Bijgewerkt op 6 augustus 2023
Wat is fenylketonurie?
Fenylketonurie is een zeldzame erfelijke ziekte waarbij een stofje zich ophoopt in verschillende weefsels en organen. Dit veroorzaakt klachten en afwijkingen. De aandoening kan worden behandeld met een dieet. Het dieet bevat geen fenylalanine en moet levenslang volgehouden worden.
Fenylketonurie wordt vaak afgekort tot PKU. Deze afkorting is afkomstig van de engelse spelling van het woord: phenylketonuria.
Hoe vaak komt het voor?
Fenylketonurie komt voor bij ongeveer 1 op de 18.000 pasgeboren baby’s. Dat betekent dat in Nederland jaarlijks gemiddeld zo’n 8-10 kinderen met de ziekte worden geboren.
Er zijn momenteel naar schatting zo’n 300 mensen in Nederland met fenylketonurie.
Wat is de oorzaak?
Fenylketonurie wordt veroorzaakt door een afwijking in het DNA, het erfelijk materiaal in de cellen van ons lichaam. Op chromosoom 12 zit een stukje DNA dat het ‘PAH-gen’ wordt genoemd. Dit stukje DNA zorgt ervoor dat de cel voldoende fenylalaninehydroxylase (PAH) maakt. De afkorting ‘PAH’ is afkomstig van de engelse naam ‘phenylalanine hydroxylase’. Dit enzym is van belang bij de omzetting van het aminozuur fenylalanine in tyrosine.
Mensen met fenylketonurie hebben een afwijking in het PAH-gen. Daardoor wordt onvoldoende normaal PAH aangemaakt in de cellen van ons lichaam. Het aminozuur fenylalanine kan daardoor niet of onvoldoende worden afgebroken door de cellen. Het gevolg is dat fenylalanine zich ophoopt op verschillende plekken in het lichaam, zoals hersenen en huid. Tevens ontstaat een tekort aan tyrosine in het lichaam.
Aantasting van de hersenen wordt in eerste instantie veroorzaakt door ophoping van fenylalanine. Door de ophoping van fenylalanine wordt myeline aangetast. Meyline is het stofje waaruit zenuwschedes van hersencellen zijn samengesteld. Zo raken hersencellen direct beschadigd door ophoping van fenylalanine. Daarnaast is er nog een manier waarop fenylalanine schade kan aanrichten in de hersenen.
Er zijn meer dan 100 verschillende afwijkingen (mutaties) van het PAH-gen bekend. Verschillende mutaties kunnen tot verschillen in de activiteit van PAH leiden. Bij sommige mutaties is er helemaal geen PAH-activiteit, bij anderen wel. In principe geldt, hoe lager de PAH-activiteit des te hoger het fenylalanine gehalte van het bloed en des te ernstiger de klachten.
Fenylketonurie en neurotransmitters
Fenylalanine komt in de hersenen terecht doordat het de zogenaamde ‘bloed-hersenbarriëre‘ passeert. Dat gebeurt doordat fenylalanine door een ‘poortje’ van de haarvaten (capillairen) in de hersenen wordt getransporteerd. Ook andere aminozuren, zoals tyrosine en tryptofaan, komen door dit poortje in de hersenen.
Fenylalanine gaat echter makkelijker door het poortje dan de andere aminozuren. Het gevolg is dat bij een verhoogd fenylalanine gehalte in het bloed een overmaat hiervan door het poortje de hersenen ingaat. Dit gaat ten koste van het transport van andere aminozuren de hersenen in. Zo ontstaat een tekort van tyrosine en tryptofaan in de hersenen.
Zowel tyrosine als tryptofaan worden omgezet in zogenaamde ‘neurotransmitters’. Dat zijn signaalstofjes die een belangrijke rol hebben bij de overdracht van prikkels van de ene hersencel naar de volgende. Zo wordt tyrosine omgezet in dopamine. Tryptofaan wordt omgezet in serotonine. Tekorten aan zowel dopamine en serotonine in de hersenen kunnen klachten en afwijkingen veroorzaken.
Overerving
Fenylketonurie is een zogenaamde ‘recessief erfelijke’ aandoening. Dat betekent dat van zowel de vader als de moeder een afwijkend PKU-gen moet worden geërfd om de ziekte te krijgen. De ouders zijn meestal zelf ‘drager’ van het afwijkende PKU-gen. Ze zijn daarom zelf niet ziek. Ze hebben namelijk nog een niet-afwijkend PKU-gen op het andere chromosoom. Daardoor kunnen zij wel voldoende fenylalaninehydroxylase aanmaken.
