Bijgewerkt op 7 juni 2021 door Simpto.nl
Wat is een niersteen?
Nierstenen zijn steentjes die gevormd worden uit mineralen in de urine. Onder bepaalde omstigheden kunnen deze mineralen kristalliseren en concrementjes vormen. Deze kunnen steeds groter worden, soms wel 10 cm in doorsnede. Kleine niersteentjes (zie foto hieronder) worden vaak uitgeplast. Als ze onderweg naar de blaas vastlopen in de urineleider ontstaat een niersteenaanval (niersteenkoliek).
De medische naam voor nierstenen is ‘nefrolithiasis’ of ‘nephrolithiasis’.
Hoe vaak komt het voor?
Nierstenen komen vaak voor. De diagnose wordt in Nederland jaarlijks ongeveer 10.000 keer gesteld.
Oorzaak nierstenen
Nierstenen ontstaan doordat mineralen in de urine gaan kristalliseren. Onder bepaalde omstandigheden kunnen deze kristalletjes kunnen uitgroeien tot ‘stenen’. Dat heeft te maken met de concentratie van de mineralen in de urine, maar bijvoorbeeld ook met de zuurgraad van de urine.
Wie krijgen nierstenen?
In principe kan iedereen een niersteen krijgen. De aandoening wordt echter vooral gezien bij mensen in de leeftijd van 25-50 jaar, en bijna twee keer vaker bij mannen dan bij vrouwen.
Verder zijn er een aantal ziektebeelden waarbij nierstenen opvallend vaak voorkomen. Hieronder een overzicht van deze ziektebeelden. Het getal achter de diagnose geeft een schatting van de verhoging van de kans op het krijgen van nierstenen ten opzichte van de algemene bevolking.
- tekort aan het enzym adenine fosforibosyltransferase (adenine fosforibosyltransferase deficiëntie) – 18,4x
- hypocalciure hypercalciëmie – 18x
- primaire hyperoxalurie – 15,8x
- HHN (hypomagnesiëmie met hypercalciurie en nefrocalcinose) – 14,4x
- schistosomiasis – 14,4x
- cystinurie – 11x
- nierbekkenontsteking met granulomen (xanthogranulomateuze pyelonefritis) – 8,6x
- iminoglycinurie – 8,3x
- renale tubulaire acidose type I – 8,3x
- ziekte van Dent – 8,2x
- sponsnieren (medullaire cystenieren) – 6,8x
- hyperparathyroidism-jaw tumor syndrome – 6,4x
- verlaagd citroenzuur gehalte in de urine (hypocitraturie) – 6,4x
- syndroom van Kelley-Seegmiller (HGPRTase-deficiëntie) – 6,3x
- bijschildklierkanker (bijschildkliercarcinoom) – 6x
- alkaptonurie (alkaptonurie) – 5,4x
- syndroom van Lowe (oculocerebrorenaal syndroom) – 5,4x
- glucose-galactose resorptiestoornis syndroom – 5x
- erfelijke cystenieren (hereditaire cystenieren – autosomaal dominant) – 4x
- bijschildklierhyperplasie – 3,6x
- melk-alkali syndroom – 3,6x
- verhoogd calcium gehalte in het bloed (hypercalciëmie) – 3,5x
- goedaardig gezwel van de bijschildklier (bijschildklieradenoom) – 3,2x
- short bowel syndroom – 2,5x
- kalkneerslag in de nieren (nefrocalcinose) – 2,4x
- parathyromatose (parathyromatose) – 2,4x
- sarcoïdose – 2,4x
- GAPO syndroom – 2,3x
- vitamine D-vergiftiging (hypervitaminose D) – 2,3x
- ziekte van Paget van het bot (osteitis deformans) – 2x
- hoefijzernier – 1,7x
- ziekte van Crohn (enteritis regionalis) – 1,6x
- familiaire hypercalciëmie met hypocalciurie – 1,5x
- polycytemie (polycytemia vera) – 1,4x
Er zijn ook geneesmiddelen die de kans op het krijgen van nierstenen bevorderen. Hieronder een aantal voorbeelden. Het getal achter het geneesmiddel geeft een schatting van de verhoging van het risico ten opzichte van geen gebruik van geneesmiddelen.
- furosemide (Lasix) – 1,5x
- aluminiumhydroxide (Algeldraat) – 1,4x
- HIV-remmers (antiretrovirale middelen) – 1,4x
- triamtereen (kaliumsparend diureticum) – 1,4x
- Rasilamlo (aliskiren/amlodipine) – 1,08x
- Rasilez (aliskiren) – 1,08x
- zonisamide – 1,06x
Symptomen niersteen
Een niersteen geeft vaak helemaal geen klachten. Nierstenen gaan over het algemeen pas klachten geven als ze erg groot worden, of als kleinere stukjes steen gaan afbrokkelen en vastlopen in de urineleider. In dat geval wordt gesproken van een uretersteen.
