Bijgewerkt op 17 oktober 2014
Wat is het?
Cystoscopie is een onderzoek waarbij via een slangetje in de plasbuis kan worden gekeken in de blaas. Dit onderzoek wordt gedaan door een uroloog. Door de binnenkant van de blaas te beoordelen kan de uroloog vaak een diagnose stellen. Ook kan tijdens het onderzoek een stukje weefsel worden afgenomen dat vervolgens door een patholoog anatoom kan worden beoordeeld onder de microscoop.
In de volksmond wordt cystoscopie ook wel ‘blaasspiegeling’ genoemd.
Wanneer wordt cystoscopie verricht?
Een cystoscopie wordt verricht als de arts vermoedt dat een aandoening van de blaas de oorzaak is van de klachten. Bij de volgende aandoening kan cystoscopie een rol spelen bij het stellen van de diagnose:
- Blaaspoliep
- Blaaskanker
- Blaaspijnsyndroom (interstitiële cystitis)
- Hemorrhagische cystitis
Hoe gaat een cystoscopie?
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een uroloog. Voor dit onderzoek moet je onderlijk ontbloot zijn. Na ontsmetting rond de ingang van de plasbuis wordt een slangetje in de plasbuis ingevoerd. Het slangetje wordt opgevoerd tot in de blaas. Het slangetje is verbonden met een videocamera waarmee opnamen van de binnenkant van de blaas kunnen worden gemaakt. Op een monitor kan de uroloog deze beelden bekijken. Aan het aspect van de het blaasslijmvlies kan de uroloog beoordelen of er bepaalde afwijkingen zijn. Als niet gelijk duidelijk is om welke aandoening het gaat kan een stukje weefsel uit de blaas worden weggenomen voor onderzoek. Dit weefsel wordt vervolgens door een patholoog-anatoom bestudeerd onder de microscoop. De uitslag van dit onderzoek is vaak pas een aantal dagen tot weken later bekend.