Als beide ouders drager zijn is de kans dat een kind de ziekte heeft 25%. De kans dat een kind drager zal zijn is 50%. De kans dat een kind in beide chromosomen een normaal PKU-gen zal hebben is 25%.
Welke symptomen geeft het?
Zonder behandeling kunnen door ophoping van fenylalanine op verschillende plekken in het lichaam klachten ontstaan.
Ophoping van fenylalanine in hersencellen leidt tot beschadiging van hersencellen. Dat kan leiden tot:
- verstandelijke beperking
- gedragsproblemen
- zelfbeschadiging (automutilatie)
- tremor (trillen van de handen)
- epileptische aanvallen
- pleinvrees (agorafobie)
Ophoping van fenylalanine in de huid geeft bepaalde huidafwijkingen.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Hielprik
Onderzoek naar fenylketonurie maakt deel uit van de hielprikscreening. Dat is het onderzoek naar aangeboren aandoeningen bij pasgeboren baby’s. Rond de vijfde dag na de geboorte wordt bij baby’s in Nederland een druppeltje bloed uit de hiel afgenomen. Het bloed wordt op verschillende aangeboren aandoeningen gescreend. Kijk voor meer informatie hierover op de webpagina over de hielprikscreening.
In het druppeltje bloed wordt het fenylalanine gehalte bepaald. Een concentratie onder de 240 μmol/liter is normaal. Bij een concentratie boven de 480 μmol/liter wordt direct doorverwezen naar een academisch ziekenhuis. Bij een concentratie tussen 240-480 μmol/liter wordt de hielprik herhaald.
Het is in het verleden enkele malen voorgekomen dat bij de hielprikscreening geen verhoogd fenylalanine gehalte werd gevonden terwijl het kind later toch fenylketonurie bleek te hebben.
Bloedonderzoek
Mensen met onbehandelde fenylketonurie hebben een verhoogd fenylalanine gehalte in het bloed. Dit wordt ‘hyperfenylalaninemie’ genoemd.
Beeldvormend onderzoek
Bij een langdurig verhoogd fenylalanine gehalte in het bloed kan fenylalanine zich ophopen in de hersenen.
Ophoping van fenylalanine in de hersenen kan worden gezien op een MRI-scan. Het gaat dan vooral om afwijkingen aan de zogenaamde ‘witte stof’. Deze wittestofafwijkingen komen vooral voor aan de achterkant van de hersenen, maar kunnen uitbreiden naar voren.
Wat is de behandeling?
Zonder behandeling kan fenylketonurie ernstige klachten en afwijkingen veroorzaken. Daarom het van belang om de ziekte in een vroeg stadium vast te stellen. Dan kan snel met behandeling worden begonnen.
Kinderen met fenylketonurie worden behandeld door een kinderarts. Volwassenen met de ziekte worden behandeld door een internist.
Behandeling van fenylketonurie bestaat uit een speciaal dieet en gebruik van aminozuurpreparaten. Ook is tegenwoordig een medicijn beschikbaar dat het fenylalanine gehalte in het bloed onderdrukt.
Verder is het voor patiënten met fenylketonurie van belang om de zoetstof aspartaam te vermijden. Aspartaam bevat namelijk fenylalanine.
Speciaal dieet
Behandeling bestaat uit een dieet met weinig eiwitten. Fenylalanine is namelijk een aminozuur. Eiwitten bestaan uit aminozuren. Eiwitten in voedingsmiddelen bestaan voor 3-5% uit fenylalanine. Veel patiënten met fenylketonurie hebben een eiwit-beperkt dieet dat bestaat uit ongeveer 10 gram eiwit per dag.
Omdat het dieet in de behandeling een belangrijke rol speelt worden patiënten met fenylketonurie begeleid door een diëtist. De diëtist kan een dieet samenstellen waar niet of nauwelijks fenylalanine in zit.
Aminozuurpreparaten
Om toch voldoende aminozuren binnen te krijgen worden vaak speciale aminozuurpreparaten voorgeschreven. Deze bevatten geen fenylalanine en extra tyrosine. Vaak worden ook vitaminen, mineralen en sporenelementen toegevoegd. Dergelijke producten worden geleverd door een apotheek of een gespecialiseerd bedrijf.
Sapropterine (Kuvan)
Sinds een aantal jaren is het medicijn sapropterine beschikbaar. Het wordt op de markt gebracht onder de merknaam Kuvan. Kuvan zorgt ervoor dat het fenylalanine gehalte van het bloed omlaag gaat. Gemiddeld daalt het fenylalanine gehalte zo’n 30%. Voor sommige patiënten betekent dat dat ze een minder streng dieet hoeven te volgen.
Kijk voor meer informatie over dit middel op de webpagina over saproterine (Kuvan).
Controles door de arts
De ernst van symptomen is sterk afhankelijk van het fenylalanine gehalte in het bloed. Daarom zal tijdens controles door de arts het fenylalanine gehalte van het bloed regelmatig worden bepaald. Zo kan de behandeling eventueel worden bijgestuurd.
In het algemeen wordt ernaar gestreefd om het fenylalanine-gehalte van het bloed beneden de 700 μmol/liter te houden.
Fenylketonurie en zwangerschap
Een hoog gehalte aan fenylalanine in het bloed van een zwangere moeder kan leiden tot afwijkingen bij het ongeboren kind. Afwijkingen die op kunnen treden zijn verstandelijke beperking, vertraagde groei in de baarmoeder, microcefalie (kleine schedelomtrek) en aangeboren hartafwijkingen.
Om deze reden is het voor zwangere vrouwen met fenylketonurie van groot belang om het fenylalanine gehalte van het bloed zo dicht mogelijk bij de normaalwaarde te krijgen. Dat zou al vóór de bevruchting bereikt moeten zijn, zodat het embryo niet wordt blootgesteld aan een overmaat aan fenylalanine.
Beloop & Prognose
Doordat fenylketonurie tegenwoordig op de babyleeftijd al wordt vastgesteld kan al in de eerste levensmaand worden begonnen met behandeling. Dat betekent levenslang een fenylalanine-beperkt dieet volgen. Daarmee kunnen de meeste symptomen en verschijnselen worden voorkomen. De prognose is daardoor aanzienlijk verbeterd.
Historie
Fenylketonurie werd voor het eerst beschreven door de Noorse arts en biochemicus Dr Ivar Asbjørn Følling in 1934. De ziekte wordt daarom ook wel ‘ziekte van Følling’ genoemd.
In 1954 werd duidelijk dat een fenylalanine-beperkt dieet vermindering van symptomen en verschijnselen geeft.
In 1974 werd in Nederland begonnen met screening van pasgeboren baby’s op fenylketonurie.
Engelse vertaling
phenylketonuria, PKU
Duitse vertaling
Synoniemen
Andere namen voor fenylketonurie zijn phenylketonurie, PKU, ziekte van Følling, ziekte van Fölling, en hyperfenylalaninemie.
ICD-10 code
E70.0
Verder lezen / Referenties
- HW de Valk, LMJ de Sonneville ea, ‘Een kinderziekte op de volwassen leeftijd: fenylketonurie’, gepubliceerd in de rubriek ‘Capita selecta’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 1 januari 2000; 144(1): pagina’s 11-15.
- R Leinmüller, ‘Phenylketonurie: Erste medikamentöse Therapie ist verfügbar; Der Wirkstoff Sapropterin senkt die Serumspiegel von Phenylalanin im Mittel um 30 Prozent’, gepubliceerd in de rubriek ‘Pharma’ van het Deutsches Ärzteblatt van 9 oktober 2009; 106(41): pagina A2024.
- PH Verkerk, ‘Twintig jaar landelijke screening op fenylketonurie in Nederland’, gepubliceerd in de rubriek ‘Oorspronkelijke stukken’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 11 november 1995; 139(45): pagina’s 2302-2305.
- A Følling, ‘Über Ausscheidung von Phenylbrenztraubensaüre in den Harn als Stoffwechselanomalie in Verbindung mit Imbezillität’, gepubliceerd in het Hoppe-Seylers Zeitschrift für Physiologische Chemie van 1934; 227: pagina’s 169-176.
- PD Maaswinkel-Mooij ea, ‘Fenylketonurie ondanks screening’, gepubliceerd in de rubriek ‘Casuïstische mededelingen’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 1993; 137(34): pagina’s 1727-1729.
Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt feedback geven op het artikel, vragen stellen en/of aanvullingen of adviezen geven. Andere lezers kunnen daar weer op reageren. Zo kan een levendige discussie ontstaan. Het is ook een manier om in contact te komen met andere (verzorgers van) kinderen of mensen met fenylketonurie.
Om spam tegen te gaan worden reacties niet automatisch gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie van Simpto.nl gezien zijn. Daar kan soms enige uren overheen gaan.