Bijgewerkt op 9 januari 2024
Bloedend tandvlees
Bloedend tandvlees is een zeer veel voorkomend symptoom. Meestal is de oorzaak een ontsteking van het tandvlees. Soms is het een kenmerk van een onderliggende ziekte. Zo kan bloedend tandvlees worden veroorzaakt door aandoeningen waarbij een tekort aan bloedplaatjes optreedt. Bloedplaatjes spelen namelijk een belangrijke rol bij het stoppen van een bloeding. Sommige geneesmiddelen kunnen bloedend tandvlees als bijwerking hebben. Ook kan bloedend tandvlees voorkomen als symptoom van een zeldzame aangeboren stollingsstoornis, zoals de ziekte van Von Willebrand.
De medische term voor bloedend tandvlees is ‘gingivabloeding’.
Oorzaken bloedend tandvlees
Hieronder een lijst met mogelijke oorzaken voor bloedend tandvlees. Bovenaan de meest waarschijnlijke oorzaken, en onderaan de zeer zeldzame oorzaken. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal gevallen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak bloedend tandvlees krijgt.
Zeer veel voorkomende oorzaken
- ontsteking van het tandvlees (gingivitis) – 153.750
- ontsteking van het tandvlees tijdens de zwangerschap (zwangerschapsgingivitis) – 46.000
- parodontitis – 23.240
Veel voorkomende oorzaken
- aften (afteuze stomatitis) – 3.750
- te hard poetsen van de tanden – 2.500
- irritatie van het mondslijmvlies door kunstgebit (stomatitis prothetica) – 2.250
- infectie met het cytomegalovirus (cytomegalie) – 2.000
- ziekte van Pfeiffer (mononucleosis infectiosa) – 1.920
- gebruik van ibuprofen (Brufen) – 1.850
- epulis fissuratum – 1.800
- hoge bloeddruk (essentiële hypertensie) – 1.375
- hartaanval (myocardinfarct) – 1.025
- gebruik van NSAID’s – 1.000
- trombose van de poortader (vena porta trombose) – 780
- vitamine C-tekort (vitamine C-deficiëntie) – 740
- hartaanval van de voorwand van het hart (voorwandinfarct) – 625
- gebruik van nadroparine (merknaam: Fraxiparine) – 600
- ontsteking van de slagader aan de slaap (arteritis temporalis) – 540
Regelmatig voorkomende oorzaken
- ziekte van Von Willebrand – type 1 – 480
- reuma (reumatoïde artritis) – 474
- maligne hypertensie – 459
- HELLP-syndroom – 415
- ziekte van Lyme (lymeborreliose) – 411
- gebruik van fluconazol (Diflucan) – 375
- infectie door parvovirus B19 – 360
- gebruik van glimepiride (Amaryl) – 350
- gebruik van mebeverine (Duspatal) – 350
- myelodysplastisch syndroom – 341
- bloedarmoede door een tekort aan vitamine B12 (pernicieuze anemie) – 300
- boezemflutter (atriumflutter) – 300
- chronische lymfatische leukemie (chronische lymfatische B-celleukemie) – 297
- slecht werkende nieren (acute nierinsufficiëntie) – 266
- ziekte van Kahler (multipel myeloom) – 263
- hartaanval van de onderwand van het hart (onderwandinfarct) – 188
- ziekte van Werlhof (idiopathische trombocytopenische purpura) – 180
- bloedvergiftiging (sepsis) – 167
- gebruik van Avastin (bevacizumab) – 163
- folliculair lymfoom – 162
- gebruik van fenytoïne (Diphantoïne) – 160
- tekort aan protrombine (verworven protrombine-deficiëntie) – 160
- verbindweefseling van het beenmerg (primaire myelofibrose) – 160
- diffuse intravasale stolling – 150
- vitamine K-tekort (vitamine K-deficiëntie) – 140
- aangeboren cytomegalie – 130
- malaria – 126
- verhoogde druk in de poortader (portale hypertensie) – 122
- epulis – 120
- ziekte van Hodgkin – 120
- syndroom van Sjögren – 118
- hemolytisch uremisch syndroom (typische HUS) – 118
- bijverschijnsel bij kanker (paraneoplastisch syndroom) – 111
- essentiële trombocytemie – 109
