Osteochondritis dissecans

Bijgewerkt op 5 juli 2023

Wat is osteochondritis dissecans?

Osteochondritis dissecans is een aandoening van de gewrichten waarbij stukjes bot en kraakbeen los in het gewricht zitten. Dit kan leiden tot pijn, zwelling en beperkte beweging van het gewricht leiden. De aandoening komt vooral voor in de knie, de elleboog en de enkel.

De aandoening werd voor het eerst beschreven door de duitse chirurg Dr Franz König in 1888. Daarom werd de ziekte vroeger ook wel ‘ziekte van König’ genoemd.

osteochondritis dissecans - Dr Franz König (1832-1910)
osteochondritis dissecans – Dr Franz König (1832-1910)

Hoe vaak komt het voor?

Osteochondritis dissecans komt regelmatig voor. Jaarlijks wordt deze diagnose in Nederland naar schatting 2.500-3.000 keer gesteld.

De aandoening komt het vaakst voor in het kniegewricht. Kijk voor meer informatie op de webpagina over osteochondritis dissecans van het kniegewricht.

Bij wie?

Osteochondritis dissecans wordt meestal vastgesteld bij jonge mensen die nog in de groei zijn. Soms wordt de aandoening vastgesteld bij volwassenen.

Osteochondritis dissecans bij jongeren wordt ook wel ‘juveniele osteochondritis dissecans’ of ‘juveniele OCD’ genoemd.

Welke symptomen geeft het?

De klachten zijn afhankelijk van het gewricht dat aangetast is.

Bij osteochondritis dissecans van de knie kunnen de volgende klachten optreden:

Bij osteochondritis dissecans van de elleboog kunnen de volgende klachten optreden:

  • Pijn in de elleboog
    • ontstaat of wordt meestal erger bij werpbewegingen, of bij lopen in het geval van osteochondritis dissecans van het kniegewricht
  • Bewegingsbeperking van de elleboog (of ander gewricht);
    • moeilijk kunnen strekken of buigen van de elleboog
    • soms zit de elleboog ‘op slot’
  • Zwelling rondom de elleboog (of ander gewricht)

Bij osteochondritis dissecans van de enkel kunnen de volgende klachten optreden:

  • Pijn in de enkel
  • Zwelling van de enkel
  • Enkel niet goed kunnen bewegen

Bij osteochondritis dissecans van de knieschijf kunnen de volgende klachten optreden:

  • Pijn aan de voorkant van de knie
  • Zwelling van de knie

Wat is de oorzaak?

De oorzaak van osteochondritis dissecans is waarschijnlijk (vroeger opgetreden) letsel aan het aangetaste gewricht op een plek die slecht doorbloedt wordt.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Op een röntgenfoto van de elleboog kunnen de losse stukjes verkalkt kraakbeen worden gezien. Voor de zekerheid wordt vaak ook een foto van de andere elleboog gemaakt, ook als daar (nog) geen klachten zijn.

MRI kan worden gebruikt om een indeling naar ernst van de aandoening te maken:

  • I: kraakbeen intact, geen botcysten
  • II: kraabeenafwijkingen en (losgelaten) stukjes bot

Op grond van de bevindingen kan de aandoening worden ingedeeld in verschillende stadia:

  • Stadium 1 – Klein stukje van het bot in het gewricht is aangetast;
  • Stadium 2 – Een stukje bot met kraakbeen is voor een deel losgekomen van het onderliggende bot;
  • Stadium 3 – Een stukje bot met kraakbeen is volledig losgekomen van het onderliggende bot;
  • Stadium 4 – Een stukje bot met kraakbeen zweeft vrij rond in het gewricht; een dergelijk stukje bot/kraakbeen wordt ‘gewrichtsmuis‘ genoemd.

Wat is de behandeling?

De behandeling is afhankelijk van de mate waarin kraakbeen/bot is losgelaten en klachten geeft.

Als er niet of nauwelijks klachten zijn wordt vaak geadviseerd enige tijd rust te nemen. Dat betekent voor sporters dat ze een aantal weken niet kunnen trainen.

Als dat onvoldoende helpt kan de arts besluiten om het gewricht in te gipsen. Daarmee worden bewegingen van het gewricht volledig vermeden.

Als er losliggende stukjes bot en/of kraakbeen (gewrichtsmuizen) in het gewricht zitten wordt vaak een kijkoperatie (artroscopie) gedaan. De losgelaten botfragmenten worden daarbij verwijderd.

Als door het loslaten van een botfragment een groot defect aan het gewrichtsoppervlak is ontstaan zal geprobeerd worden dit op te vullen. Het doel daarvan is het ontstaan van gewrichtsslijtage in de toekomst te voorkomen.

Voor het opvullen van het kraakbeenoppervlak zijn tegenwoordig verschillende mogelijkheden:

  • Opvullen met eigen bot of kraakbeen dat wordt weggenomen uit een ander deel van het skelet;
  • Opvullen met bot of kraakbeen van een donor;
  • Microfracturering; hierbij wordt een stukje van het onder het kraakbeenoppervlak gelegen bot kapot gemaakt; het lichaam zal hierop reageren door bindweefsel aan te maken; het bindweefsel vult dan het gat in het kraakbeenoppervlak op.

Verder lezen / Referenties

  • F König, ‘Über freie Körper in den Gelenken’, gepubliceerd in het Deutsches Zeitschrift für Chirurgie van 1888; 27: pagina’s 90-103.
  • RAG Nordkamp, IHT van Rensen, HAGM Sala en JBA van Mourik, ‘Dubbelzijdige juveniele osteochondritis dissecans van de laterale femurcondyl bij een 15-jarige jongen’, gepubliceerd in de rubriek ‘Casuïstische mededelingen’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 21 juli 2007; 151(29): pagina’s 1643-1647.
  • G Zanon, G Di Vico & M Marullo, ‘Osteochondritis dissecans of the talus’, gepubliceerd in Joints van 2014; 2(3): pagina’s 115-123.

Synoniemen

Andere namen voor osteochondritis dissecans zijn OCD en osteochondrosis dissecans.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven