazine zetpil – 24
- toediening van fentanyl – 23
- verzakking van de dunne darm in de vagina (enterocele) – 23
- abnormaal lange dikke darm (dolichocolon) – 22
- gebruik van Xarelto (rivaroxaban) – 21
- gebruik van levofloxacine tabletten – 20
- gebruik van pamedroninezuur (Pamipro) – 20
- gebruik van Sabril (vigabatrine) – 20
- gebruik van Victoza (liraglutide) – 20
- aangeboren hypothyreoïdie (congenitale hypothyreoïdie) – 20
- spastische bekkenbodem syndroom – 19
- kanker van het baarmoederslijmvlies (endometriumcarcinoom) – 18
- afsluiting van de blinde darm (mechanische ileus van het caecum) – 18
- gebruik van axitinib (Inlyta) – 17
- taaislijmziekte (cystische fibrose) – 17
- gebruik van Adenuric® (febuxostat) – 17
- gebruik van Ammonaps (fenylbutyraat) – 16
- niercelkanker (niercelcarcinoom) – 16
- infectie van de darm door cytomegalovirus (CMV-enteritis) – 16
- gebruik van zoledroninezuur (Aclasta) – 15
- gebruik van zoledroninezuur (Zometa) – 15
- hernia van de buikwand – 15
- bloedvergiftiging door streptokokken bij pasgeboren baby’s (neonatale sepsis door groep B streptokokken) – 15
- gebruik van Perjeta (pertuzumab) – 15
- syndroom van Sheehan (postpartum hypopituïtarisme) – 15
- gebruik van Halaven (eribulin) – 14
- gebruik van rabeprazol – 14
- gebruik van Implanon / Implanon NXT – 14
- gebruik van methadon – 14
- ontsteking van het vetweefsel rond de darm (panniculitis mesenterica) – 13
- te langzaam werkende schildklier door geneesmiddel (geneesmiddelen-geïnduceerde hypothyreoïdie) – 13
- gebruik van lenalidomide (Revlimid) – 13
- syndroom van Elsberg (urineretentie door sacrale myeloradiculitis bij HSV-type 2 infectie) – 13
- vernauwing van de maaguitgang (verworven pylorusstenose) – 12
- MELAS-syndroom – 12
- loodvergiftiging (chronische loodintoxicatie) – 12
- gebruik van octreotide (Sandostatine, Siroctid) – 11
- baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom) – 11
- erfelijke eierstokkanker (hereditair ovariumcarcinoom) – 11
- gebruik van clonidine (Dixarit) – 11
Oorzaken obstipatie >1/jaar
- gebruik van Emselex (darifenacine) – 10
- gebruik van ibandroninezuur (Bonviva, Bondenza, etc.) – 10
- perifere diabetes insipidus – 10
- gebruik van roxitromycine – 10
- feochromocytoom – 10
- gebruik van pembrolizumab (Keytruda) – 9
- syndroom van Rett – 9
- gebruik van Arcoxia (etoricoxib) – 9
- syndroom van Chilaiditi (hepatodiafragmatische interpositie) – 9
- gebruik van Trulicity (dulaglutide) – 9
- carcinoïd – 8
- syndroom van Guillain-Barré – 8
- infectie met Strongyloides stercoralis (strongyloidiasis) – 8
- gebruik van Glivec (imatinib) – 8
- gebruik van misoprostol (Cytotec) – 8
- gebruik van methyldopa – 8
- neuronal intestinal dysplasia type B – 7
- acute intermitterende porfyrie – 7
- gebruik van pregabaline (Lyrica) – 7
- gebruik van Spiolto Respimat (combinatie tiotropium / olodaterol per inhalatie) – 7
- verwonding aan de nier (nierletsel) – 7
- gebruik van Invokana (canagliflozine) – 7
- gebruik van Mimpara (cinacalcet) – 7
- buiktyfus – 7
- gebruik van baclofen – 7
- ziekte van Addison (primaire bijnierschorsinsufficiëntie) – 7
- granulosaceltumor – 6
- gebruik van Anoro (umeclidinium + vilanterol) – 6
- gebruik van zoledroninezuur (Aclasta) – 6
- gebruik van zoledroninezuur (Zometa) – 6
- gebruik van Rupafin (rupatadine) – 6
- gebruik van chloorpromazine (Largactil) – 6
- aangeboren middenrifverslapping (congenitale relaxatio diaphragmatica) – 6
- gebruik van Betmiga (mirabegron) – 6
- sarcoom van de baarmoeder (uterussarcoom) – 6
- verworven middenrifverslapping (verworven relaxatio diaphragmatica) – 6
- gebruik van biperideen – 5
- lymfocytaire hypofysitis – 5
- gebruik van nilotinib (Tasigna) – 5
- ontsteking van het ruggenmerg (myelitis) – 5
- gebruik van famotidine – 5
- gebruik van rosiglitazon – 5
- sclerodermie (systemische sclerose) – 5
- zoutverlies door aandoening van de hersenen (syndroom van cerebraal zoutverlies) – 5
- syndroom van Sotos – 5
- desmoïdtumor – 4
- draaiing van de dunne darm (volvulus van de dunne darm) – 4
- gebruik van voriconazol (Vfend) – 4
- gaatje in het laatste deel van de dunne darm (ileumperforatie) – 4
- gebruik van hydroxycarbamide (Hydrea) – 4
- gebruik van Rapamune (sirolimus) – 4
- blaasontsteking met gasvorming in de blaaswand (emfysemateuze cystitis) – 4
- darmtuberculose (intestinale tuberculose) – 4
- gebruik van crizotinib (Xalkori) – 4
- gebruik van tetrabenazine (Tetmodis, Xenazine) – 4
- syndroom van Williams (idiopathische infantiele hypercalciëmie) – 4
- syndroom van Opitz-Kaveggia – 4
- blindedarmontsteking bij een niet-gedraaide dikkedarm (acute appendicitis bij non-rotatie van het colon) – 4
- gebruik van Brintellix (vortioxetine) – 4
- gebruik van Toviaz (fesoterodine) – 4
- gebruik van modafinil (Modiodal, Aspendos) – 4
- gebruik van Daklinza (daclatasvir) – 3
- progressieve supranucleaire verlamming – 3
- gebruik van duloxetine (Cymbalta) – 3
- botulisme – 3
- bindweefselvorming achter het buikvlies (retroperitoneale fibrose) – 3
- gebruik van Adasuve (loxapine) – 3
- gebruik van Olysio (simeprevir) – 3
- hemangioom van de dikke darm (hemangioom van het colon) – 3
- gebruik van Dificlir (fidaxomicine) – 3
- syndroom van Smith-Magenis – 3
- gebruik van celecoxib (Celebrex) – 3
- ziekte van Steinert (myotone dystrofie type 1) – 3
- gebruik van umeclidinium (Incruse) – 3
- gebruik van piroxicam – 3
- syndroom van Lambert-Eaton (Lambert-Eaton myastheen syndroom) – 3
- schildklierontsteking van Riedel (chronische fibreuze thyreoïditis van Riedel) – 3
- bloeding achter het buikvlies (retroperitoneaal hematoom) – 3
- diabetes insipidus door aandoening in de hersenen (centrale diabetes insipidus) – 3
- Wilms’ tumor (nefroblastoom) – 3
- gebruik van topiramaat – 3
- ziekte van Simmonds (necrose van de hypofysevoorkwab) – 2
- cri-du-chat syndroom – 2
- neuronal intestinal dysplasia type A – 2
- glucose-galactose resorptiestoornis syndroom – 2
- sucrose intolerantie – 2
- infectie van de darm door Balantidium coli (balantidiasis) – 2
- mesenteriale cyste – 2
- gebruik van exenatide (Byetta, Bydureon) – 2
- gebruik van levofloxacine infusievloeistof – 2
- gebruik van Vesicare (solifenacine) – 2
- gebruik van Vimpat (lacosamide) – 2
- gebruik van Vesomni (solifenacine / tamsulosine) – 2
- gebruik van pimozide (Orap) – 2
- gebruik van Zyvoxid (linezolid) – 2
- gebruik van parecoxib (Dynastat) – 2
- syndroom van Waardenburg – 2
- primaire amyloïdose – 2
- Middellandse zeekoorts (familiaire mediterrane koorts) – 2
- mesenteric inflammatory veno-occlusive disease – 2
- syndroom van Mowat-Wilson – 2
- syndroom van Ochoa (urofaciaal syndroom) – 2
- porphyria variegata – 2
- gebruik van Cymevene (ganciclovir) – 2
- gebruik van telmisartan (Micardis) – 2
- gebruik van Copaxone (glatirameer) – 1,4
- syndroom van Zuelzer-Wilson – 1,4
- mixed connective tissue disease – 1,4
- gebruik van Exjade (deferasirox) – 1,4
- gebruik van Ezetrol (ezetimibe) – 1,3
- ziekte van Chagas – 1,3
- gebruik van doxylamine – 1,3
- gebruik van Mimpara (cinacalcet) – 1,2
- gebruik van Plenaxis (abarelix) – 1,2
- gebruik van Victrelis (boceprevir) – 1,2
- gebruik van zonisamide – 1,2
- syndroom van Rubinstein-Taybi – 1,2
- gebruik van tolvaptan (merknaam: Jinarc) – 1,1
- gebruik van Levact (bendamustine) – 1,1
Oorzaken obstipatie <1/jaar
- bijnierinfarct – 1,0
- kwaadaardig feochromocytoom (maligne feochromocytoom) – 1,0
- zuigelingenbotulisme (infantiel botulisme) – 0,9
- amoeboom in de dikke darm (amoeboom in het colon) – 0,9
- aantasting van de zenuwschede van zenuwcellen in de hersenstam (centrale pontiene myelinolyse) – 0,8
- gebruik van lovastatine (Mevacor) – 0,8
- gebruik van Yondelis (trabectedine) – 0,8
- refeeding-syndroom – 0,8
- gebruik van Tazocin (piperacilline + tazobactam) – 0,8
- gebruik van Pravafenix (fenofibraat/pravastatine) – 0,8
- gebruik van tacrine – 0,7
