Pathologische anatomie

Bijgewerkt op 9 mei 2021

Wat is pathologische anatomie?

Pathologische anatomie is een vak dat zich bezighoudt met onderzoek naar afwijkingen in organen en weefsels van zieke of overleden mensen. Een arts die is gespecialiseerd in pathologische anatomie wordt ‘patholoog anatoom‘ of ‘patholoog’ genoemd.

Het doel van de patholoog anatoom is het stellen van een diagnose. Bij zieke mensen is dat van belang om de juiste behandeling in te kunnen stellen. Bij overledenen wordt het gedaan om de doodsoorzaak vast te stellen.

Een apart onderdeel van de pathologische anatomie is de forensische pathologie. De forensisch patholoog probeert de doodsoorzaak vast te stellen bij iemand die niet op natuurlijke wijze – door ouderdom of ziekte – om het leven is gekomen.

Wat doet de patholoog anatoom?

Een patholoog-anatoom onderzoekt organen of weefsels van zieke of overleden mensen om erachter te komen welke aandoening de ziekte of het overlijden van de patiënt heeft veroorzaakt. Organen of weefsels van zieke mensen kunnen worden verkregen door een biopsie of tijdens een operatie. Organen of weefsels van overleden mensen kunnen worden verkregen door sectie te plegen op het lichaam. Hierbij wordt het lichaam opengesneden en organen en weefsels verwijderd.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen macroscopische en microscopische pathologische anatomie.

Macroscopische pathologische anatomie

Hiermee wordt bedoeld het bestuderen van afwijkingen aan organen en weefsels met het blote oog, dus zonder gebruik te maken van een microscoop.

Microscopische pathologische anatomie

Hiermee wordt bedoeld het bestuderen van afwijkingen aan organen en weefsels met behulp van een microscoop. Dat kan een gewone lichtmicroscoop zijn, maar soms wordt ook gebruik gemaakt van een electronenmicroscoop. Met een lichtmicroscoop wordt maximaal zo’n 1.000x vergroot. Een electronenmicroscoop kan nog veel verder vergroten.

Voor het bestuderen van weefsels en organen onder de microscoop moet eerst een stukje weefsel worden weggenomen. Dit gebeurt vaak met een zogenaamde ‘biopsie’. Bij bijvoorbeeld een huidbiopsie wordt een stukje huid uit een huidafwijking weggenomen. Bij een beenmergbiopsie wordt een stuk bot met daarin het beenmerg weggenomen. Maar het kan ook voorkomen dat weefsel wordt verkregen tijdens een operatie.

Het weefsel wordt vervolgens bewerkt zodat het in dunne plakjes gesneden kan worden. Dat is nodig om het weefsel onder de microscoop te kunnen bekijken. De plakjes worden ‘coupes’ genoemd. Ook kan het nodig zijn om de coupes te kleuren met bepaalde kleurstoffen. Daarmee kunnen bepaalde onderdelen van het weefsel duidelijker in beeld worden gebracht.

Digitale pathologie

Tegenwoordig worden de beelden van weefsels onder de microscoop vaak gedigitaliseerd. Hierbij worden de coupes met geavanceerde scanners ingescand. Vervolgens kunnen de gescande bestanden op een computerscherm worden getoond. Een voordeel is ook dat de bestanden makkelijker gedeeld kunnen worden met anderen, bijvoorbeeld voor onderwijsdoeleinden of om een ‘second opinion’ van een andere patholoog te vragen. Ook is het tegenwoordig mogelijk om bepaalde computerprogramma’s afwijkingen in de coupes te laten opsporen.

Forensische pathologie

Een apart onderdeel van de pathologische anatomie is de forensische pathologie. Een forensisch patholoog-anatoom onderzoekt lichaam en weefsels van mensen die op niet natuurlijke wijze om het leven zijn gekomen, en probeert te achterhalen wat de doodsoorzaak is geweest.

Engelse term

anatomical pathology

Scroll naar boven