Bijgewerkt op 8 januari 2024
Wat zijn gonadotrofinen?
Gonadotrofinen zijn hormonen die in de hersenen worden aangemaakt door de hypofyse, vervolgens in het bloed worden uitgescheiden, en via het bloed in de geslachtsklieren (gonaden) terechtkomen. Daar bevorderen ze bij vrouwen voor de rijping van eicellen (in de eierstokken) en bij mannen de aanmaak van zaadcellen (in de teelballen).
Er zijn twee verschillende gonadotrofinen, namelijk follikel stimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH). Ze worden allebei door de hypofyse in de hersenen aangemaakt en uitgescheiden.
Welke functie hebben ze?
FSH
Bij vrouwen bevordert FSH de groei en rijping van follikels in de eierstokken (ovaria). Tevens stimuleert het de aanmaak van oestrogenen door deze follikels. Bij mannen bevordert FSH de aanmaak van zaadcellen (spermatozoa).
LH
Bij mannen bevordert LH de aanmaak van testosteron door de Leydig-cellen in de zaadballen. Bij vrouwen bevordert LH het ontstaan van een zogenaamd corpus luteum in de eierstokken.
Gonadotrofinen als geneesmiddel
Overzicht van geneesmiddelen
De volgende gonadotrofinen zijn als geneesmiddel beschikbaar in Nederland:
- choriongonadotrofine (merknaam: Pregnyl)
- choriongonadotrofine alfa (merknaam: Ovitrelle)
- corifollitropine alfa (merknaam: Elonva)
- follitropine (merknamen: Bemfola, Gonal-F, Ovaleap, Puregon, Rekovelle)
- follitropine/lutropine (merknaam: Pergoveris)
- lutropine (merknaam: Luveris)
- menopauzegonadotrofine (merknamen: Menopur, Meriofert)
- urofollitropine (merknaam: Fostimon)
Bij welke aandoeningen worden ze gebruikt?
Gonadotrofinen worden gebruikt bij vruchtbaarheidsbehandelingen, namelijk om meerdere follikels in de eierstokken te laten rijpen (gecontroleerde ovariële hyperstimulatie) en om de eisprong tot stand te brengen (ovulatie-inductie).
Welke bijwerkingen kunnen gonadotrofinen geven?
Toediening van gonadotrofinen kan leiden tot het zogenaamde ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS). Deze aandoening leidt tot vergroting van de eierstokken door ontwikkeling van veel follikels. Dit kan leiden tot klachten als opgezette buik, buikpijn, misselijkheid, braken, diarree, dorst, en minder plassen (oligurie).