Bijgewerkt op 30 mei 2021
Wat is gastro-enterologie?
Gastro-enterologie is een medisch vakgebied dat zich bezighoudt met ziekten van de maag en de darmen.
Een arts die gespecialiseerd is in de gastro-enterologie wordt gastro-enteroloog of maag-darm-arts genoemd. Vaak wordt ook gesproken van een Maag-Darm-Lever-arts (MDL-arts), omdat in veel ziekenhuizen gastro-enterologen ook mensen met leverziekten behandelen. In grote ziekenhuizen of academische ziekenhuizen worden mensen met leverziekten echter vaak behandeld door een in leverziekten gespecialiseerde gastro-enteroloog. Dit wordt een leverziektenspecialist of hepatoloog genoemd.
Een ander onderdeel van de gastro-enterologie is de proctologie. Dat is een specialisme dat zich bezighoudt met ziekten van de endeldarm en de anus.
Een gastro-enterologisch chirurg is een chirurg die zich bezighoudt met de operatieve behandeling van maagdarmziekten.
Wat doet een gastro-enteroloog?
Een gastro-enteroloog is gespecialiseerd in het stellen van diagnoses en het behandelen van mensen met ziekten van het maagdarmkanaal.
Onderzoeken en ingrepen in de gastro-enterologie
Voor het stellen van een diagnose maakt de gastro-enteroloog gebruik van endoscopie. Endoscopie is een techniek waarmee via een slangetje in het maagdarmkanaal kan worden gekeken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- kijkonderzoek van de slokdarm (oesofagoscopie)
- kijkonderzoek van de maag (gastroscopie)
- kijkonderzoek van de twaalfvingerige darm (duodenoscopie)
- kijkonderzoek van de dikke darm (coloscopie)
Tijdens een endoscopisch onderzoek kan de gastro-enteroloog kijken of afwijkingen zichtbaar zijn. Als dat het geval is wordt vaak een stukje weefsel uit een afwijking weggenomen voor onderzoek. Het wegnemen van een stukje weefsel wordt biopsie genoemd. Het weggenomen stukje weefsel wordt biopt genoemd. Het biopt wordt door een patholoog onder de microscoop bekeken. Op grond van de afwijkingen in het biopt kan vaak een diagnose worden gesteld.
Soms wordt tijdens een endoscopisch onderzoek een ingreep gedaan. Zo kunnen bijvoorbeeld tijdens een coloscopie poliepen uit de dikke darm worden verwijderd. Ook een ERCP is een voorbeeld van een endocopisch onderzoek waarbij een ingreep wordt verricht.
Welke ziekten worden door een gastro-enteroloog behandeld?
Hieronder een uitgebreid overzicht van aandoeningen die vallen onder de gastro-enterologie.
- aanhoudende ontsteking van de alvleesklier (chronische pancreatitis)
- aardbeiengalblaas (cholesterolose van de galblaas)
- abces in de wand van de maag (maagwandabces)
- abnormaal lange dikke darm (dolichocolon)
- achalasie van de slokdarm (oesofagusachalasie)
- acute necrotiserende oesofagitis
- afsluiting van de galgang (choledochus-obstructie)
- afwijkend bloedvat in de dikke darm (angiodysplasie in het colon)
- afwijkende bloedvaatjes in de dunne darm (angiodysplasie in de dunne darm)
- alcoholische leverziekte (alcoholische leverziekte)
- alcoholische vetlever (alcoholische steatose)
- alvleesklierabces (pancreasabces)
- amoeboom in de dikke darm (amoeboom in het colon)
- auto-immuun gastritis
- auto-immuun hepatitis
- auto-immuunhepatitis door geneesmiddelen (geneesmiddelgeïnduceerde auto-immuunhepatitis)
- bacteriële overgroei in de dunne darm
- Barrett slokdarm (Barrett oesofagus)
- bezoar
- biliaire pseudolithiasis
- blinde lis syndroom (blind loop syndrome)
- bloedend divertikel van Meckel
- bloedende slagader in de maag (dieulafoy-laesie)
- bloedende spataderen in de maag (bloedende fundusvarices)
- bloeding uit slokdarmspataderen (oesofagusvaricesbloeding)
- bloeduitstorting in de wand van de slokdarm (oesofagushematoom)
- Brainerd’s diarrhea (postinfectieuze diarree)
- buisje in de galwegen (stent in de ductus choledochus)
- Candida-infectie van de slokdarm (Candida oesofagitis)
- carcinoïd
- chronische hepatitis B
- chronische ontsteking van de maag (chronische gastritis)
- colitis ulcerosa
- ontsteking van de dikke darm met vorming van collageen bindweefsel (collagene colitis)
- darmontsteking met vorming van collageen bindweefsel (collagene enteritis)
- cryptosporidiose
- cyste in de alvleesklier (pancreascyste)
- cysteadenoom van de lever
- darmtuberculose (intestinale tuberculose)
- divertikel van Killian-Jamieson
- divertikel van Meckel
- divertikelbloeding
- divertikelziekte van de dikke darm (diverticulose van het colon)
- divertikelziekte van de dunne darm (diverticulose van de dunne darm)
- doorgeslikt kunstgebit (doorgeslikte gebitsprothese)
- dunnedarmbloeding
- eosinofiele cholangitis
- eosinofiele colitis
- eosinofiele maagdarmontsteking (eosinofiele gastroenteritis)
- eosinofiele oesofagitis
- extreem overgewicht (morbide obesitas)
- familiaire adenomateuze polypose
- foie appendiculaire (pyleflebitis bij appendicitis)
- functionele verstopping (chronische functionele obstipatie)
- galblaaspoliep
- galgangcyste (choledochuscyste)
- galgangontsteking (acute cholangitis)
- galgangvernauwing (stenose van de ductus choledochus)
- galstenen (cholelithiasis)
- galstenen in de grote galgang (choledocholithiasis)
- gastrinoom van de alvleesklier (gastrinoom van de alvleesklier)
- gastrinoom van de dunne darm (gastrinoom van de dunne darm)
- gespleten alvleesklier (pancreas divisum)
- gestoorde opname van ijzer in het bloed (ijzerresorptiestoornis)
- glucose-galactose resorptiestoornis syndroom
- goedaardig gezwel van de kliertjes van Brunner (Brunner-adenoom)
- haarbal (trichobezoar)
- hemangioom van de dikke darm (hemangioom van het colon)
- hemangioom van de dunne darm
- hemosuccus pancreaticu
- hepatitis A
- hepatitis B
- herpes van de slokdarm (herpes oesofagitis)
- Hirschsprung-enterocolitis
- histaminevergiftiging (histamine-intoxicatie)
- hyperalimentatie bij parenterale voeding
- idiopathische myo-intimale hyperplasie van de mesenteriale venen
- infectie van de darm door Balantidium coli (balantidiasis)
- infectie van de darm door Campylobacter-bacterie (Campylobacter enteritis)
- infectie van de darm door Clostridium-bacterie (Clostridium difficile-geassocieerde diarree)
- infectie van de darm door Cyclospora cayetanensis
- infectie van de darm door Cystoisospora belli
- infectie van de darm door cytomegalovirus (CMV-enteritis)
- infectie van de darm door Entamoeba polecki
- infectie van het maagdarmkanaal door E. coli (E.coli enteritis)
- ingedikte-galsyndroom
- insulinoom
- ischemische cholangitis
- leiomyoom van de slokdarm (leiomyoom van de oesofagus)
- lekkage van eiwitten uit het bloed naar de darm (protein-losing enteropathy)
- maagbloeding
- maagpoliep
- maagverlamming (gastroparese)
- maagzuur in de luchtwegen (maagzuuraspiratie)
- maagzweer (ulcus ventriculi)
- Mallory-Weiss scheurtjes
- microscopische colitis
- mitochondrial neurogastrointestinal encephalopathy syndrome
- Mycobacterium avium intracellulare-infectie van de darm
- niet goed werkende alvleesklier (exocriene pancreas insufficiëntie)
- niet-alcoholische vetlever (niet-alcoholische steatose)
- niet-dysenterische amoebencolitis
- ontsteking in de poortader ten gevolge van een ontstoken divertikel (pyleflebitis bij diverticulitis)
- ontsteking van de alvleesklier (acute pancreatitis)
- ontsteking van de alvleesklier door alcohol (alcoholische pancreatitis)
- ontsteking van de alvleesklier door gebruik van PEG-interferon met ribavirine
- ontsteking van de darmen door bestraling (bestralingsenteritis)
- ontsteking van de dikke darm door zuurstoftekort (acute ischemische colitis)
- ontsteking van de endeldarm (proctitis)
- ontsteking van de endeldarm door bestraling (radiatieproctitis)
- ontsteking van de lymfeklieren in de buik (lymfadenitis mesenterica)
- ontsteking van de maag (acute gastritis)
- ontsteking van de maag door alcoholgebruik (alcoholische gastritis)
- ontsteking van de poortader (flebitis van de vena portae)
- ontsteking van de slokdarm door bestraling (bestralingsoesofagitis)
- ontsteking van de slokdarm door cytomegalovirus (CMV-oesofagitis)
- ontsteking van de slokdarm door inname van etsende stoffen (caustische oesofagitis)
- ontsteking van het maagslijmvlies door de Helicobacter bacterie (chronische gastritis door H. pylori)
- ontstoken divertikel (acute diverticulitis)
- ontstoken divertikel van Meckel
- onvoldoende opname van voedingsstoffen in het bloed (malabsorptiesyndroom)
- ophoping contrastmiddel in de darmen (ophoping contrastmiddel in de darmen)
- overgevoelig voor gluten (coeliakie)
- persisterende vlokatrofie
- poliep in de dikke darm (polyposis coli)
- polypose van de maag (fundic gland polyposis)
- porphyria cutanea tarda – type I
- porphyria cutanea tarda – type II
- portal hypertensive colopathy
- portal hypertensive gastropathy
- prikkeling van het maagslijmvlies (irritatie van het maagslijmvlies)
- primaire scleroserende cholangitis
- pseudocyste van de alvleesklier (pseudocyste van het pancreas)
- pseudomembraneuze colitis
- refluxziekte (gastro-oesofageale refluxziekte)
- reizigersdiarree (enteritis veroorzaakt door E. coli)
- ringvormige alvleesklier (pancreas annulare)
- salmonellose (Salmonella enterocolitis)
- sarcoïdose van de maag
- Schatzki-ring
- scleroserende mesenteritis
- short bowel syndroom
- slecht werkende alvleesklier
- slokdarmkramp (oesofagusspasme)
- slokdarmweb (oesofagusweb)
- slokdarmzweer (ulcus oesofagi)
- spastische dikkedarm (prikkelbare darm syndroom)
- spastische galblaas
- spataderen in de dikke darm (colonvarices)
- spataderen in de dunne darm (dunne darm varices)
- spataderen in de maag (fundusvarices)
- spataderen in de slokdarm (oesofagusvarices)
- spoelworminfectie (ascariasis)
- steenharde bal ontlasting in de endeldarm (rectale fecoliet)
- sucrose intolerantie
- syndroom van Chilaiditi (hepatodiafragmatische interpositie)
- syndroom van Cronkhite-Canada
- syndroom van cyclisch braken
- syndroom van Fitz-Hugh-Curtis
- syndroom van Ogilvie (idiopathische intestinale pseudo-obstructie)
- syndroom van Plummer-Vinson
- tekort aan intrinsic factor (verworven tekort aan intrinsic factor)
- uitgezette dikke darm (megacolon)
- uitgezette endeldarm (megarectum)
- uitgezette slokdarm (megaoesofagus)
- uitstulping van de maagwand (maagdivertikel)
- vaatwandontsteking in de dikke darm
- vaatwandontsteking in de dunne darm
- vaatwandontsteking in de endeldarm
- vastzittende ontlasting (fecale impactie)
- verminderde beweeglijkheid van de slokdarm (hypomobiliteit van de oesofagus)
- vernauwing van de slokdarm (oesofagusstrictuur)
- verstopping van de galwegen (cholestase)
- verstopte PEG-sonde
- vertraagde maaglediging (gastroparese)
- vertraagde maaglediging door suikerziekte (diabetische gastroparese)
- verwonding aan de slokdarm (oesofagusletsel)
- vetlever tijdens de zwangerschap (zwangerschapssteatose)
- villeus adenoom van de dikke darm (villeus adenoom van het colon)
- villeus adenoom van de dunne darm (villeus adenoom van het duodenum)
- villeus adenoom van de papil van Vater
- vitamine B1-tekort (thiaminedeficiëntie)
- vitamine E-tekort (vitamine-E deficiëntie)
- vlokatrofie door geneesmiddelen (medicatie-geïnduceerde vlokatrofie)
- voorwerp in de slokdarm (corpus alienum in de oesofagus)
- VTEC-infectie
- watermeloenmaag (gastric antral vascular ectasia)
- wegspuiten van spataderen in de slokdarm (sclerotherapie van slokdarmvarices)
- Zenker divertikel
- ziekte van Crohn (enteritis regionalis)
- ziekte van Ménétrier
- ziekte van Whipple
- zwarte slokdarm (acute oesofageale necrose)
- zweer van de dunne darm (ulcus duodeni)
Ik ben op zoek naar mensen die bekend zijn met het Roemheldsyndrome
Blijkbaar kennen de meeste cardiologen of maag lever darm artsen niks van dit syndrome