Bijgewerkt op 8 maart 2020
Wat is hypocalciëmie?
Hypocalciëmie is een verlaagd calcium gehalte in het bloed. Het calcium gehalte in het bloed ligt normaal tussen 2,10-2,55 mmol/l. Als het gehalte lager is dan 2,10 mmol/l wordt gesproken van een verlaagd calcium gehalte (hypocalciëmie).
Oorzaken hypocalciëmie
Hieronder een uitgebreid overzicht van oorzaken voor een verlaging van het calcium gehalte in het bloed. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak een verlaagd calcium gehalte heeft.
- slecht werkende nieren (nierinsufficiëntie) – 8.544
- magnesiumtekort (magnesiumdeficiëntie) – 6.520
- boulimie (bulimia nervosa) – 2.904
- ondervoeding (malnutritie) – 2.800
- vroeggeboorte (prematuriteit) – 1.512
- verlaagd glucose gehalte bij pasgeboren baby (neonatale hypoglycemie) – 945
- ontsteking van de alvleesklier (acute pancreatitis) – 747
- gebruik van bisfosfonaten – 456
- te langzaam werkende bijschildklier (hypoparathyreoïdie) – 441
- vitamine D-tekort (vitamine D-deficiëntie) – 400
- zwangerschap (graviditeit) – 380
- osteomalacie – 339
- ziekte van Conn (primair hyperaldosteronisme) – 295
- anorexia nervosa – 281
- hungry bone syndrome – 182
- chronisch nierfalen (chronische nierinsufficiëntie) – 175
- niercelkanker (niercelcarcinoom) – 126
- te hoog magnesium gehalte in het bloed (hypermagnesemie) – 126
- tumor lysis syndroom – 119
- baby van moeder met suikerziekte (diabetes) – 93
- antivriesvergiftiging (ethyleenglycolintoxicatie) – 79
- overgevoelig voor gluten (coeliakie) – 78
- short bowel syndroom – 77
- tekort aan albumine in het bloed (hypoalbuminemie) – 61
- gebruik van bumetanide (Burinex) – 42
- kwikvergiftiging (kwikintoxicatie) – 36
- calcifylaxie – 28
- hyperventilatie (hyperventilatiesyndroom) – 25
- gebruik van rituximab (MabThera) – 24
- syndroom van DiGeorge (22q11.2-deletiesyndroom) – 22
- plasmaferese – 19
- gebruik van geneesmiddelen tegen epilepsie (gebruik van anti-epileptica) – 16
- ziekte van Albright (pseudohypoparathyreoïdie) – 12
- ziekte van Pierre Marie-Bamberger (hypertrofische osteoartropathie) – 11
- gebruik van varenicline (Champix) – 10
- gebruik van Mimpara (cinacalcet) – 7
- roze ziekte (acrodynie) – 7
- gebruik van Humira (adalimumab) – 6
- gebruik van zoledroninezuur (Aclasta) – 6
- gebruik van zoledroninezuur (Zometa) – 6
- gebruik van mycofenolaatmofetil (CellCept) – 5
- gebruik van mycofenolzuur (Myfortic) – 5
- impetigo herpetiformis – 4
- lymfocytaire hypofysitis – 4
- crush syndroom – 3
- verhoogde calcitonine uitscheiding door de schildklier – 3
- gebruik van Mimpara (cinacalcet) – 2
- gebruik van lenalidomide (Revlimid) – 2
- magnesiumvergiftiging (magnesiumintoxicatie) – 2
- gebruik van chelatietherapie met EDTA – 2
- vitamin-D dependent rickets, type I – 1,3
- vitamin-D dependent rickets, type II – 1,3
- gastrinoom van de alvleesklier – 1,3
- gebruik van denosumab (Xgeva) – 1,2
- verhoogd fosfaat gehalte in het bloed – 1,2
- ziekte van Waldmann (primaire intestinale lymfangiëctasie) – 1,0
- verlaagd calcium gehalte door een erfelijke afwijking (autosomal dominant hypocalcemia) – 1,0
- isovaleriaanacidemie – 1,0
- syndroom van Barakat (hypoparathyroïdie – doofheid – nierziekte syndroom) – 0,8
- na verwijdering van de schildklier (thyroïdectomie) – 0,8
- osteoblastische metastasen (bij borstkanker of prostaatkanker) – 0,8
- polyglandulair auto-immuunsyndroom type I – 0,6
- gebruik van laxeermiddelen die magnesium bevatten – 0,6
- gebruik van tacrolimus (Prograf) – 0,5
- gebruik van Ethyol (amifostine) – 0,5
- gastrinoom van de dunne darm – 0,5
- gebruik van Zyvoxid (linezolid) – 0,5
- gebruik van etacrynezuur (Edecrin) – 0,3
- ziekte van Wilson (hepatolenticulaire degeneratie) – 0,2
- gebruik van nilotinib (Tasigna) – 0,2
- gebruik van magnesium supplement – 0,2
- gebruik van pentamidine – 0,2
- gebruik van denosumab (Prolia) – 0,1
- ontbreken van albumine in het bloed (analbuminemie) – 0,1
- gebruik van Yervoy (ipilimumab) – 0,04
Verder wordt de opname van calcium in de darmen geremd door magnesium.
Symptomen hypocalciëmie
Een licht verlaagd calcium gehalte veroorzaakt vaak geen klachten. Naarmate het gehalte lager wordt zal de kans op het krijgen van klachten toenemen. De volgende symptomen en verschijnselen kunnen optreden:
- tintelend of prikkelend gevoel
- tintelend of prikkelend gevoel rond de mond
- tintelend of prikkelend gevoel aan de lippen
- spierkrampen
- samentrekking van spieren in de hand
- tintelend of prikkelend gevoel in de handen
- tintelend of prikkelend gevoel in de mond
- blauwe plekken
- rode puntjes op de huid
- tintelend of prikkelend gevoel in de vingers
- verward
- langzame hartslag (bradycardie)
- aanhoudende samentrekking van spieren in de benen
- hik
- aanhoudende spiersamentrekkingen in de armen
- stuiptrekkingen
Bij zeer lage waardes kunnen hartritmestoornissen optreden.
Engelse vertaling
low calcium level in the blood, hypocalcemia (Verenigde Staten), hypocalcaemia (Verenigd Koninkrijk)
ICD10-code
E83.5
Synoniemen
calciumtekort, laag calciumgehalte, hypocalciemie, hypocalcemie, verlaagd calcium, kalktekort, tekort aan kalk, kalkarmoede
Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 5 oktober 2016
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 7 januari 2020