Pacemaker implantatie

Bijgewerkt op 12 mei 2025 door Simpto.nl

Wat is een pacemaker?

Een pacemaker is een klein medisch apparaat dat wordt geïmplanteerd om het hartritme te regelen. Het apparaat stuurt elektrische prikkels naar het hart wanneer het te langzaam of onregelmatig klopt. Implantatie van een pacemaker is een veelvoorkomende en relatief veilige ingreep die de levenskwaliteit kan verbeteren en die soms levensreddend is.

Wanneer is een pacemaker nodig?

Een pacemaker wordt meestal voorgeschreven bij hartritmestoornissen, zoals bradycardie (een te trage hartslag) of hartblok. Symptomen die daarbij op kunnen treden zijn onder andere duizeligheid, flauwvallen, vermoeidheid, kortademigheid of hartkloppingen. Een cardioloog stelt de diagnose op basis van klachten, een hartfilmpje (ECG) en soms langdurige ritmeregistratie, en bepaalt of implantatie van een pacemaker zinvol is.

Hoe wordt een pacemaker geimplanteerd?

De ingreep

De implantatie vindt meestal plaats onder lokale verdoving en duurt ongeveer 1 tot 2 uur. Via een kleine snede onder het sleutelbeen wordt de pacemaker onder de huid geplaatst. Elektroden worden via een ader naar het hart geleid en verbonden met het apparaat. Deze elektroden registreren het hartritme en geven indien nodig elektrische impulsen af.

Na de ingreep

De patiënt blijft doorgaans een nacht in het ziekenhuis ter observatie. De wond wordt verzorgd en de werking van het apparaat gecontroleerd. Binnen enkele dagen kunnen de meeste mensen hun dagelijkse activiteiten hervatten, al is zwaar tillen tijdelijk af te raden.

De batterijen van een pacemaker gaan meestal 7-12 jaar mee. Hierna wordt de pacemaker vervangen. Dat gebeurt meestal met een ingreep die eenvoudiger is dan de oorspronkelijke implantatie van de pacemaker.

Regelmatige controle is belangrijk voor optimale werking. Patiënten krijgen een identificatiekaart mee en leren welke apparaten of situaties ze beter kunnen vermijden.

Welke complicaties kan het geven?

Hoewel de ingreep veilig is, zijn er risico’s:

  • Bloeduitstorting of zwelling bij de wond.
  • Infectie, soms met noodzaak tot verwijdering van het apparaat.
  • Klaplong (pneumothorax) door prikken van de long tijdens het inbrengen van elektroden (zeldzaam).
  • Verplaatsing van elektroden, waardoor de pacemaker niet goed werkt, met als gevolg:
    • Hartritmestoornissen (zeer zeldzaam)
  • Perforatie van het hart (zeer zeldzaam)

Op langere termijn kunnen ook voorkomen:

  • Pacemaker-syndroom (duizeligheid, vermoeidheid bij ongunstige instellingen).
  • Batterij- of apparaatstoringen die vervanging noodzakelijk maken.
  • Huidproblemen of zichtbaarheid van het apparaat bij dunne huid.
  • Beïnvloeding door elektromagnetische velden, zoals MRI’s of beveiligingspoorten.
  • Psychologische impact, zoals angst of onzekerheid, vooral direct na de implantatie.

Niet gevonden wat je zocht?

Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt feedback geven op het artikel, vragen stellen en/of aanvullingen of adviezen geven. Andere lezers kunnen daar weer op reageren. Zo kan een levendige discussie ontstaan. Reacties worden niet automatisch gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie van Simpto.nl gezien zijn. Daar kan soms enige uren overheen gaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven