Mannen

Bijgewerkt op 23 mei 2022 door Simpto.nl

Oorzaken eiwit in de urine bij MANNEN

Hieronder een uitgebreide lijst met oorzaken voor eiwitverlies in de urine bij mannen. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal mensen dat jaarlijks in Nederland vanwege die oorzaak eiwitten in de urine (proteïnurie) heeft.

  • zware lichamelijke inspanning (acute fysieke belasting) – 10.500
  • blaasontsteking (acute cystitis) – 5.033
  • nierziekte door suikerziekte (diabetische nefropathie) – 3.808
  • gebruik van diclofenac (Voltaren, Cataflam, Arthrotec) – 3.750
  • inspanningsgebonden proteïnurie (inspanningsgebonden proteïnurie) – 2.450
  • ontsteking van het nierweefsel (acute tubulo-interstitiële nefritis) – 1.155
  • reuma (reumatoïde artritis) – 736
  • retrograde ejaculatie – 670
  • gebruik van diclofenac (Voltaren, Cataflam, Arthrotec) – 625
  • ziekte van Henoch-Schönlein (IgA vasculitis) – 443
  • uitdroging (dehydratie) – 427
  • ziekte van Kahler (multipel myeloom) – 270
  • gebruik van Avastin (bevacizumab) – 262
  • sarcoïdose – 241
  • trombose van de nierader (niervenetrombose) – 198
  • vetpropjes die vastlopen in de bloedvaten (cholesterol embolieën) – 185
  • gebruik van enalapril (Renitec) – 125
  • ziekte van Berger (IgA nefropathie) – 119
  • afsterven van nierweefsel door slechte doorbloeding (nierinfarct) – 100
  • minimal change disease – 79
  • gebruik van eiwit verrijkte voedingssupplementen (gebruik van met proteïnen verrijkte voedingssupplementen) – 78
  • eiwitrijke voeding (eiwitrijk dieet) – 78
  • focale segmentale glomerulosclerose – 53
  • veel vlees eten – 42
  • ziekte van Wegener (granulomatose met polyangiitis) – 38
  • hemolytisch uremisch syndroom (typische HUS) – 37
  • nierfilterontsteking na infectie met streptococ-bacterie (acute poststreptokokkenglomerulonefritis) – 36
  • erfelijke cystenieren (dominant overerfbaar) (hereditaire cystenieren (autosomaal dominant)) – 33
  • gebruik van lithium – 31
  • ontsteking van de nieren bij SLE (lupus nefritis) – 27
  • gebruik van Zaltrap (aflibercept) – 20
  • microscopische polyangiitis – 19
  • primaire amyloïdose – 18
  • blaasschistosomiasis – 16
  • mesangiale proliferatieve glomerulonefritis – 16
  • syndroom van Goodpasture – 16
  • membraneuze glomerulonefritis – 14
  • ziekte van Waldenström (macroglobulinemie van Waldenström) – 13
  • syfilis (primaire syfilis) – 13
  • syndroom van Eisenmenger – 11
  • nierbekkenontsteking met granulomen (xanthogranulomateuze pyelonefritis) – 11
  • syndroom van Alport – 9
  • membranoproliferatieve glomerulonefritis type I – 8
  • ziekte van Fabry (alfa-galactosidase A deficiëntie) – 8
  • ziekte van Weil (leptospirose) – 7
  • SLE (systemische lupus erythematodes) – 6
  • gebruik van Adenuric® (febuxostat) – 6
  • tubulointerstitiële nefritis met uveïtis – 6
  • fistel tussen dikke darm en blaas (colovesicale fistel) – 6
  • acute HIV-infectie – 5
  • dunne glomerulaire basaalmembraan (dunne glomerulaire basaalmembraan nefropathie) – 5
  • Middellandse zeekoorts (familiaire mediterrane koorts) – 5
  • hantavirus-infectie – 5
  • familiaire amyloïdose van de nier (familiaire renale amyloïdose) – 5
  • gebruik van Roaccutane (isotretinoïne) – 4
  • gebruik van fentanyl tabletten of zuigtabletten (Abstral, Actiq, Breakyl, Effentora, Recivit) – 3
  • light chain deposition disease – 2
  • syndroom van Fanconi – 2
  • cryoglobulinemie type II – 2
  • cryoglobulinemie type III – 2
  • idiopathische membranoproliferatieve glomerulonefritis (membranoproliferatieve glomerulonefritis type II) – 1,4
  • gebruik van quinapril – 1,1
  • gebruik van ramipril – 1,1
  • gebruik van zoledroninezuur (Zometa) – 1,1
  • cryoglobulinemie type I – 1,1
  • gebruik van Rapamune (sirolimus) – 1,0
  • notenkraker syndroom (compressie van de linker v. renalis tussen de a. mesenterica superior en de aorta) – 1,0
  • nagel-patella syndroom (hereditaire onycho-osteodysplasie) – 0,9
  • plasmacel leukemie – 0,8
  • Afrikaanse slaapziekte (trypanosomiasis) – 0,7
  • gebruik van Certican (everolimus) – 0,7
  • tekort aan coenzym Q10 (coenzym Q10 deficiëntie) – 0,6
  • gebruik van Inegy (ezetimibe + simvastatine) – 0,6
  • essentiële cryoglobulinemische vasculitis – 0,6
  • IgM nefropathie – 0,5
  • vergiftiging met stekelpapaver (Argemone mexicana-vergiftiging) – 0,5
  • gebruik van zoledroninezuur (Aclasta) – 0,4
  • syndroom van Imerslund-Gräsbeck – 0,4
  • erfelijke amyloïdose van de nier (hereditaire renale amyloïdose) – 0,3
  • aangeboren nefrotisch syndroom (congenitaal nefrotisch syndroom) – 0,3
  • syndroom van Denys-Drash – 0,3
  • syndroom van Barakat (hypoparathyroïdie – doofheid – nierziekte syndroom) – 0,3
  • niercrisis bij sclerodermie (renale crise bij systemische sclerose) – 0,3
  • syndroom van Galloway Mowat – 0,2
  • syndroom van Muckle-Wells – 0,2
  • gebruik van Afinitor (everolimus) – 0,2
  • nefronoftise – 0,13
    • adolescente nefronoftise
    • infantiele nefronoftise
    • juveniele nefronoftise
  • syndroom van Lowe (oculocerebrorenaal syndroom van Lowe) – 0,13
  • gebruik van Exjade (deferasirox) – 0,13
  • lassakoorts – 0,10
  • tekort aan het enzym prolidase (prolidase deficiëntie) – 0,10
  • gedeeltelijk tekort aan het enzym lecithine cholesterol acyltransferase (partiële lecithine cholesterol acyltransferase deficiëntie) – 0,09
  • tekort aan het enzym lecithine cholesterol acyltransferase (lecithine cholesterol acyltransferase deficiëntie) – 0,05
  • gebruik van Yervoy (ipilimumab) – 0,04
  • syndroom van Senior–Løken type 5 – 0,03
  • gebruik van Votubia (everolimus) – 0,02
  • gebruik van alglucosidase alfa (Myozyme) – 0,01

Kijk voor meer informatie over dit onderwerp op de webpagina over eiwit in de urine (proteïnurie).

eiwit in de urine bij mannen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven