Bijgewerkt op 19 juli 2021 door Simpto.nl
Wat zijn hypermobiele gewrichten?
Hypermobiele gewrichten zijn gewrichten die overstrekt kunnen worden. Sommige mensen hebben dit van nature. In dat geval wordt wel gesproken van het hypermobiliteitssyndroom. Heel zelden komt hypermobiliteit van de gewrichten voor als kenmerk van een onderliggende aandoening.
Op de afbeelding hieronder hypermobiliteit (overstrekbaarheid) van het polsgewricht en het duimgewricht (bron: lesed.org).
Welke oorzaken zijn er?
Hieronder een lijst van aandoeningen waarbij overstrekbare gewrichten kunnen voorkomen. Het getal achter elke oorzaak geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak hypermobiele gewrichten heeft.
- hypermobiliteitssyndroom – 11.250
- syndroom van Marfan – 43
- syndroom van Down (trisomie 21) – 22
- syndroom van Ehlers-Danlos – 15
- IDIC-15 (isodicentrisch chromosoom 15) – 8
- syndroom van Turner – 6
- LEOPARD-syndroom (multipele lentigines syndroom) – 4
- multipele epifysaire dysplasie – 4
- hyperlysinemie – 3
- ziekte van Wilson (hepatolenticulaire degeneratie) – 2
- syndroom van Prader-Willi (Prader-Willi-syndroom) – 2
- brozebottenziekte (osteogenesis imperfecta) – 1,6
- brozebottenziekte type 1 (osteogenesis imperfecta type 1) – 0,8
- brozebottenziekte type 3 (osteogenesis imperfecta type 3) – 0,5
- brozebottenziekte type 5 (osteogenesis imperfecta type 5) – 0,1
- brozebottenziekte type 2 (osteogenesis imperfecta type 2) – 0,04
- brozebottenziekte type 4 (osteogenesis imperfecta type 4) – 0,04
- brozebottenziekte type 6 (osteogenesis imperfecta type 6) – 0,04
- syndroom van Larsen – 1,3
- verhoogd tryptofaan gehalte in het bloed (hypertryptofanemie) – 1,3
- Kabuki syndroom – 1,2
- syndroom van Costello – 1,1
- syndroom van Kleefstra – 1,0
- syndroom van Morquio (mucopolysacharidose IV) – 1,0
- syndroom van Williams (idiopathische infantiele hypercalciëmie) – 0,8
- occipitale-hoornsyndroom – 0,7
- syndroom van Loeys-Dietz – 0,6
- neonataal marfan-syndroom – 0,5
- nagel-patella syndroom (hereditaire onycho-osteodysplasie) – 0,5
- gerodermia osteodysplastica – 0,5
- syndroom van Boyadjiev-Jabs (cranio–lenticulo–sutural dysplasia) – 0,4
- syndroom van Bruck – 0,4
- homocystinurie – 0,3
- cutis laxa type Ib – 0,3
- syndroom van Temple (maternale uniparentale disomie 14) – 0,2
- ziekte van Ullrich (congenitale musculaire dystrofie type Ullrich) – 0,2
- arterial tortuosity syndrome – 0,2
- syndroom van Marshall – 0,2
- syndroom van Zimmermann-Laband – 0,2
- verminderde botvorming van sleutelbeen en schedelbeenderen (dysostosis cleidocranialis) – 0,2
- syndroom van Schaaf-Yang – 0,1
- syndroom van Aarskog – 0,1
- GAPO syndroom – 0,1
- 1q21.1-deletiesyndroom – 0,1
- macrocefalie-capillaire malformatie syndroom – 0,1
- MEN-syndroom type IIB – 0,1
- syndroom van De Barsy (syndroom van De Barsy) – 0,05
- syndroom van Bazex-Dupré-Christol (folliculaire atrophodermie en basocellulair carcinoom) – 0,01
Engelse term
hypermobile joints, hypermobility of the joints
ICD10-code
M35.7
Synoniemen
Andere namen voor hypermobiele gewrichten zijn overstrekbare gewrichten, overstrekbaarheid van de gewrichten, overstrekken van de gewrichten, hypermobiliteit van de gewrichten, overbeweeglijke gewrichten, hyperlaxiteit van de gewrichten, gewrichtshyperlaxiteit, zeer beweegbare gewrichten, beweeglijke gewrichten, overbeweeglijk, overbewegelijkheid, overbeweeglijkheid, overbeweeglijke gewrichten, hypermobiliteit gewrichten, hypermobiliteit van de gewrichten, overbeweeglijkheid van de gewrichten, soepele gewrichten, slappe gewrichten, overstrekbare gewrichten, en overbeweeglijke gewrichten.