Hypokaliëmie

Bijgewerkt op 10 december 2021

Wat is hypokaliëmie?

Hypokaliëmie betekent een verlaagd kalium gehalte in het bloed.

Welke symptomen geeft het?

De volgende symptomen kunnen voorkomen door een tekort aan kalium in het bloed:

  • Minder kracht
  • Zich zwak voelen
  • Misselijkheid
  • Braken
  • Diarree

Welke oorzaken zijn er?

Er zijn veel verschillende oorzaken voor een te laag kaliumgehalte in het bloed. Hieronder een overzicht. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak een te laag kalium gehalte in het bloed krijgt.

  • tekort aan magnesium in het bloed (hypomagnesiëmie) – 14400
  • te veel aldosteron in het bloed (secundair hyperaldosteronisme) – 12368
  • gebruik van hydrochloorthiazide – 7192
  • boulimie (bulimia nervosa) – 5500
  • aanhoudende diarree (chronische diarree) – 5100
  • gebruik van furosemide (Lasix) – 2040
  • gebruik van laxeermiddelen (gebruik van laxantia) – 1500
  • syndroom van Cushing – 1107
  • syndrome of inappropriate ADH-secretion – 903
  • aanhoudend braken (chronisch braken) – 900
  • vernauwing van de nierslagader (unilaterale nierarteriestenose) – 900
  • ondervoeding (malnutritie) – 750
  • veel koffie drinken – 550
  • overmatig zweten – 500
  • syndroom van cyclisch braken – 500
  • gebruik van voedingssupplementen die zoethoutextract bevatten – 500
  • overmatig drinken van cola – 500
  • extreme zwangerschapsmisselijkheid (hyperemesis gravidarum) – 426
  • gebruik van salbutamol (Ventolin) – 385
  • verzuring door suikerziekte (diabetische ketoacidose) – 378
  • gebruik van chloortalidon – 375
  • ziekte van Conn (primair hyperaldosteronisme) – 340
  • anorexia nervosa – 330
  • gebruik van macrogol combinatiepreparaten – 310
  • slecht werkende bijnier veroorzaakt door geneesmiddelen (geneesmiddelen-geïnduceerde bijnierschorsinsufficiëntie) – 250
  • gebruik van amiloride – 250
  • gebruik van salmeterol/fluticason (Seretide) – 210
  • gebruik van digoxine – 200
  • gebruik van desmopressine (Minrin) – 175
  • gebruik van salmeterol/fluticason (Seretide) – 125
  • dropverslaving – 113
  • ectopische-ACTH-syndroom – 105
  • veel drop eten (glycyrrhizine-intoxicatie) – 101
  • gebruik van hartglycosiden – 100
  • aantasting van de spieren door een tekort aan kalium in het bloed (acute hypokaliemische myopathie) – 98
  • torsade de pointes – 90
  • aangeboren vernauwing van de maaguitgang (pylorushypertrofie) – 81
  • gebruik van fluconazol (Diflucan) – 75
  • villeus adenoom van de dunne darm (villeus adenoom van het duodenum) – 65
  • gebruik van cisplatina – 60
  • gebruik van Ammonaps (fenylbutyraat) – 40
  • gebruik van cafeïnepillen (gebruik van voedingssupplementen met cafeïne) – 28
  • infectie in het hart (infectieuze endocarditis) – 22
  • renale tubulaire acidose type II – 21
  • gebruik van Zyvoxid (linezolid) – 20
  • familiair hyperaldosteronisme type 2 – 17
  • gebruik van Humira (adalimumab) – 15
  • darmtuberculose (intestinale tuberculose) – 13
  • pseudohyperaldosteronisme – 13
  • salicylaat vergiftiging (acute salicylaat intoxicatie) – 11
  • gebruik van amfotericine B – 10
  • gebruik van Striverdi Respimat (olodaterol) – 10
  • pseudohypokaliëmie – 10
  • bijnierschorskanker (bijnierschorscarcinoom) – 9
  • voedselvergiftiging door Stafylococcus aureus (Stafylococcus aureus enteritis) – 7
  • adenoom van de maag – 7
  • familiair hyperaldosteronisme type 1 – 6
  • periodieke verlamming tijdens thyreotoxische crisis (thyreotoxische periodieke paralyse) – 6
  • gebruik van Halaven (eribulin) – 5
  • syndroom van Fanconi – 5
  • gebruik van bumetanide (Burinex) – 5
  • gebruik van Rapamune (sirolimus) – 5
  • renale tubulaire acidose type I – 5
  • syndroom van Gitelman – 5
  • refeeding-syndroom – 4
  • gebruik van indapamide – 4
  • gebruik van oxaliplatine – 4
  • gebruik van mycofenolaatmofetil (CellCept) – 3
  • gebruik van mycofenolzuur (Myfortic) – 3
  • gebruik van Zytiga (abirateron) – 3
  • hypokaliëmische periodieke paralyse – 3
  • gebruik van tacrolimus (Prograf) – 3
  • gebruik van voriconazol (Vfend) – 2
  • gebruik van Victrelis (boceprevir) – 2
  • apparent mineralocorticoid excess-syndroom – 2
  • gebruik van theofylline (Theolair) – 2
  • VIPoom – 2
  • ziekte van Weil (leptospirose) – 2
  • gebruik van pruimtabak – 2
  • ziekte van Dent 1 (X-gebonden hypercalciurische nefrolithiasis door een mutatie in het CLCN-5 gen) – 2
  • gastrinoom van de alvleesklier – 1,3
  • infectie met de Capillaria-worm (capillariasis) – 1,3
  • cholera – 1,3
  • gebruik van Relvar Ellipta (vilanterol + fluticasonfuroaat) – 1,3
  • gebruik van topiramaat – 1,3
  • gebruik van Yondelis (trabectedine) – 1,2
  • gebruik van Yervoy (ipilimumab) – 1,0
  • syndroom van Liddle – 0,9
  • syndroom van Bartter – 0,9
  • vergiftiging met barium (bariumintoxicatie) – 0,9
  • gebruik van etacrynezuur (Edecrin) – 0,8
  • ziekte van Dent 2 (X-gebonden hypercalciurische nefrolithiasis door een mutatie in het OCRL1-gen) – 0,8
  • gastrinoom van de dunne darm – 0,5
  • familiair hyperaldosteronisme type 3 – 0,5
  • syndroom van Abderhalden–Kaufmann–Lignac – 0,4
  • syndroom van Lowe (oculocerebrorenaal syndroom) – 0,3
  • fistel tussen alvleesklier en ander orgaan (interne pancreasfistel) – 0,3
  • EAST syndroom – 0,2
  • ophoping van het aminozuur cystine in de cellen (cystinose) – 0,2
  • gebruik van parecoxib (Dynastat) – 0,1

Engelse term

low potassium level in the blood, hypokalemia, hypokalaemia


Gepubliceerd door: Simpto.nl
Publicatiedatum: 14 januari 2016
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt: 8 oktober 2016

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven