Bijgewerkt op 23 april 2022 door Simpto.nl
Wat wordt bedoeld met ‘laboratoriumonderzoek’?
Artsen laten bij hun patiënten vaak bloed of urine onderzoeken. Meestal doen ze dat om erachter te komen wat de patiënt mankeert, maar soms ook om bijvoorbeeld te beoordelen of een behandeling aanslaat. Soms wordt ook ontlasting, speeksel of zelfs zweet, beenmerg, vloeistof uit de longen of hersenvocht onderzocht. Als deze onderzoeken worden gedaan in een laboratorium.
Bloedonderzoek
Voorbeelden van veel uitgevoerde bloedonderzoeken zijn:
- Bloedbezinkingssnelheid
- Bepalen van het aantal bloedcellen in het bloed:
- Calcium gehalte van het bloed
- Creatine kinase (CK) gehalte van het bloed
- Creatinine gehalte in het bloed
- Hemoglobine gehalte van het bloed
- Kalium gehalte van het bloed
- Lactaatdehydrogenase (LDH) gehalte van het bloed
- Leverenzymen in het bloed
- Natrium gehalte van het bloed
Urineonderzoek
Voorbeelden van veel uitgevoerde urineonderzoeken zijn:
- Onderzoek van de urine op het voorkomen van eiwit
- Glucose gehalte van de urine
- Onderzoek van het urinesediment
Microbiologisch onderzoek
Een aparte tak van laboratoriumonderzoek is ‘microbiologisch onderzoek’. Hierbij worden lichaamsvloeistoffen (bloed, urine, hersenvocht etc.) onderzocht op het voorkomen van micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en schimmels. Vaak worden de betreffende lichaamssappen ‘op kweek gezet’ om te kijken of het ziekmakende micro-organisme aanwezig is. Schimmels kunnen vaak onder de microscoop worden aangetoond. Bij bacteriën is dat al wat lastiger en bij virussen is dat onmogelijk omdat ze daarvoor te klein zijn.