Bijgewerkt op 19 juli 2021
Wat zijn laagstaande oren?
Met laagstaande oren wordt bedoeld dat de oren lager op het hoofd geplaatst staan dan normaal. Laagstaande oren komen voor als verschijnsel bij bepaalde syndromen en ziekten.
Oorzaken laagstaande oren
Er zijn veel aandoeningen waarbij laagstaande oren als kenmerk kunnen voorkomen. De meeste staan hieronder genoemd. Het getal achter de oorzaak is een schatting van het aantal kinderen dat jaarlijks in Nederland wordt geboren met laagstaande oren vanwege die oorzaak.
- foetaal alcoholsyndroom – 374
- syndroom van Noonan – 90
- syndroom van Down (trisomie 21) – 23
- syndroom van Edwards (trisomie 18) – 17
- syndroom van DiGeorge (22q11.2-deletiesyndroom) – 16
- 1p36-deletie syndroom – 11
- syndroom van Turner – 10
- syndroom van Pätau (trisomie 13) – 8
- syndroom van Potter – 5
- trisomie 14 – 4
- syndroom van Fryns – 3
- trisomie 9p – 3
- geslachtsgebonden hypohidrotische ectodermale dysplasie (X-gebonden hypohidrotische ectodermale dysplasie) – 3
- syndroom van Crouzon – 2
- syndroom van Cornelia de Lange – 2
- syndroom van Beckwith-Wiedemann – 2
- syndroom van Cayler – 2
- syndroom van Apert – 2
- syndroom van Smith-Lemli-Opitz – 1,5
- cri-du-chat syndroom – 1,4
- syndroom van De Grouchy 2 – 1,4
- Kabuki syndroom – 1,2
- syndroom van Bardet-Biedl – 1,2
- syndroom van Russell-Silver – 1,0
- syndroom van Wolf-Hirschhorn – 0,8
- partiële trisomie 3p – 0,7
- anhidrotisch-ectodermale dysplasie – 0,6
- focale dermale hypoplasie – 0,5
- syndroom van Zellweger – 0,5
- syndroom van Carpenter (acrocefalopolysyndactylie type II) – 0,5
- syndroom van Pfeiffer – 0,4
- syndroom van Dubowitz – 0,4
- ringchromosoom 18 – 0,3
- trisomie 8 – 0,3
- Blackfan-Diamond-anemie (constitutionele aplastische anemie) – 0,3
- syndroom van Emanuel (partiële trisomie 11,22) – 0,2
- syndroom van Robinow – 0,2
- syndroom van Andersen-Tawil (cardiodysritmische kalium-gevoelige periodieke paralyse) – 0,2
- GAPO syndroom – 0,2
- ablepharon macrostomia syndrome – 0,2
- syndroom van Donohue – 0,2
- syndroom van Cockayne – 0,2
- campomele dysplasie – 0,2
- syndroom van Weaver – 0,10
- syndroom van Hajdu-Cheney – 0,07
- immunodeficiency–centromeric instability–facial anomalies syndrome (ICF-syndroom) – 0,05
- syndroom van Zunich–Kaye – 0,04
- syndroom van Seckel – 0,04
- syndroom van Baraitser-Burn (orofaciodigitaal syndroom type 4) – 0,03
- syndroom van Marden–Walker – 0,03
- pseudo-Zellweger syndroom (ACAA1 deficiëntie) – 0,02
- syndroom van Kapur–Toriello – 0,01
- syndroom van Ulbright–Hodes (renal dysplasia-limb defects syndroom) – 0,01
- syndroom van Rubinstein-Taybi
- syndroom van Treacher-Collins
In de meeste gevallen zijn de oren aan beide kanten te laag geplaatst. Bij het syndroom van Goldenhar kan een laagstaand oor aan één kant voorkomen.
De groei van de oren bij het ongeboren kind vindt plaats als ook andere organen zich ontwikkelen. Laagstaande oren is een teken dat er iets tijdens de ontwikkeling van het ongeboren kind misgaat. De kans bestaat dan dat ook andere organen afwijkingen vertonen.
Engelse vertaling
ICD10-code
Q17.4
Synoniemen
Andere namen voor laagstaande oren zijn lage oorimplant, te laag geplaatste oren, lage oorstand, laag ingeplante oren, en laaggeplaatste oren.
Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 5 maart 2017
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 2 januari 2019