Altijd koud hebben (kouwelijk)

Bijgewerkt op 28 februari 2020

Het altijd koud hebben

Deze webpagina gaat over oorzaken en behandeling van ‘het altijd koud hebben’. Kijk voor kortdurende of tijdelijke kouwelijkheid op de pagina over ‘koude rillingen’.

Er zijn veel mensen die het snel koud hebben. Over het algemeen komt dat vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Dat heeft te maken met de stofwisseling. Over het algemeen staat de stofwisseling bij mannen op een iets hoger ‘pitje’ dan bij vrouwen.

Daarnaast zijn er echter nog talloze andere oorzaken waarom iemand het altijd koud heeft.

Altijd koud hebben – Oorzaken

Er zijn verschillende redenen waarom sommige mensen het snel koud hebben. Sommige oorzaken komen vaak voor, anderen zijn zeldzaam. De meest voorkomende oorzaken zijn:

• Laag lichaamsgewicht: mensen met weinig vetweefsel zullen het over het algemeen eerder koud hebben dan mensen met overgewicht;
• Lage spiermassa: spieren dragen bij aan het warm houden van het lichaam; mensen met een lage spiermassa zullen het daarom eerder koud hebben dan gespierde mensen; dit is ook een reden waarom vrouwen het over het algemeen sneller koud hebben dan mannen;
• Veroudering: ouderen kunnen het ook sneller koud hebben dan normaal; dit heeft te maken met (1) een verandering van de stofwisseling, (2) afname van de spiermassa, en (3) een verminderde doorbloeding van het lichaam;
• Bloedarmoede: mensen met bloedarmoede door een tekort aan vitamine B12 of door een tekort aan ijzer (ijzergebreksanemie) hebben het ook vaak snel koud;
• Traag werkende schildklier (hypothyreoïdie);
• Gebruik van bepaalde geneesmiddelen;
• Aderverkalking (atherosclerose);
• Aandoening van de hersenen waarbij de temperatuursregeling van het lichaam gestoord raakt;
• Overige, zoals bijvoorbeeld fibromyalgie en chronische vermoeidheidssyndroom.

Het kortdurend of tijdelijk koud hebben komt voor bij nfectieziekten die gepaard gaan met koorts en koude rillingen, zoals bijvoorbeeld griep. Kijk voor meer informatie hierover op de pagina over ‘koude rillingen’.

Kijk voor een uitgebreide lijst met oorzaken onderaan deze webpagina.

Wat is de behandeling?

Er zijn een aantal maatregelen die je zelf kunt nemen. Maar als de kouwelijkheid hinderlijk is, plotseling komt opzetten, of als je het domweg niet vertrouwt is het altijd raadzaam de huisarts te raadplegen.

Wat kan ik er zelf aan doen?

Een aantal maatregelen die je zelf kunt nemen liggen voor de hand: een extra laag kleding aantrekken, en/of de thermostaat een graadje hoger zetten.

Maar om de onderliggende oorzaak weg te nemen is het van belang te achterhalen wat die oorzaak is. Soms is dat direct duidelijk, bijvoorbeeld als je griep hebt of flink bent afgevallen. Vaak is de oorzaak echter niet direct duidelijk. Dan is het zinvol om de huisarts te raadplegen.

Wat kan de dokter doen?

De dokter zal willen weten wat de oorzaak van de kouwelijkheid is. Om daarachter te komen zal de arts vragen stellen en eventueel lichamelijk onderzoek doen. Ook kan aanvullend onderzoek worden aangevraagd. Bij mensen die het altijd koud hebben zal vaak bloedonderzoek worden aangevraagd.

Bloedonderzoek

Met bloedonderzoek kan worden achterhaald of er sprake is van bloedarmoede of een traag werkende schildklier. In geval van bloedarmoede is het hemoglobine gehalte van het bloed verlaagd. Ook kan met bloedonderzoek worden uitgezocht wat voor soort bloedarmoede iemand heeft.

Een traag werkende schildklier kan worden opgespoord door het gehalte aan schildklierhormoon en TSH in het bloed te bepalen.

Engelse vertaling

feeling cold, cold sensation

---

Altijd koud hebben – differentiaal diagnose (DD)

Hieronder een uitgebreid overzicht van oorzaken voor kouwelijkheid. Het getal achter de oorzaak is een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks vanwege die oorzaak last krijgt van kouwelijkheid.

• griep (influenza) – 276.000
• normale veroudering (ouderdom) – 13.200
• ziekte van Hashimoto (auto-immuun thyreoïditis) – 4.118
• ondervoeding (malnutritie) – 3.250
• bloedarmoede door een tekort aan ijzer (ijzergebreksanemie) – 3.000
• chronische vermoeidheidssyndroom – 2.520
• anorexia nervosa – 1.238
• bloedvergiftiging vanuit de urinewegen (urosepsis) – 1.050
• verlaagd glucose gehalte in het bloed (hypoglycemie) – 1.000
• bloedvergiftiging (sepsis) – 900
• fibromyalgie – 787
• syndroom van Wernicke-Korsakoff – 750
• ontsteking van de schildklier na de zwangerschap (postpartum thyreoïditis) – 750
• shock door ondervulling van de bloedvaten (hypovolemische shock) – 650
• bloedarmoede door een tekort aan vitamine B12 (pernicieuze anemie) – 400
• shock door een hartafwijking (cardiogene shock) – 293
• koudeallergie (primaire koude urticaria) – 180
• malaria – 158
• ziekte van Parkinson (morbus Parkinson) – 135
• bloedvergiftiging door een katheter in een bloedvat (lijnsepsis) – 120
• slecht werkende hypothalamus (hypothalamusdysfunctie) – 80
• lewy-lichaampjesdementie (Lewy body-dementie) – 55
• gebruik van sumatriptan – 50
• postpoliosyndroom (postpoliomyelitis syndroom) – 43
• hypofyseadenoom – 40
• te langzaam werkende schildklier door oorzaak buiten de schildklier (secundaire hypothyreoïdie) – 30
• syndroom van Sheehan (postpartum hypopituïtarisme) – 25
• gebruik van zolmitriptan – 25
• gebruik van rituximab (MabThera) – 23
• te langzaam werkende schildklier door bestraling in het halsgebied (radiotherapie-geïnduceerde hypothyreoïdie) – 20
• niercelkanker (niercelcarcinoom) – 19
• craniofaryngioom – 8
• te langzaam werkende schildklier door geneesmiddel (geneesmiddelen-geïnduceerde hypothyreoïdie) – 7
• bloedvergiftiging door Streptococcus pyogenes (Streptococcus pyogenes sepsis) – 6
• ziekte van Simmonds (necrose van de hypofysevoorkwab) – 4
• hypofyse-infarct – 4
• blauwzuurvergiftiging (cyanide intoxicatie) – 3
• aconitine-vergiftiging (aconitine-intoxicatie) – 2
• vruchtwaterembolie – 2
• schildklierontsteking van Riedel (chronische fibreuze thyreoïditis van Riedel) – 1
• granulomateuze ontsteking van de hypofyse (granulomateuze hypofysitis) – 1,2
• bloedvergiftiging door Capnocytophaga canimorsus (Capnocytophaga canimorsus sepsis) – 1,0
• MEN-syndroom type I – 0,8
• lymfeklierkanker in de hersenen (primair lymfoom van de hersenen) – 0,5

---

Synoniemen

Andere namen voor het altijd koud hebben zijn koudsensaties, kouwelijk, koudegevoel, kouwelijkheid, gevoel van kou, koud, gevoel van koude, koud gevoel, niet tegen kou kunnen, slecht tegen kou kunnen, snel koud, niet tegen kou kunnen, koude intoleratie, intolerantie van koude, slecht tegen kou kunnen, het koud hebben, koud gevoel, altijd koud hebben, kouwelijk, koude intolerantie, slecht tegen koude kunnen, altijd koud, slechte aanpassing aan kou, niet goed tegen kou kunnen, snel koud hebben, en het snel koud hebben.

---

Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 10 juli 2017
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 10 juli 2017