Bijgewerkt op 13 november 2023
Betekenis urobilinogeen in urine?
Urobilinogeen ontstaat bij de afbraak van hemoglobine uit rode bloedcellen. Er normaal gesproken altijd een beetje urobilinogeen in de urine. Een verhoogd urobilinogeen gehalte in de urine wijst meestal op een verhoogde afbraak van rode bloedcellen (hemolyse) of een aandoening van de lever. Een verlaagd urobilinogeen gehalte in de urine wijst meestal op een afsluiting van de galwegen, bijvoorbeeld door galstenen of een gezwel.
Bilirubine en urobilinogeen
Urobilinogeen is een stofje dat gemaakt wordt uit bilirubine. Bilirubine komt vrij als oude rode bloedcellen (erytrocyten) worden afgebroken. Het hemoglobine dat daarbij vrijkomt wordt omgezet in onder andere bilirubine.
Bilirubine wordt vanuit de lever uitgescheiden in de gal. Via de gal komt het in de dunne darm terecht. In het laatste stukje van de dunne darm en in de dikke darm wordt bilirubine door darmbacteriën omgezet in urobilinogeen. Vanuit de darm wordt ongeveer 80% uitgescheiden via de ontlasting. De resterende 20% wordt opgenomen in het bloed van de poortader.
Van de 20% die wordt opgenomen in het bloed zal het meeste in de lever terechtkomen. Daar wordt het opnieuw via de gal uitgescheiden. Deze cyclus wordt de ‘enterohepatische kringloop’ genoemd.
Als het bloed door de nieren stroomt wordt een klein deel van het urobilinogeen uit het bloed gefilterd. Zo komt een klein beetje urobilinogeen in de urine terecht.
Normale waarde urobilinogeen in urine
Het normale urobilinogeen gehalte van de urine varieert van 0,1–1,8 mg/dl (1,7–30 µmol/l). Een waarde hoger dan 2,0 mg/dl (34 µmol/l) is wordt als verhoogd beschouwd. Deze waarden kunnen van laboratorium tot laboratorium verschillen.
Afwijkende waarden voor urobilinogeen in urine
Er zijn verschillende oorzaken voor stijging en daling van het urobilinogeen gehalte in de urine.
Verhoogd urobilinogeen in urine
Het urobilinogeen gehalte van de urine kan omhoog gaan door de volgende aandoeningen:
- Versterkte bloedafbraak – Toename van de hoeveelheid bilirubine in het bloed, bijvoorbeeld door een verhoogde afbraak van rode bloedcellen. Dat kan voorkomen bij hemolytische anemie, maar bijvoorbeeld ook als iemand een grote inwendige bloeding heeft gehad.
- Leverziekten – Als de levercellen beschadigd of ziek zijn kunnen ze het urobilinogeen dat vanuit de darm via de poortader is opgenomen minder goed in de gal uitscheiden. Het gevolg is dat meer urobilinogeen in het bloed achterblijft. Hierdoor wordt ook meer urobilinogeen in de urine uitgescheiden. Het gehalte van urobilinogeen in de urine gaat dan omhoog. Dit komt voor bij onder andere levercirrose, leverstuwing (bij hartfalen) en leverontsteking (hepatitis). De lever kan ook aangetast raken door vergiftigingen (intoxicaties).
- Darmverstopping – Ten slotte kan het urobilinogeen gehalte stijgen als de opname vanuit de darm toeneemt. Dat kan voorkomen bij mensen die last hebben van darmverstopping (obstipatie). De ontlasting blijft langer in de darm waardoor er meer tijd is om bilirubine om te zetten in urobilinogeen, en vervolgens om het urobilinogeen op te nemen in het bloed.
- Infectie van de galwegen – Als de galwegen door bacteriën geïnfecteerd zijn kan het voorkomen dat bilirubine in de gal al wordt omgezet in urobilinogeen. Daardoor komt meer urobilinogeen beschikbaar in de darm, en dus voor opname in het bloed. Bovendien zal een deel van het urobilinogeen al worden opgenomen in het bloed voordat het in de darm wordt uitgescheiden. Het gevolg is een verhoging van urobilinogeen in het bloed, en daardoor een toename van de uitscheiding in de urine.
- Bacteriële overgroei in de dunne darm – Ook kan het urobilinogeen gehalte in de urine toenemen als meer urobilinogeen wordt gevormd in de darm. Dat kan voorkomen bij mensen met bacteriële overgroei in de dunne darm.
Verlaagd urobilinogeen in urine
Het urobilinogeen gehalte in de urine kan verlaagd zijn als de vorming van urobilinogeen uit bilirubine verhinderd is. Daar kunnen twee redenen voor zijn:
Er komt onvoldoende bilirubine vanuit de lever in de darm terecht. Omdat bilirubine via de gal in de darm terecht komt zal bij een afsluiting van de galwegen (galwegobstructie) niet of nauwelijks bilirubine beschikbaar komen in de darm. Er zijn verschillende redenen waarom de galwegen afgesloten kunnen raken. De meest voorkomende zijn galstenen en gezwellen die de galwegen kunnen dichtdrukken, bijvoorbeeld alvleesklierkanker.
De combinatie van een verhoogd bilirubine gehalte in het bloed (hyperbilirubinemie) en een verlaagd urobilinogeen gehalte in de urine wijst meestal op afsluiting van de galwegen. Soms komt het ook voor bij gevorderde levercirrose.
Een andere reden waarom het urobilinogeen gehalte in de urine verlaagd kan zijn is als er onvoldoende darmbacteriën zijn die de bilirubine omzetten naar urobilinogeen. Dat kan voorkomen door behandeling met bepaalde antibiotica. Sommige antibiotica – vooral zogenaamde ‘breedspectrum antibiotica’ – zullen ook de darmbacteriën doden. Het gevolg is dat minder bacteriën beschikbaar zijn voor de omzetting van bilirubine naar urobilinogeen. Zo kan minder urobilinogeen worden opgenomen in het bloed. Als er minder in het bloed zit wordt er ook minder uitgescheiden in de urine.
Hoe wordt het bepaald?
Het urobilinogeen gehalte van de urine kan eenvoudig wordt bepaald met urine-teststrookjes. Deze test wordt in laboratoria gebruikt, maar je kunt het ook zelf doen. Gebruik hiervoor vers uitgeplaste urine.
Urine zelftest (‘dipstick’-test)
Dit wordt ook wel de ‘dipstick-test’ genoemd. Hierbij moet een teststrookje enige seconden in vers uitgeplaste urine worden gehouden. Aan de hand van de verandering van kleur die optreedt kan de uitslag worden afgelezen.
Met de teststrookjes kan urobilinogeen in de urine worden gedetecteerd als het gehalte minimaal 0,4 mg/dl is. Waarden onder de 1 mg/dl worden als normaal beschouwd. Bij een waarde boven de 1 mg/dl is het urobilinogeen gehalte van de urine verhoogd.
De uitslag kan worden bekeken door de kleurverandering te vergelijken met de meegeleverde kleurenkaart. Daarop vertegenwoordigt elke kleur een bepaald gehalte aan urobilinogeen in de urine. Zie het voorbeeld hieronder.
De test is dus niet geschikt om een verlaagd urobilinogeen gehalte in de urine te bepalen.
Wisselende uitslagen
Het kan voorkomen dat de bepaling wisselende uitslagen geeft. Dat komt doordat de uitscheiding van urobilinogeen in de urine afhankelijk is van een aantal factoren.
Ten eerste vertoont de uitscheiding van urobilinogeen in de urine een dag- en nachtritme. De uitscheiding is ’s middags het hoogst en ’s nachts het laagst.
Ten tweede is de uitscheiding afhankelijk van de zuurgraad van de urine. Een toename van de pH van urine leidt tot een toename van de uitscheiding van urobilinogeen in de urine.
Ten slotte is het gehalte aan urobilinogeen in de urine natuurlijk ook afhankelijk van hoeveel urine wordt geproduceerd (diurese). Iemand die veel water inneemt zal meer verdunde urine hebben, en dus een lager urobilinogeen gehalte in de urine. Om een idee te krijgen van de mate van verdunning van de urine kan het soortelijk gewicht van urine worden bepaald.
Engelse vertaling
Duitse vertaling
Synoniem
Een andere naam voor urobilinogeen in de urine is urobilinogenurie.
Niet gevonden wat je zocht?
Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt feedback geven op het artikel, vragen stellen en/of aanvullingen of adviezen geven. Andere lezers kunnen daar weer op reageren. Zo kan een levendige discussie ontstaan. Kijk bijvoorbeeld eens op de webpagina over slokdarmkramp.
Reacties worden niet automatisch gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie van Simpto.nl gezien zijn. Daar kan soms enige uren overheen gaan.
aanvullend op afwijkende kleuren (groen) bij urobilogeen teststrook. mijn hemoglobine gehalte in bloed is redelijk te laag (extreem moe)
Urobilinogeen in urine geeft een afwijkende kleur,(3/4 groen, 1/4 deel roze (1+). Bilirubine is heel licht gekleurd (lichter dan neg), ketonen licht groen, zo ook leuko’s maar meer geelgroen Ik weet niet goed wat ik hiermee moet?