- polycytemie (polycytemia vera) – 105
- herpes van de mond (herpes stomatitis) – 100
Zeldzame oorzaken
- spataderen in de maag – 98
- ziekte van Von Willebrand – type 2 – 96
- miltinfarct – 95
- syndroom van Felty – 91
- kattenkrabziekte – 90
- TTP – 90
- buitenbaarmoederlijke zwangerschap – 88
- chronische myeloïde leukemie – 77
- jeugdreuma (juveniele idiopathische artritis) – 75
- toxocariasis – 75
- herpes van de mond (herpes stomatitis) – 73
- primaire biliaire cirrose – 70
- sarcoïdose – 69
- syndroom van Shwachman-Diamond – 66
- trombose van de miltader – 65
- gebruik van acetylsalicylzuur – 64
- infectie in het hart (infectieuze endocarditis) – 61
- gebruik van ximelagatran – 60
- auto-immuun hemolytische anemie – 56
- vernauwing van de aortaklep – 55
- mantelcellymfoom – 50
- marginalezonelymfoom – 49
- ziekte van Von Willebrand – type 3 – 48
- G6PD-deficiëntie – 45
- levercirrose – 44
- exocriene pancreas insufficiëntie – 41
- colitis ulcerosa – 41
- gebruik van amiodaron (Cordarone) – 40
- chemotherapie – 40
- acute lymfatische leukemie – 40
- acute myeloïde leukemie – 38
- hypertensieve hartziekte – 38
- alcoholverslaving – 35
- kapotte tand – 33
- emfysemateuze pyelonefritis – 33
- atypische HUS – 32
- chronische pancreatitis – 31
- bloedende spataderen in de maag – 31
- bacteriële pericarditis – 30
- overdosis XTC – 30
- secundaire pulmonale hypertensie – 30
- gebruik van leflunomide (Arava) – 25
- achterwandinfarct – 25
- erythroblastosis foetalis – 24
- gebruik van Ammonaps (fenylbutyraat) – 24
- haarcelleukemie – 24
- heparine-geïnduceerde trombocytopenie – 23
- lijnsepsis – 22
- stomatitis door chemotherapie – 22
- syfilis – 22
- ijzerstapelingsziekte – 21
- H. pylori-geïnduceerde trombocytopenie – 20
- aangeboren toxoplasmose – 19
- gebruik van nitrofurantoïne – 18
- viskruikinfarct – 18
- chronische hepatitis C – 17
- syndroom van Wolff-Parkinson-White – 16
- zwarte koorts – 16
- hemolytisch uremisch syndroom – 15
- SLE – 14
- vitamine B1-tekort – 14
- promyelocytenleukemie – 14
- compartimentsyndroom van de buik – 13
- gebruik van sulfasalazine – 13
- mondkanker – 12
- ziekte van Waldenström – 11
Zeer zeldzame oorzaken
- Lady Windermere-syndroom – 10
- bulleus pemfigoïd – 10
- paroxismale nachtelijke hemoglobinurie – 9
- hantavirus-infectie – 8
- HIV-infectie (acute HIV-infectie) – 8
- gebruik van rosuvastatine – 7
- carcinoïd – 7
- babesiose – 6
- neonataal lupussyndroom – 6
- gebruik van mesalazine – 6
- koolmonoxidevergiftiging – 6
- salicylaatintoxicatie – 6
- restrictieve cardiomyopathie – 6
- syndroom van Guillain-Barré – 6
- antifosfolipidensyndroom – 6
- gebruik van dabigatran – 6
- syndroom van Ogilvie – 6
- marmerbeenziekte – 5
- noma – 5
- aspirin-like defect – 5
- gebruik van sirolimus – 5
- syndroom van Kasabach-Merritt – 5
- primaire scleroserende cholangitis – 5
- ziekte van Glanzmann – 5
- gebruik van mycofenolaatmofetil – 5
- gebruik van mycofenolzuur – 5
- polyarteritis nodosa van de huid – 5
- serumziekte door geneesmiddelen – 5
- stomatitis door ingestie van etsende stoffen – 4
- rhesusziekte – 4
- ziekte van Castleman – 4
- knokkelkoorts (dengue) – 4
- huidbloedingen na bloedtransfusie – 4
- gebruik van metronidazol – 4
- syndroom van Evans – 4
- dengue hemorrhagische koorts – 4
- aangeboren syfilis – 4
- polyarteritis nodosa – 4
- hemofilie A – 4
- syndroom van Eisenmenger – 4
- endemische vlektyfus – 4
- megakaryoblastaire leukemie – 4
- T-LGL-leukemie – 3
- toxisch megacolon – 3
- gebruik van anti-epileptica – 3
- verworven hemofagocytair syndroom – 3
- buiktyfus – 3
- allergische reactie op heparine – 3
- paratyfus – 3
- neonatale allo-immuuntrombocytopenie – 3
- tekort aan het enzym alfa-mannosidase – 3
- ziekte van Niemann-Pick – 3
- primaire amyloïdose – 3
- congenitale amegakaryocytaire trombocytopenie – 3
- congenitale protrombine-deficiëntie – 3
- syndroom van Sézary – 3
- hypofosfatemie – 3
- gebruik van clopidogrel – 2
- gray platelet syndroom – 2
- ziekte van Weil (leptospirose) – 2
- POEMS syndroom – 2
- chikungunya – 2
- storage pool disease – 2
- aangeboren epulis – 2
- gebruik van doxorubicine – 2
- gebruik van heparine – 2
- purpura fulminans – 2
Overige oorzaken
- NK-LGL-leukemie – 1,8
- TAR-syndroom – 1,8
- HSE-syndroom – 1,7
- Middellandse zeekoorts (familiaire mediterrane koorts) – 1,7
- bloeding in het ruggenmerg (hematorrachie) – 1,6
- ziekte van Chagas – 1,6
- acute erytremie en erytroleukemie – 1,5
- acute monocytaire leukemie – 1,5
- subcutaan panniculitis-achtig T-cellymfoom – 1,5
- vernauwing van de mitraalklep (mitralisstenose) – 1,5
- ziekte van Whipple – 1,5
- sikkelcelziekte (sikkelcelanemie) – 1,4
- Afrikaanse slaapziekte (trypanosomiasis) – 1,4
- hepatosplenaal gamma/delta-lymfoom – 1,4
- leverbotinfectie (fascioliasis) – 1,4
- auto-immuun enteropathie – 1,4
- ziekte van Gaucher – 1,4
- verworven hemofilie A – 1,3
- hypoplastisch linkerhart syndroom – 1,3
- endomyocardiale fibrose – 1,3
- ziekte van Rendu-Osler-Weber – 1,3
- IgD-multipel myeloom – 1,2
- bloedvergiftiging (sepsis) door Streptococcus pyogenes – 1,1
- hyperreactive malarial splenomegaly – 1,1
- syndroom van DiGeorge – 1,1
- toxoplasmose (systemische toxoplasmose) – 1,1
- trombose in de lever – 1,1
- Fanconi anemie – 1,1
- syndroom van Epstein – 1,1
- asbestziekte (asbestose) – 1,0
- gebruik van argatroban – 1,0
- leukemie van het tandvlees (myeloid sarcoom van het tandvlees) – 1,0
- syndroom van Heyde – 1,0
- syndroom van Morquio (mucopolysacharidose IV) – 1,0
- histoplasmose – 1,0
- syndroom van Sanfilippo (mucopolysacharidose III) – 1,0
- thyreotoxische crisis – 1,0
Frequentie < 1/jaar
- hemangioendotheliaal sarcoom van de lever – 0,9
- angioimmunoblastair T-cel lymfoom – 0,8
- febris recurrens door Borrelia recurrentis – 0,8
- aplastische anemie – 0,8
- herpes gestationis – 0,8
- mixed connective tissue disease – 0,8
- hemangioom van de dikke darm – 0,8
- Krim-Congo hemorragische koorts – 0,8
- syndroom van Budd-Chiari – 0,8
- hemofilie C (factor XI-deficiëntie) – 0,7
- febris recurrens door Borrelia duttoni – 0,7
- hemofilie B (factor IX-deficiëntie) – 0,6
- congenitale transcobalamine-II-deficientie – 0,6
- ehrlichiose – 0,6
- polyglandulair auto-immuunsyndroom type I – 0,6
- coarctatio aortae – 0,6
- spierdystrofie van Duchenne – 0,6
- Langerhans-cel histiocytose – 0,6
- wandelende milt – 0,6
- gebruik van colchicine – 0,6
- aangeboren herpesinfectie – 0,6
- alfa-thalassemie – 0,6
- beta-thalassemie – 0,6
- loopgravenkoorts – 0,5
- stralingsziekte – 0,5
- mijnworminfectie (ancylostomiasis) – 0,5
- mestcelziekte – 0,5
- congenitale leverfibrose – 0,4
- cryoglobulinemie type II – 0,4
- stomatitis van Plaut-Vincent – 0,4
- ziekte van Wilson – 0,4
- tekort aan stollingsfactor V (factor V deficiëntie) – 0,4
- tekort aan stollingsfactor VII (factor VII deficiëntie) – 0,4
- tekort aan stollingsfactor X (factor X deficiëntie) – 0,4
- Argentijnse hemorragische koorts – 0,4
- Boliviaanse hemorragische koorts – 0,4
- erytropoëtische protoporfyrie – 0,4
- gebruik van vincristine (Oncovin) – 0,4
- draaiing van de miltslagader – 0,3
- onyalai – 0,3
- cryoglobulinemie type III – 0,3
- syndroom van Lambert-Eaton – 0,3
- auto-immuun lymfoproliferatief syndroom type II – 0,3
- venezuelan hemorrhagic fever – 0,3
- ziekte van Tangier – 0,3
- CREST-syndroom (limited cutaneous sclerosis) – 0,3
- lassakoorts – 0,3
- ziekte van Maroteaux-Lamy (mucopolysacharidose type VI) – 0,3
- syndroom van Scott – 0,3
Frequentie <0,2/jaar
- syndroom van Schnitzler – 0,2
- transcobalamine 2-deficiëntie – 0,2
- congenital disorder of glycosylation type Ia – 0,2
- eosinofiele fasciitis – 0,2
- scrubtyfus – 0,2
- syndroom van Schmidt (polyglandulair auto-immuunsyndroom type II) – 0,2
- syndroom van Hermansky-Pudlak – 0,2
- Blackfan-Diamond-anemie (constitutionele aplastische anemie) – 0,2
- acute panmyelose met myelofibrose – 0,2
- hersenvliesontsteking door Toscana-virus – 0,1
- lymfeklierkanker in de bloedvaten (intravasculair lymfoom) – 0,1
- refeeding-syndroom – 0,1
- apenmalaria (Plasmodium knowlesi infectie) – 0,1
- Kyasanur forest disease – 0,1
- syndroom van Bernard-Soulier – 0,1
- ziekte van Keshan – 0,1
- syndroom van Wiskott-Aldrich – 0,1
- aangeboren tekort aan carnitine (primaire carnitinedeficiëntie) – 0,1
- gebruik van paclitaxel – 0,1
- ross-river-virus infectie – 0,1
- sodoku (spirillose) – 0,1
- mestcelleukemie (agressieve mastocytose) – 0,1
- arseenvergiftiging – 0,1
- syndroom van Sebastian – 0,1
- leukocyte adhesion deficiency type 3 – 0,1
- SFTS-bunyavirus-infectie – 0,1
Frequentie <0,1/jaar
- chronisch lijmsnuiven – 0,04
- dyskeratosis congenita – 0,04
- syndroom van Hoyeraal-Hreidarsson – 0,04
- syndroom van Hunter (mucopolysacharidose type II) – 0,03
- ziekte van Sandhoff – 0,03
- syndroom van Axenfeld-Rieger – 0,03
- syndroom van Barth (3-methylglutaconacidurie type 1) – 0,03
- auto-immuun lymfoproliferatief syndroom type Ia – 0,02
- gebruik van ifosfamide – 0,02
- hereditaire gingivale fibromatose – 0,02
- syndroom van Alström – 0,01
- lymfocytaire choriomeningitis – 0,01
- gele koorts – 0,01
- gebruik van abciximab (ReoPro) – 0,004
- gebruik van eptifibatide (Integrelin) – 0,004
- gebruik van tirofiban (Aggrastat) – 0,004
- fytosterolemie – 0,001
Behandeling bloedend tandvlees
In het algemeen geldt dat eerst een diagnose gesteld moet zijn voordat wordt behandeld. Als tandvleesbloeding de enige klacht is kan er in eerste instantie van worden uitgegaan dat ontsteking van het tandvlees of parodontitis de oorzaak van de bloeding is. Dat is namelijk in bij meer dan 95% van de mensen met bloedend tandvlees het geval.
Ontstoken tandvlees en parodontitis kunnen meestal goed worden behandeld met goede mondhygiëne: goed poetsen en flossen. Als het bloeden na een week niet minder is geworden of als andere symptomen ontstaan is er mogelijk een andere oorzaak voor het bloedende tandvlees. In dat geval is het verstandig om de huisarts te raadplegen.
Engelse vertaling
Synoniemen bloedend tandvlees
bloeden van het tandvlees, tandvleesbloeding, tandvlees bloedt, bloed op de tandenborstel na het poetsen, snel bloedend tandvlees, tandvleesbloeding, tandvleesbloedingen, gingivabloeding, gingiva bloeding, bloeden tandvlees, makkelijk bloedend tandvlees, tandvlees gaat bloeden na aanraking, bloedend tandvlees bij aanraking
Auteur: Erwin Douwes
Erwin Douwes studeerde geneeskunde in Leiden. Hij werkte als arts bij de Koninklijke Marine en in het Universiteits Medisch Centrum in Maastricht. Daarna werkte hij in verschillende functies in de farmaceutische industrie. Momenteel is Douwes internetondernemer.