Pronator teres syndroom

Bijgewerkt op 9 februari 2018

Wat is het pronator teres syndroom?

Het pronator teres syndroom is een aandoening waarbij een zenuw in de elleboogplooi bekneld raakt. Het gaat om de middelste armzenuw (nervus medianus). Deze zenuw raakt bekneld tussen delen van een spier, de ‘musculus pronator teres’. Vandaar de naam ‘pronator teres syndroom’. Door de beknelling van deze zenuw ontstaat een veranderd gevoel in de onderarm en zwakte en/of tintelingen in de vingers.

Symptomen

De middelste armzenuw is van belang voor het gevoel van de huid van een deel van de onderarm. Daarnaast prikkelt de zenuw ook een aantal spiertjes in de onderarm en de hand. Door de beknelling kunnen de volgende klachten ontstaan:

  • Geen of minder gevoel aan onderarm
    • met name de voorkant van de onderarm (aan de zijde van de handpalm)
  • Tintelend of prikkelend gevoel:
    • in de vingers (duim, wijsvinger, middelvinger)
    • aan de onderarm
  • Minder kracht in de vingers

Oorzaak

Het pronator teres syndroom wordt meestal veroorzaakt door beknelling van de middelste armzenuw tussen spierbuiken van de musculus pronator teres. Soms zit de zenuw bekneld tussen andere structuren in de elleboogplooi.

Diagnostiek

Mensen met de klachten van het pronator teres syndroom zullen vaak worden doorverwezen naar een neuroloog. De neuroloog kan met behulp van vraaggesprek, neurologisch onderzoek en aanvullend onderzoek de diagnose stellen. Het aanvullende onderzoek kan bestaan uit spieronderzoek (EMG) en/of beeldvormend onderzoek.

Neurologisch onderzoek

Bij lichamelijk onderzoek is er vaak sprake van drukpijn bij de elleboogplooi. Deze pijn kan toenemen als de onderarm tegen weerstand in naar binnen wordt gedraaid.

Verder kan de arts testjes doen om de kracht in de vingers te beoordelen. Daarbij is de zogenaamde ‘pincetgreep’ vaak verminderd. Dit kan worden getest door de patiënt het ‘OK’-teken te laten maken. Hierbij moeten duim en wijsvinger zo stevig mogelijk tegen elkaar aan worden gedrukt. Als de arts vervolgens met zijn/haar wijsvinger probeert de duim en wijsvinger van elkaar los te krijgen lukt dat betrekkelijk makkelijk. Dit wijst erop dat het spiertje dat de duim buigt en het spiertje dat de wijsvinger buigt minder kracht hebben. Beide spiertjes worden door een belangrijke tak van de nervus medianus geprikkeld.

Ten slotte kan de arts het gevoel in de hand en vingers testen. Daarbij zal het gevoel in de eerste drie vingers (duim, wijsvinger, middelvinger) en een deel van de ringvinger vaak verminderd zijn. Hetzelfde geldt voor een groot deel van de handpalm. De gevoeligheid in deze delen van de huid wordt ook geregeld door de nervus medianus.

Elektromyografie (EMG)

Bij spieronderzoek (elektromyografie) zullen meestal afwijkingen aan de pronator teres-spier worden gevonden.

Beeldvormend onderzoek

Bij echografie en MRI-onderzoek kunnen afwijkingen zichtbaar zijn. Op die manier kan soms de oorzaak van de beknelling worden vastgesteld.

Op een MRI-scan van de onderarm en de hand is soms verdunning van de aangetaste spiertjes zichtbaar. Dit wordt ‘spieratrofie’ genoemd.

Behandeling

Mensen met het pronator teres syndroom zullen vaak door een neuroloog worden behandeld. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk.

Injectie met corticosteroïden

De arts kan besluiten om op de plaats van de beknelling een injectie met corticosteroïden te geven. De corticosteroïden zorgen ervoor dat ontsteking door irritatie vermindert. Daarmee zal ook de zwelling afnemen. De beknelling wordt zo minder waardoor de klachten afnemen of verdwijnen.

Fysiotherapie

Soms helpt het om het gebied rond de elleboogplooi te masseren. De arts kan de patiënt hiervoor verwijzen naar een fysiotherapeut.

Operatie

Als deze behandelingen niet of onvoldoende helpen kan een operatie uitkomst bieden. Bij de operatie zal de beknelling worden opgeheven.

Engelse vertaling

pronator teres syndrome

ICD10-code

G56.1

Synoniemen voor het pronator teres syndroom zijn pronator syndroom en musculus pronator teres syndroom.


Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 9 februari 2018
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 9 februari 2018

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven