Microalbuminurie

Wat is microalbuminurie?

Microalbuminurie is het voorkomen van kleine hoeveelheden albumine in de urine. Albumine is het meest voorkomende eiwit in ons bloed.

Opsporing van de aanwezigheid van kleine hoeveelheden albumine in urine is van groot belang. Het geeft aan dat schade aan de nier aan het ontstaan is. Om verdere schade te beperken kan dan worden ingegrepen.

Wat is de oorzaak?

Normaal gesproken zitten er nauwelijks eiwitten in de urine. Eiwitten zijn namelijk grote moleculen. De meeste eiwitmoleculen kunnen daarom de nierfilter niet passeren. Dat betekent dat ze niet vanuit het bloed in de urine terechtkomen. En als sommige kleine eiwitmoleculen toch de nierfilter passeren worden ze voor een groot deel in de nierbuisjes weer terug opgenomen in het bloed.

Bij beschadiging van de nierfilters zullen eiwitten wel vanuit het bloed in de urine terecht kunnen komen. Een dergelijke beschadiging kan optreden door bijvoorbeeld een hoge bloeddruk (hypertensie) of suikerziekte (diabetes). In het begin van de ziekte kunnen alleen kleine eiwitten – voornamelijk albumine – de nierfilter passeren. Dan wordt gesproken van microalbuminurie. Later kunnen ook grotere eiwitten de nierfilter passeren. Dan wordt gesproken van proteïnurie (eiwit in de urine).

Er zijn veel verschillende oorzaken voor het lekken van eiwit in de urine. Kijk voor een uitgebreid overzicht op de pagina over eiwit in de urine.

Wanneer is sprake van microalbuminurie?

Bij gezonde personen wordt een klein beetje albumine via de urine uitgeplast. Het gaat om slechts enkele milligrammen per dag. Er is sprake van microalbuminurie als per dag 30-300 mg albumine wordt uitgescheiden in de urine.

Als de hoeveelheid albumine in de urine méér dan 300 mg per dag is wordt gesproken van macroalbuminurie. Dat betekent in feite een verhoogd eiwit gehalte in de urine (proteïnurie).

Hoe wordt het gemeten?

Er zijn verschillende manieren om de hoeveelheid albumine in de urine te meten.

24-uurs urine

De meest nauwkeurige methode is die waarbij gedurende 24 uur urine wordt verzameld. Dat betekent een dag lang alle plas verzamelen in een grote pot of fles. De pot of fles wordt meegenomen naar het ziekenhuis of laboratorium. Daar kan vervolgens de hoeveelheid albumine worden gemeten.

microalbuminurie - pot voor verzamelen 24-uurs urine
pot voor verzamelen 24-uurs urine

Bepalen albumine-creatinineratio

Omdat een 24-uursurineverzameling belastend is, wordt steeds vaker gebruikgemaakt van de bepaling van de ratio eiwit-creatinine of albumine-creatinine. Hiervoor is alleen een potje met ochtendurine nodig.

Dipstick methode

Het is ook mogelijk om snel een idee te krijgen over de aanwezigheid van albumine in de urine. Dat kan met behulp van zogenaamde dipsticks of urinestrips. Dit zijn teststrookjes met aan het uiteinde één of meer gekleurd plaatjes. Elk plaatje staat voor een bepaling van een stof in de urine. Deze dipsticks kunnen ook thuis als zelftest worden gebruikt.

Voor dit onderzoek moet urine in een potje worden opgevangen. Het teststrookje wordt vervolgens gedurende enkele seconden in de urine gehouden. Aan de verkleuring van het plaatje op de strip kan worden beoordeeld of er sprake is van eiwit in de urine.

dipstick voor meten microalbuminurie
dipstick voor meten eiwit in de urine (bron: www.kidneysteps.com)

Wat is het risico van microalbuminurie?

Microalbuminurie duidt op schade aan de binnenbekleding van bloedvaten (endotheel). Een dergelijke beschadiging van endotheel verhoogt de kans op het ontstaan van bloedstolsels in bloedvaten. Dit wordt trombose genoemd. Vooral het risico op trombose in slagaders is verhoogd. Dit wordt arteriële trombose genoemd. Hoe meer microalbuminurie aanwezig was, hoe groter de kans op trombose

Wat is de behandeling?

Als bij iemand microalbuminurie wordt vastgesteld kunnen maatregelen worden genomen om dit tegen te gaan.

Wat kan ik zelf doen?

Je kunt zelf niet veel doen om microalbuminurie tegen te gaan. Er zijn aanwijzingen dat bepaalde aanpassingen in de voeding helpen om proteïnurie tegen te gaan. Het gaat dan met name om minder de hoeveelheid eiwitten in de voeding terug te brengen, bijvoorbeeld door minder rood vlees te eten.

Wat kan de arts doen?

Artsen kunnen geneesmiddelen voorschrijven die het verlies van albumine en eiwit in de urine tegengaan. Meestal worden ACE-remmers of AII-antagonisten voorgeschreven.

ACE-remmers

Meestal worden zogenaamde ACE-remmers voorgeschreven. Voorbeelden van dergelijke middelen zijn lisinopril, enalapril en fosinopril.

Angiotensine II-antagonisten

Als ACE-remmers niet goed worden verdragen kunnen zogenaamde angiotensine II-antagonisten worden voorgeschreven. Voorbeelden zijn losartan, candesartan en valsartan.

Verder lezen / Referenties

  • Mahmoodi BK, Gansevoort RT, Veegers NJ, Matthews AG, Navis GJ, Hillege HL, et al. Microalbuminuria and risk of venous thromboembolism. JAMA. 2009; 301:1790-7.
  • De Jong PE, Gansevoort RT, Wetzels JFM. Screenen van de bevolking op eiwitverlies in de urine: een zinnige actie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1055-8.

Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 2 maart 2017
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 2 maart 2017

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven