Bijgewerkt op 12 december 2023 door Simpto.nl
Hieronder de oorzaken voor een dik onderbeen bij mannen van 20-29 jaar. De lijst is gerangschikt naar waarschijnlijkheid. Dat wil zeggen: de meest voorkomende oorzaak bovenaan en de minst voorkomende oorzaak onderaan.
- trombosebeen (diepe veneuze trombose van het been)
- gekneusd onderbeen (contusie van de onderbeen)
- oppervlakkige trombose van een ader in het onderbeen (tromboflebitis van het onderbeen)
- gebroken enkel (malleolusfractuur)
- gebroken scheenbeen (tibiaschacht fractuur)
- gebroken kuitbeen (fibulafractuur)
- compartimentsyndroom van het onderbeen
- gescheurde achillespees (achillespeesruptuur)
- posttrombotisch syndroom
- insectenbeet op het onderbeen
- cellulitis van het onderbeen
- zweepslag (partiële gastrocnemiusruptuur)
- spataderen aan de benen (varices van de vena saphena magna)
- complex regionaal pijnsyndroom van het onderbeen (CRPS1 van het onderbeen)
- afbraak van spierweefsel (rabdomyolyse)
- slecht werkende aders in de benen (chronische veneuze insufficiëntie)
- wondroos van het onderbeen (erysipelas van het onderbeen)
- accessoire spierbuik van de m. soleus
- lymfoedeem van het been
- bloedprop in een ader in het bekken (bekkenvenetrombose)
- necrotiserende fasciitis van de voet/het onderbee)
- vitamine B1-tekort (thiaminedeficiëntie)
- gebarsten kniekuilcyste (geruptureerde Bakerse cyste)
- ziekte van Marie-Bamberger (hypertrofische osteoartropathie)
- erytromelalgie
- hypostatisch eczeem
- phlegmasia alba dolens
- phlegmasia cerulea dolens
- acrodermatitis chronica atrophicans (been)
- ontsteking van bloedvaten door lichamelijke inspanning (inspannings-geïnduceerde vasculitis)
- polyarteritis nodosa van de huid (cutane polyarteritis)
- verwijding van de slagader in de knieholte (aneurysma van de arteria poplitea)
- ontwrichting van de knie (luxatie van het kniegewricht)
- gebarsten aneurysma van de slagader in de knieholte (geruptureerd aneurysma van de A. poplitea)
- aneurysmatische botcyste van het kuitbeen (aneurysmatische botcyste van de fibula)
- reusceltumor van het onderbeen (reusceltumor van de tibia)
- syndroom van May-Thurner (iliac vein compression syndrome)
- lokale spierontsteking in de kuit (focale myositis van de M. gastrocnemius)
- insectenbeten
- fibreuze dysplasie van het scheenbeen (fibreuze dysplasie van de tibia)
- ziekte van Caffey (infantiele corticale hyperostose)
- osteosarcoom van het scheenbeen (osteosarcoom van de tibia)
- abces van Brodie van het scheenbeen (subacute osteomyelitis van de tibia)
- afsterven van spierweefsel met verkalking aan het onderbeen (calcificerende musculaire necrose van het onderbeen)
- slangenbeet
- lipodermatosclerose
- Buruli ulcus
- erfelijke multipele exostosen (hereditaire multipele exostosen)
- ziekte van Milroy (hereditair lymfoedeem type 1)
- epitheloïd hemangio-endothelioom van het onderbeen
- olifantsziekte (lymfatische filariasis)
- membranoproliferatieve glomerulonefritis
- Ewing sarcoom van het scheenbeen (Ewing sarcoom van de tibia)
- onderhuidse dirofilariasis (subcutane dirofilariasis)
- gezwel in het bekkengebied (tumor in het bekkengebied)
- podoconiose
- idiopathische membranoproliferatieve glomerulonefritis (membranoproliferatieve glomerulonefritis type II)
- syndroom van Aagenaes (cholestase-lymfoedeem syndroom)
- syndroom van Bruck
- syndroom van Klippel-Trénaunay