Bijgewerkt op 25 mei 2022 door Simpto.nl
Wat is de betekenis van een verlengd QT-interval?
Verlenging van het QT-interval op het ECG (hartfilmpje) betekent dat de geleiding van elektrische prikkels door de hartkamers te lang duurt. Dat kan aanleiding geven tot het ontstaan van hartritmestoornissen. Het gaat dan met name om een hartritmestoornis die torsade de pointes wordt genoemd.
Oorzaken verlengd QT-interval
Er zijn verschillende oorzaken voor een verlenging van het QT-interval. De meest voorkomende oorzaak is het gebruik van geneesmiddelen. Er zijn nogal wat geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen. Vanwege het risico op het optreden van torsade de pointes zijn verschillende geneesmiddelen zelfs teruggetrokken van de markt. Voorbeelden zijn astemizol, cisapride, droperidol, grepafloxicine, lidoflazine, sertindol en terfenadine.
Naast gebruik van geneesmiddelen zijn er nog een aantal andere oorzaken voor verlenging van het QT-interval, zoals een verlaagd kalium gehalte in het bloed (hypokaliëmie), een verlaagd calcium gehalte in het bloed (hypocalciëmie) en een slecht werkende schildklier (hypothyreoïdie).
Ten slotte zijn er een aantal zeldzame aangeboren aandoeningen waarbij het QT-interval verlengd kan zijn. Hieronder vallen onder andere het verlengde QT-tijd syndroom en het syndroom van Jervell-Lange-Nielsen.
Kijk voor een uitgebreid overzicht van oorzaken van QT-verlenging onderaan deze webpagina.
Behandeling verlengd QT-interval
De behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak. Als de verlenging van het QT-interval wordt veroorzaakt door gebruik van een geneesmiddel zal de arts die het middel heeft voorgeschreven over het algemeen het betreffende middel staken en een alternatief middel voorschrijven.
Engelse vertaling
prolonged QT interval, QT prolongation
Duitse vertaling
Verlängerung der QT-Zeit
Referenties / Verder lezen
- DM Roden, ‘Drug-induced prolongation of the QT-interval‘, gepubliceerd in de rubriek ‘Drug therapy’ van The New England Journal of Medicine van 2004; 350: pagina’s 1013-1022.
Synoniemen
Andere namen voor verlengd QT-interval zijn verlengde QT-tijd, verlenging van het QT-interval, verlenging van het QTc-interval, QT-tijd verlenging en QT-verlenging.
Verlengd QT-interval – Differentiaal Diagnose
Hieronder een uitgebreide lijst met oorzaken van QT-verlenging met daarachter een schatting van het aantal nieuwe gevallen per jaar in Nederland.
OORZAKEN QT-VERLENING | GESCHATTE INCIDENTIE |
verlaagd calcium gehalte in het bloed (hypocalciëmie) | 588 |
gebruik van citalopram (Cipramil) | 518 |
onderkoeling (hypothermie) | 294 |
verhoogd magnesium gehalte in het bloed (hypermagnesemie) | 291 |
viskruikinfarct (takotsubo cardiomyopathie) | 206 |
verlaagd kalium gehalte in het bloed (hypokaliëmie) | 155 |
gebruik van domperidon | 128 |
bloeding tussen het zachte hersenvlies en het spinnewebvlies (subarachnoïdaal hematoom) | 119 |
gebruik van fluoxetine (Prozac) | 96 |
gebruik van amitriptyline (Tryptizol, Sarotex) | 95 |
gebruik van claritromycine (Klacid) | 87 |
lange-QT-tijdsyndroom type 2 | 75 |
lange-QT-tijdsyndroom type 1 | 56 |
gebruik van chloroquine (Nivaquine) | 48 |
gebruik van hydroxychloroquine (Plaquenil) | 47 |
gebruik van droperidol injecties (gebruik van droperidol intramusculaire injecties) | 35 |
gebruik van methadon | 32 |
hepatorenaal syndroom | 32 |
gebruik van azitromycine (Zithromax) | 32 |
melk-alkalisyndroom | 27 |
gebruik van haloperidol (Haldol) tabletten | 24 |
gebruik van furosemide (Lasix) | 24 |
te langzaam werkende bijschildklieren (hypoparathyreoïdie) | 21 |
lange-QT-tijdsyndroom type 3 | 19 |
gebruik van venlafaxine (Efexor) | 17 |
gebruik van metoclopramide (Primperan) | 15 |
gebruik van nortriptyline (Nortrilen) | 14 |
syndroom van Jervell en Lange-Nielsen | 14 |
magnesiumvergiftiging (magnesiumintoxicatie) | 14 |
gebruik van erytromycine (Erythrocine) | 12 |
gebruik van olanzapine (Zyprexa) | 12 |
gebruik van fluconazol (Diflucan) | 11 |
gebruik van moxifloxacine (Avelox) tabletten | 9 |
gebruik van haloperidol (Haldol) drank | 9 |
verlaagd calcium gehalte in het bloed (hypocalciëmie) | 9 |
gebruik van sotalol (Sotacor) | 9 |
toediening van ibutilide (Corvert) | 8 |
gebruik van brigatinib (Alunbrig) | 8 |
gebruik van paliperidon tabletten (Invega®) | 7 |
gebruik van hydroxyzine (Atarax®) | 7 |
gebruik van selpercatinib (Retsevmo) | 6 |
toediening van etelcalcetide (Parsabiv) | 6 |
gebruik van fexofenadine (Telfast) | 6 |
gebruik van levomepromazine (Nozinan) tabletten | 5 |
gebruik van cocaïne | 5 |
gebruik van abirateron (Zytiga) | 5 |
gebruik van lenvatinib (Kisplyx) | 5 |
gebruik van apalutamide (Erleada) | 5 |
gebruik van atomoxetine (Strattera) | 5 |
gebruik van risperidon (Risperdal) | 4 |
gebruik van vandetanib (Caprelsa) | 4 |
gebruik van brexpiprazol (Rxulti) | 4 |
toediening van haloperidol (Haldol) per injectie | 4 |
gebruik van ceritinib (Zykadia) | 4 |
gebruik van midostaurine (Rydapt) | 4 |
toediening van inotuzumab ozogamicine (Besponsa) | 3 |
gebruik van ribociclib (Kisqali) | 3 |
gebruik van voriconazol (Vfend) | 3 |
ziekte van Hashimoto (auto-immuun thyreoïditis) | 3 |
gebruik van crizotinib (Xalkori) | 3 |
aanvalsgewijze verlamming door te snel werkende schildklier (thyreotoxische periodieke paralyse) | 3 |
toediening van furosemide per injectie of infuus | 2 |
gebruik van panobinostat (Farydak) | 2 |
toediening van paliperidon per injectie (Trevicta®, Xeplion®) | 2 |
toediening van risperidon (Risperdal) depot-injectie | 2 |
gebruik van ondansetron (Zofran) | 2 |
lange-QT-tijdsyndroom type 4 | 2 |
lange-QT-tijdsyndroom type 5 | 2 |
gebruik van desloratadine (Aerius) | 2 |
syndroom van Gitelman | 2 |
gebruik van lenvatinib (Lenvima) | 2 |
gebruik van gilteritinib (Xospata) | 2 |
toediening van levomepromazine (Nozinan) injecties | 2 |
gebruik van furosemide drank | 2 |
gebruik van granisetron (Kytril) | 2 |
gebruik van sertindol (Serdolect) | 2 |
toediening van pasireotide (Signifor) | 2 |
gebruik van Foster NEXThaler inhalator (beclometason en formoterol) | 2 |
gebruik van quetiapine (Seroquel) | 1 |
gebruik van ondansetron (Zofran) zetpil | 1 |
gebruik van cariprazine (Reagila) | 1 |
gebruik van avapritinib (Ayvakyt) | 1 |
toediening van leuproreline (Eligard, Lucrin) | 1 |
gebruik van DuaklirGenuair (aclidinium bromide/formoterol) | 1 |
gebruik van osimertinib (Tagrisso) | 1 |
gebruik van ivabradine (Procoralan) | 1 |
gebruik van bedaquiline (Sirturo) | 1 |
syndroom van Rett | 1 |
gebruik van safinamide (Xadago) | 1 |
gebruik van lithium (Camcolit, Priadel) | 1 |
gebruik van dabrafenib (Tafinlar) | 1 |
gebruik van granisetron pleister (Sancuso) | 1 |
toediening van granisetron per injectie of infuus | 1 |
gebruik van periciazine (Neuleptil) | 1 |
toediening van palonosetron (Aloxi) per injectie of infuus | 1 |
gebruik van tivozanib (Fotivda) | 0,8 |
lange-QT-tijdsyndroom type 9 | 0,8 |
gebruik van ciprofloxacine (Ciproxin) tabletten | 0,8 |
gebruik van enzalutamide (Xtandi) | 0,8 |
gebruik van ofloxacine (Tarivid) | 0,7 |
gebruik van pentamidine | 0,7 |
gebruik van cinacalcet (Mimpara) | 0,6 |
gebruik van solifenacine (Vesicare) | 0,5 |
toediening van triptoreline (merknamen: Decapeptyl, Gonapeptyl, Pamorelin, Salvacyl, Triptofem) | 0,5 |
gebruik van nilotinib (Tasigna) | 0,5 |