- gebruik van denosumab (Prolia) – 0,6
- gebruik van Simponi (golimumab) – 0,6
- kinderverlamming (poliomyelitis) – 0,5
- gebruik van Cibacen (benazepril) – 0,5
- dijbreuk van De Garengeot (De Garengeot hernia) – 0,5
- hernia sciatica – 0,5
- proximale myotone myopathie (myotone dystrofie type 2) – 0,5
- wandelende milt (ectopische milt) – 0,5
- wondergezwel bij het staartbeen (sacrococcygeaal teratoom) – 0,5
- gebruik van Yervoy (ipilimumab) – 0,5
- gebruik van nortriptyline – 0,4
- omentumcyste – 0,4
- ziekte van Batten (juveniele neuronale ceroïdlipofuscinose) – 0,4
- mannenkraambed (couvade) – 0,4
- gebruik van Janumet (sitagliptine / metformine) – 0,4
- infectie met de kleine leverbot (opisthorchiasis) – 0,4
- wondbotulisme – 0,4
- goudvergiftiging (goudintoxicatie) – 0,4
- gebruik van Elonva (corifollitropine alfa) – 0,4
- ophoping van het aminozuur cystine in de cellen (cystinose) – 0,3
- syndroom van Berdon (megacystis-microcolon-intestinale hypoperistaltiek syndroom) – 0,3
- tubulointerstitiële nefritis met uveïtis (tubulointerstitiële nefritis met uveïtis) – 0,3 http://en.wikipedia.org/wiki/Tubulointerstitial_nephritis
- gebruik van bepaalde kalmeringsmiddelen – 0,3
- gebruik van zuurbindend maagmiddelen – 0,3
- gebruik van denosumab (Xgeva) – 0,3
- syndroom van Pitt-Hopkins – 0,3
- lassakoorts – 0,3
- syndroom van Segawa – recessieve vorm (dopa-responsieve dystonie – recessieve vorm) – 0,3
- gebruik van Cholestagel (colesevelam) – 0,3
- gebruik van Invega® (paliperidon) – 0,3
- gebruik van Stribild (elvitegravir-cobicistat-gemcitabine-tenofovir) – 0,3
- erfelijke coproporfyrie (hereditaire coproporfyrie) – 0,2
- erytropoëtische protoporfyrie – 0,2
- syndroom van Wolfram – 0,2
- syndroom van Abderhalden–Kaufmann–Lignac – 0,2
- erfelijke fructose-intolerantie (hereditaire fructose-intolerantie) – 0,2
- gebruik van Xeplion® (paliperidon) – 0,2
- gebruik van Tafinlar (dabrafenib) – 0,2
- syndroom van Morvan – 0,2
- ziekte van Dowling-Meara (epidermolysis bullosa herpetiformis) – 0,2
- syndroom van Denys-Drash – 0,2
- TRAPS (TNF receptor associated periodic syndrome) – 0,2
- mijnworminfectie (ancylostomiasis) – 0,2
- syndroom van Susac (retinocochleacerebrale vasculopathie) – 0,2
- epidermolysis bullosa – 0,2
- gebruik van Vibativ (telavancine) – 0,14
- ziekte van Dercum (lipomatosis dolorosa) – 0,12
- syndroom van Peutz-Jeghers – 0,12
- gebruik van Leganto (rotigotine) – 0,10
- syndroom van Alpers – 0,07
- mitochondrial neurogastrointestinal encephalopathy syndrome – 0,05
- milk sickness (tremetol intoxicatie) – 0,05
- ziekte van Günther (congenitale erythropoietische porfyrie) – 0,05
- gebruik van Afinitor (everolimus) – 0,04
- syndroom van Russell-Silver – 0,03
- syndroom van Bartter – 0,03
- syndroom van Liddle – 0,03
- porfyrie door een tekort aan het enzym ALA dehydratase (porfyrie door ALA dehydratase deficiëntie) – 0,02
- gele koorts – 0,02
- gebruik van Votubia (everolimus) – 0,004
- syndroom van Kapur–Toriello – 0,002
Synoniemen
Andere namen voor obstipatie zijn niet of weinig poepen, weinig poepen, niet kunnen poepen, verstopping, constipatie, defecatiefrequentie verminderd, verminderde defecatiefrequentie, ontlasting blijft uit, geen ontlasting meer, uitblijven van ontlasting, uitblijven van defecatie, zelden poepen, haast nooit poepen, nooit poepen, hardlijvigheid, geen ontlasting, niet poepen, darmverstopping, verstopping van de darm, trage ontlasting, moeilijke stoelgang, moeite met poepen, moeizame stoelgang, moeizame ontlasting, en obstipatieklachten.
Engelse vertaling
Plaats een reactie
Heb je hier niet gevonden wat je zocht dan kun je hieronder een reactie plaatsen. Andere lezers kunnen hier dan op reageren. Zo kunnen bijvoorbeeld mensen met obstipatie vragen stellen en/of ervaringen delen. Anderen kunnen daar dan op reageren. Reacties worden niet automatisch geplaatst. Het kan een aantal uren duren voordat de reactie op de website verschijnt.