Nierstenen die vastlopen in de urineleider (ureterstenen) kunnen de volgende klachten geven:
- Pijn in de zij
- de pijn kan uitstralen naar de lies of de balzak
- Pijn in de rug
- de pijn kan uitstralen naar de lies of de balzak
- Pijn in de lies
- Pijn in de balzak
- Roze of rode urine
Soms wordt een niersteen zo groot dat die het gehele nierbekken opvult. Dan wordt wel gesproken van een afgietselsteen. Dit kan leiden tot een zwelling in de flank.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De diagnose wordt meestal gesteld met behulp van beeldvormend onderzoek. Nierstenen zijn goed zichtbaar op zowel röntgenfoto als met echoscopie. Het voordeel van echoscopie is dat daarmee ook een eventueel aanwezige stuwing van de nier (hydronefrose) kan worden gezien.
Als het niersteentje wordt uitgeplast en opgevangen kan het naar het laboratorium worden gestuurd voor analyse. Bij een dergelijke niersteenanalyse wordt bepaald om wat voor niersteen het gaat. Dit kan belangrijke aanwijzingen geven voor de oorzaak van het ontstaan van de niersteen.
Bij patiënten die regelmatig last hebben van nierstenen wordt vaak uitgebreid onderzoek gedaan naar het voorkomen stofwisselingsziekten. Als een dergelijke stofwisselingsziekte aan het licht komt kan namelijk gericht dieetadvies worden gegeven om te proberen de vorming van nierstenen te voorkomen.
Behandeling nierstenen
Nierstenen die geen klachten geven worden meestal niet behandeld. Als ze wel klachten geven zijn er twee mogelijkheden: niersteenvergruizing of een operatie.
Een niersteenaanval wordt behandeld met pijnstillers. Een veel gebruikte behandeling is een injectie met diclofenac in de spieren (intramusculair).
Soms wordt ook een geneesmiddel gegeven dat de urinewegen doet verslappen. Het doel daarvan is om het uitplassen van de niersteen te bespoedigen.
Voorkomen nierstenen
Iemand die wel eens een niersteenaanval heeft meegemaakt zal er veel voor over hebben om een dergelijke aanval in het vervolg te voorkomen. Er zijn een aantal maatregelen die hierbij kunnen helpen:
- Genoeg drinken (vooral ook water)
- Zoutbeperking
- Vermijden van grote hoeveelheden cashewnoten, rood vlees en thee
In tegenstelling tot wat vroeger gedacht werd is het niet noodzakelijk om melk en andere zuivelproducten te laten staan. Hoewel deze producten veel kalk (calcium) bevatten leidt het gebruik niet tot een verhoogde kans op het krijgen van nierstenen.
Aan sommige patiënten worden geneesmiddelen voorgeschreven die helpen om het ontstaan van nieuwe nierstenen tegen te gaan. Het gaat om bepaalde plaspillen, kaliumcitraat en allopurinol.
Complicaties
Een niersteen kan afbrokkelen, waarna kleine steentjes vastlopen in de urineleider. In dat geval wordt gesproken van een ‘uretersteen‘.
Een uretersteen kan leiden tot verstopping van de urineleider. Hierdoor ontstaat stuwing in het bovenliggende deel van de urineleider en het nierbekken. Dit leidt tot hydronefrose.
Synoniemen
nefrolithiasis, niersteenlijden, nefrolithiase, niersteentje, niersteentjes
Verder lezen / Referenties
- J Janssen, SP Stomps en MCH Hekman, ‘Een vrouw met een palpabele zwelling, hematurie en flankpijn‘, gepubliceerd in de rubriek ‘Diagnose in beeld’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 28 mei 2021; 165(21): pagina 25.
Gepubliceerd door: Simpto.nl
Publicatiedatum: 18 oktober 2014
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt: 7 juni 2021
Reacties van lotgenoten
Hieronder kun je reageren op dit artikel. Je kunt feedback geven op het artikel, vragen stellen en/of aanvullingen of adviezen geven. Andere lezers kunnen daar weer op reageren. Zo kan een levendige discussie ontstaan. Het is ook een manier om in contact te komen met andere mensen met een niersteen. Reacties worden niet automatisch gepubliceerd. Dit gebeurt nadat ze door de redactie van Simpto.nl gezien zijn. Daar kan soms enige uren overheen gaan.
Hallo.heb een vraag heb 2 keer volgens de arts blaasontsteking gehad.Maar had geen buikpijn Alleen op de plek van de urinelijder helemaal aan het onderste deel .Was heel erg pijnlijk .Kan dit ook niergruis zijn geweest .Want de 2 antibiotica hielpen niet.