Bijgewerkt op 25 mei 2021
Wat is de maag?
De maag is een orgaan in de buik dat helpt bij de vertering van ons voedsel. Doorgeslikt voedsel komt eerst in de slokdarm en vervolgens in de maag. Vanuit de maag wordt het beetje bij beetje doorgegeven aan de dunne darm. In de dunne darm en dikke darm vindt verdere vertering van het voedsel plaats.
Waar zit de maag?
De maag zit links bovenin de buikholte en wordt ingedeeld in verschillende delen. Dat is zichtbaar op de onderstaande afbeelding. Direct onder de slokdarm zit de ‘cardia’ oftewel het cardiale (‘hart’) gedeelte van de maag. Het koepelvormig ‘plafond’ van de maag wordt de ‘fundus’ genoemd. Het midden van de maag heet het corpus. Het onderste deel van de maag wordt antrum (voorportaal) genoemd, en de sluitspier richting de twaalfvingerige darm (duodenum) wordt maagportier (pylorus) genoemd.
De binnenkant van de maag is bedekt met een dikke slijmvlieslaag, het maagslijmvlies. In het maagslijmvlies zitten klieren. Deze klieren produceren maagsap.
Functie van de maag
De maag speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering, maar ook als voedselreservoir.
Spijsvertering
De maag speelt een rol bij de vertering van voedsel. Voedsel komt vanuit de slokdarm in het bovenste deel van de maag terecht. Het voedsel passeert daarbij een sluitspiertje aan de onderkant van de slokdarm. Nadat het voedsel in in de maag zit zal het sluitspiertje samentrekken om te voorkomen dat de voedselbrij terug de slokdarm in gaat. Vervolgens wordt de voedselbrij in de maag gekneed en tegelijkertijd naar de onderkant van de maag ‘geduwd’.
In de maag komt het voedsel in contact met maagsap. Maagsap bevat onder bevordert de vertering van voedsel in de maag. Het bevat zoutzuur en spijsverteringsenzymen. Het zoutzuur in maagsap doodt bacteriën die via het voedsel in de maag terechtkopen. Ook activeert het de spijsverteringsenzymen.
Gemiddeld blijft de voedselbrij zo’n drie uur in de maag.
Voedselreservoir
De maag kan flink uitrekken en maximaal zo’n 3-4 liter voedselbrij bevatten. Daarmee heeft de maag ook de functie van ‘voedselreservoir’. Hiermee wordt voorkomen dat voedsel te snel in de dunne darm terechtkomt. Aan het uiteinde van de maag bevindt zich de zogenaamde ‘pylorus’. Dit is de sluitspier van de maag. De pylorus zorgt ervoor dat de voedselbrij beetje bij beetje wordt afgegeven aan de dunne darm.
Naarmate de maag zich vult met voedsel zal een prikkel vanuit de maag naar de hersenen worden gestuurd die aangeeft dat je een ‘vol gevoel’ hebt. Dat zorgt ervoor dat je op een gegeven moment stopt met eten.
Bij een overvolle maag bestaat het risico van het ontstaan van een maagscheur (maagruptuur). De kans hierop is uitermate klein. Voordat het zover is zal eerst een braakneiging ontstaan.
Aandoeningen van de maag?
Hieronder een overzicht van aandoeningen waarbij de maag betrokken is. Het getal achter de diagnose is een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland de betreffende aandoening krijgt. Dit getal wordt de incidentie van een ziekte genoemd.
- chronische ontsteking van het maagslijmvlies (chronische gastritis) – 18.000
- maagbloeding – 12.500
- ontsteking van het maagslijmvlies door de Helicobacter bacterie (chronische gastritis door H. pylori) – 12.500
- prikkeling van het maagslijmvlies (irritatie van het maagslijmvlies) – 10.000
- maagverlamming (vertraagde maaglediging, gastroparese) – 9.000
- maagzweer (ulcus ventriculi) – 5.070
- ontsteking van het maagslijmvlies (acute gastritis) – 4.500
- maagzweer (ulcus ventriculi) – 3.500
- ontsteking van het maagslijmvlies door alcoholgebruik (alcoholische gastritis) – 3.000
- syndroom van cyclisch braken – 2.500
- maagkanker (maagcarcinoom) – 1.800
- auto-immuun gastritis – 1.500
- maagperforatie – 900
- dieulafoy-laesie (bloedende slagader) – 800
- stress gastritis – 650
- fundic gland polyposis – 500
- maagpoliep – 500
- uitstulping van de maagwand (maagdivertikel) – 500
- maagverwonding (maagletsel) – 300
- ziekte van Ménétrier – 250
- bezoar – 200
- gastrointestinale stromatumor (GIST) – 170
- spataderen in de maagfundus (fundusvarices) – 150
- vernauwing van de maaguitgang (verworven pylorusstenose) – 100
- maagdraaiing (volvulus) – 80
- erfelijke maagkanker (erfelijke diffuse maagkanker) – 75
- bloedende spataderen in de maagfundus (bloedende fundusvarices) – 50
- haarbal (trichobezoar) – 50
- portal hypertensive gastropathy – 50
- maagscheuring (maagruptuur) – 25
- MALT-lymfoom – 25
- lactobezoar – 20
- maagsarcoïdose – 5
- duplicatiecyste – 4
- draaiing van een in de borstholte gelegen maag (intrathoracale maagvolvulus) – 2
Mensen bij wie een groot deel van de maag is weggenomen lopen het risico dat voedsel te snel vanuit de maag in de dunne darm terechtkomt. Dit kan leiden tot het zogenaamde ‘dumping syndroom’.
Engelse vertaling
De gegevens in dit overzicht zijn afkomstig van de Simpto-database. De Simpto-database bevat informatie over de epidemiologie en symptomatologie van ruim 8.500 ziektebeelden en andere diagnoses. Daarnaast bevat de database informatie over meer dan 2.500 verschillende symptomen en klinische bevindingen. Voor al deze symptomen en klinische bevindingen bevat de database een differentiaal diagnose. Een aantal van deze differentiaal diagnoses zijn gepubliceerd op deze website. Kijk hiervoor onder ‘symptomen‘.
Uitgegeven door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 9 september 2015
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 18 oktober 2018