Bijgewerkt op 29 november 2022
Wat is het maligne neurolepticasyndroom?
Het maligne neurolepticasyndroom is een ernstige bijwerking van geneesmiddelen tegen psychoses (antipsychotica). ‘Neuroleptica’ is de oude naam voor antipsychotica.
Een andere naam voor het maligne neurolepticasyndroom is ‘maligne antipsychoticasyndroom’. De aandoening wordt vaak afgekort tot ‘MNS’.
Welke klachten / symptomen geeft het?
Mensen met het maligne neurolepticasyndroom kunnen de volgende klachten en kenmerken hebben:
- koorts
- vaak hoge koorts
- hevig transpireren
- verkrampte spieren / aangespannen spieren
- overmatige speekselproductie
- met als gevolg vaak kwijlen
- tremor (trillen, beven)
- stuiptrekkingen (convulsies)
- versnelde ademhaling (tachypnoe)
- versnelde hartslag (tachycardie)
- hartkloppingen
- verminderd bewustzijn
De klachten ontstaan vrijwel altijd binnen een maand na het starten van het betreffende medicijn.
Hoe vaak komt het voor?
Het maligne neurolepticasyndroom komt gelukkig niet vaak voor. Geschat wordt dat de aandoening bij ongeveer 1 op de 750 mensen die antipsychotica krijgt voorgeschreven ontstaat.
Wat is de oorzaak?
Het maligne neurolepticasyndroom wordt veroorzaakt doordat het dopamine gehalte in de hersenen verandert. Dat gebeurt bij mensen die worden behandeld met geneesmiddelen die de werking van dopamine tegengaan. Dergelijke medicijnen worden wel ‘dopamine-blokkers’ of ‘dopamine-antagonisten’ genoemd.
Voorbeelden van geneesmiddelen die de werking van dopamine tegengaan zijn antipsychotica en middelen tegen de ziekte van Parkinson. Het maligne neurolepticasyndroom komt vooral bij mensen die antipsychotica gebruiken. De kans om dit syndroom te krijgen is hoger bij gebruik van zogenaamde ‘klassieke antipsychotica’ dan bij gebruik van nieuwere middelen (‘atypische antipsychotica’).
Verder geldt dat het maligne neurolepticasyndroom vaker voorkomt bij gebruik van hoge doseringen antipsychotica.
Heel soms komt het maligne neurolepticasyndroom voor bij mensen die andere geneesmiddelen gebruiken die de hoeveelheid dopamine in de hersenen beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld anti-parkinsonmiddelen.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Er bestaat nog geen test waarmee de diagnose onomstotelijk kan worden gesteld.
Een arts zal denken aan de mogelijkheid van MNS als bij iemand die kortgeleden begonnen is met antipsychotica kenmerkende symptomen optreden.
Laboratoriumonderzoek kan helpen om de diagnose te stellen. Mensen met het maligne neurolepticasyndroom krijgen door de toegenomen spierspanning namelijk afbraak van spiercellen. Dit leidt tot verhoging van de bloedspiegel van het enzym creatine kinase. Ook het myoglobine gehalte in bloed en urine kan hierdoor verhoogd zijn.
Wat is de behandeling?
Behandeling van het maligne neurolepticasyndroom gebeurt in het ziekenhuis.
De behandeling bestaat in eerste instantie uit stoppen met het gebruik van het medicijn dat de aandoening veroorzaakt.
Verder worden, afhankelijk van de symptomen en afwijkingen die zich voordoen, de volgende maatregelen worden genomen:
- corrigeren van afwijkingen in het bloed
- koelen van de patiënt
Geneesmiddelen
Er zijn een aantal geneesmiddelen die worden ingezet bij de behandeling van het maligne neurolepticasyndroom. Voorbeelden zijn:
- benzodiazepines
- dantroleen
Beloop en prognose
Het maligne neurolepticasyndroom verdwijnt meestal binnen 1-2 weken. De aandoening kan echter zeer ernstig verlopen. Dat kan voorkomen bij het optreden van:
- ernstige hyperthermie (lichaamstemperatuur > 42°C)
- verlies van bewustzijn
- rabdomyolyse (spierverval) met als gevolg nierfalen (acute nierinsufficiëntie)
Synoniemen
Andere namen voor het maligne neurolepticasyndroom zijn maligne neurolepticumsyndroom, MNS en maligne antipsychoticasyndroom.
Verder lezen / Referenties
- JA van Waarde, METM Muller en B Verwey, ‘Maligne neurolepticasyndroom: een levensbedreigende complicatie, die goed te behandelen is’, gepubliceerd in de rubriek ‘Klinische les’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 18 november 2006; 150(46): pagina’s 2517-2520.
- AAJ Gerritsen, AP de Jonghe-Rouleau en LH Stienstra-Liem, ‘Het maligne neurolepticasyndroom bij gebruik van risperidon’, gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 11 september 2004; 148(37): pagina’s 1801-1804.