hypokaliëmische periodieke paralyse | 0,5 |
gebruik van atazanavir (Reyataz) | 0,5 |
ketotische glycinemie | 0,4 |
gebruik van amiodaron (Cordarone) tabletten | 0,4 |
gebruik van capecitabine (Xeloda) | 0,4 |
toediening van procaïnamide (Pronestyl) | 0,4 |
gebruik van bicalutamide (Casodex, Biluron) | 0,4 |
gebruik van mizolastine (Mizollen) | 0,4 |
gebruik van bosutinib (Bosulif) | 0,3 |
gebruik van thioridazine | 0,3 |
toediening van apomorfine (APO-go, Dacepton) | 0,3 |
gebruik van posaconazol (Noxafil) | 0,3 |
gebruik van tamoxifen | 0,3 |
gebruik van ciprofloxacine drank | 0,3 |
gebruik van amisulpride (Aktiprol) | 0,3 |
gebruik van levofloxacine tabletten | 0,3 |
syndroom van Andersen-Tawil (cardiodysritmische kalium-gevoelige periodieke paralyse) | 0,2 |
gebruik van clomipramine | 0,2 |
gebruik van escitalopram (Lexapro, Sipralexa) | 0,2 |
gebruik van eltrombopag (Revolade) | 0,2 |
gebruik van levofloxacine per inhalatie (Quinsair) | 0,2 |
gebruik van dasatinib (Sprycel) | 0,2 |
gebruik van roxitromycine | 0,2 |
toediening van ondansetron (Zofran) per injectie of infuus | 0,2 |
gebruik van nilutamide (Anandron) | 0,2 |
gebruik van pimozide (Orap) (gebruik van pimozide (Orap)) | 0,2 |
gebruik van disopyramide (Ritmoforine) (gebruik van disopyramide (Ritmoforine)) | 0,2 |
gebruik van kinidine (gebruik van kinidine) | 0,2 |
gebruik van sunitinib (Sutent) (gebruik van sunitinib (Sutent)) | 0,2 |
syndroom van Timothy (lange QT-syndroom type 8) | 0,1 |
gebruik van aripiprazol (Abilify) tabletten (gebruik van aripiprazol (Abilify) tabletten) | 0,1 |
gebruik van flufenazine (Anatensol) | 0,1 |
gebruik van lanthaancarbonaat (Fosrenol) | 0,1 |
gebruik van efavirenz (Stocrin) | 0,1 |
gebruik van busereline (Suprefact) neusspray | 0,1 |
gebruik van sertraline (Zoloft) | 0,1 |
toediening van ciprofloxacine per injectie of infuus | 0,1 |
toediening van amiodaron (Cordarone) per injectie of infuus | 0,1 |
gebruik van lenalidomide (Revlimid) | 0,1 |
gebruik van indapamide | 0,08 |
toediening van gosereline (Zoladex) | 0,08 |
gebruik van flupentixol (Fluanxol) tabletten | 0,07 |
gebruik van pipamperon (Dipiperon) | 0,07 |
toediening van flupentixol (Fluanxol) injectie | 0,07 |
gebruik van cabozantinib (Cometriq) | 0,06 |
gebruik van sorafenib (Nexavar) | 0,06 |
gebruik van chloralhydraat | 0,06 |
gebruik van vemurafenib (Zelboraf) | 0,05 |
toediening van foscarnet (Foscavir) | 0,05 |
gebruik van mianserine | 0,05 |
gebruik van broomperidol (Impromen) druppelvloeistof | 0,05 |
gebruik van tiapride (Tiapridal) | 0,05 |
toediening van ofatumumab (Arzerra) | 0,05 |
gebruik van zuclopentixol (Cisordinol) druppelvloeistof | 0,05 |
gebruik van zuclopentixol (Cisordinol) tabletten | 0,05 |
toediening van zuclopentixol (Cisordinol) depot-injectie | 0,05 |
gebruik van chloorprotixeen (Truxal) | 0,05 |
toediening van broomperidol (Impromen) depot injecties | 0,04 |
toediening van eribuline (Halaven) | 0,04 |
gebruik van delamanide (Deltyba) | 0,04 |
implantatie van busereline (Suprefact) depot | 0,04 |
gebruik van ranolazine (Ranexa) | 0,04 |
gebruik van pregabaline (Lyrica) | 0,03 |
gebruik van famotidine | 0,03 |
toediening van levofloxacine per injectie of infuus (levofloxacine IV) | 0,03 |
gebruik van pazopanib (Votrient) | 0,02 |
gebruik van trimipramine (Surmontil) | 0,02 |
gebruik van sulpiride (Dogmatil) | 0,02 |
gebruik van maprotiline (Ludiomil) | 0,02 |
toediening van abarelix (Plenaxis) | 0,02 |
gebruik van asenapine (Saphris) | 0,02 |
gebruik van entrectinib (Rozlytrek) | 0,01 |
toediening van artesunaat (Malacef 60) | 0,001 |
gebruik van ziprasidon (Zeldox) | 0,001 |
toediening van ziprasidon (Zeldox) per injectie | 0,001 |