Galactorroe

Bijgewerkt op 20 februari 2020

Wat is galactorroe?

Galactorroe is afscheiding van witte of witgele melkachtige vloeistof uit één of beide tepels, zonder dat er sprake is van normale melkafscheiding zoals dat voorkomt bij zwangere of zogende vrouwen.

De afbeelding hieronder geeft een overzicht van de meest voorkomende oorzaken van galactorroe.

galactorroe - differentiaal diagnose (DD)
galactorroe – differentiaal diagnose (DD)

Als geen oorzaak voor de galactorroe wordt gevonden spreken artsen van ‘idiopathische galactorroe’.

Galactorroe – Differentiaal Diagnose (DD)

Hieronder een uitgebreide lijst van oorzaken voor galactorroe. Het getal achter de oorzaak geeft een schatting van het aantal gevallen dat jaarlijks vanwege die oorzaak galactorroe geeft.

  • heksenmelk (neonatale melk) – 7.587
  • gebruik van Zyprexa (olanzapine) – 908
  • prolactinoom – 681
  • ziekte van Hashimoto (auto-immuun thyreoïditis) – 555
  • borstkanker (mammacarcinoom) – 484
  • gebruik van de anticonceptiepil – 396
  • buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra-uteriene graviditeit) – 246
  • gebruik van domperidon – 196
  • puberteit – 195
  • empty sella syndroom – 93
  • levercirrose – 82
  • polycysteus ovariumsyndroom – 81
  • gebruik van clomipramine – 68
  • gebruik van Androcur (cyproteronacetaat) – 65
  • gebruik van flutamide – 64
  • gebruik van oestrogenen (Dagynil, Premarin) – 62
  • gebruik van metoclopramide (Primperan) – 50
  • gebruik van alprazolam (Xanax) – 46
  • gebruik van geneesmiddelen tegen psychoses (antipsychotica) – 40
  • gebruik van L-dopa – 25
  • macroprolactinemie – 23
  • gebruik van haloperidol (Haldol) – 20
  • gebruik van droperidol injecties (gebruik van droperidol intramusculaire injecties) – 20
  • granulomateuze mastitis (idiopathische granulomateuze mastitis) – 19
  • gebruik van venlafaxine (Efexor) – 17
  • gebruik van risperidon (Risperdal) – 17
  • gebruik van amitriptyline (Tryptizol, Sarotex) – 15
  • gebruik van heroïne (heroïnegebruik) – 12
  • gebruik van imipramine – 12
  • gebruik van levomepromazine (Nozinan) tabletten – 8
  • gebruik van paroxetine (Seroxat) – 8
  • gebruik van citalopram (Cipramil) – 7
  • gezwel van de hypothalamus (hypothalamustumor) – 7
  • schijnzwangerschap (pseudocyesis) – 6
  • toediening van risperidon (Risperdal) depot-injectie – 6
  • MEN-syndroom type I (MEN-syndroom type I) – 6
  • HAIR-AN syndroom (hyperandrogene-insulineresistente-acanthosis nigricanssyndroom) – 6
  • voortijdige overgang (premature menopauze) – 6
  • gebruik van methyldopa – 5
  • gebruik van amisulpride (Solian) – 3
  • craniofaryngioom – 3
  • syndroom van Morgagni-Morel – 3
  • verwonding van de borstkas (thoraxletsel) – 3
  • te langzaam werkende schildklier door bestraling in het halsgebied (radiotherapie-geïnduceerde hypothyreoïdie) – 3
  • toediening van levomepromazine (Nozinan) injecties – 3
  • goedaardig gezwel van de hersenvliezen (meningeoom) – 2
  • gebruik van cimetidine (Tagamet) – 2
  • acromegalie – 2
  • verwonding van de hersenen (hersenletsel) – 2
  • gebruik van Xeplion® (paliperidon) – 2
  • gebruik van broomperidol (Impromen) druppelvloeistof – 2
  • gebruik van fluoxetine (Prozac) – 2
  • gebruik van chloorpromazine zetpil – 2
  • toediening van broomperidol (Impromen) depot injecties – 1
  • lymfocytaire hypofysitis – 1
  • syndroom van Van Wijk-Grumbach – 1
  • syndroom van Pickardt – 1
  • granulomateuze ontsteking van de hypofyse (granulomateuze hypofysitis) – 1
  • te langzaam werkende schildklier door geneesmiddel (geneesmiddelen-geïnduceerde hypothyreoïdie) – 1
  • veel drop eten – 0,9
  • zwangerschapswaan – 0,8
  • gebruik van sertraline (Zoloft) – 0,8
  • gebruik van flufenazine (Anatensol) – 0,6
  • gebruik van periciazine (Neuleptil) – 0,5
  • gebruik van zuclopentixol (Cisordinol) druppelvloeistof – 0,5
  • gebruik van zuclopentixol (Cisordinol) tabletten – 0,5
  • toediening van zuclopentixol (Cisordinol) depot-injectie – 0,5
  • chemische castratie – 0,5
  • gebruik van chloorpromazine (Largactil) – 0,4
  • gebruik van pimozide (Orap) – 0,3
  • gebruik van fluvoxamine – 0,2
  • schildklierontsteking van Riedel (chronische fibreuze thyreoïditis van Riedel) – 0,2
  • gebruik van sertindol (Serdolect) – 0,2
  • gebruik van escitalopram (Lexapro, Sipralexa) – 0,2
  • gebruik van pregabaline (Lyrica) – 0,1
  • ziekte van Hand-Schüller-Christian – 0,1
  • gebruik van lurasidon (Latuda) – 0,1
  • gebruik van penfluridol (Acemap, Semap) – 0,1
  • toediening van aripiprazol (Abilify Maintena) depot-injectie – 0,1
  • traumatic sectioning of the pituitary stalk – 0,1
  • gebruik van reserpine – 0,08
  • hyperprolactinemic SAHA syndrome – 0,08
  • gebruik van verapamil (Isoptin) – 0,06
  • gebruik van doxepine – 0,06
  • gebruik van flupentixol (Fluanxol) tabletten – 0,05
  • toediening van flupentixol (Fluanxol) injectie – 0,05
  • reuzengroei (gigantisme) – 0,05
  • gebruik van maprotiline (merknaam Ludiomil) – 0,04
  • toediening van fluspirileen (Imap) injecties – 0,03
  • gebruik van chloorprotixeen (Truxal) – 0,02

Synoniemen voor galactorroe zijn melkafscheiding uit de tepel en niet-puerperale lactatie.


Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 2 november 2018
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 2 november 2018

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven