Lewy body-dementie

Bijgewerkt op 18 mei 2021

Wat is Lewy body-dementie?

Lewy body dementie is een vorm van dementie. Na de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie is dit de meest voorkomende vorm van dementie.

Een andere naam die gebruikt wordt voor deze aandoening is ‘dementie met Lewy-lichaampjes’ of ‘dementie met Lewy bodies’, of afgekort ‘DLB’. De Engelse naam voor deze aandoening is ‘dementia with Lewy bodies’.

Hoe vaak komt het voor?

Er zijn naar schatting 40.000 mensen in Nederland met Lewy body-dementie. Daar komen jaarlijks zo’n 6.000 mensen bij.

Bij wie komt het voor?

Lewy body dementie komt vooral voor bij ouderen. De ziekte wordt niet of nauwelijks gezien bij mensen jonger dan 50 jaar. Ook is er een verband met de ziekte van Parkinson. Mensen met Lewy body-dementie hebben vaak de ziekte van Parkinson of ontwikkelen deze ziekte in een later stadium.

Oorzaak Lewy body-dementie

Bij mensen met deze vorm van dementie ontstaan neerslagen van een bepaald stofje – alfa-synucleïne genaamd – in de hersenen. Deze neerslagen werden voor het eerst ontdekt door Dr. Friederich Lewy, een Duitse neuroloog, in 1912. De neerslagen werden naar hem ‘Lewy lichaampjes’ of ‘Lewy bodies’ genoemd. Waarom deze Lewy-lichaampjes ontstaan is niet helemaal duidelijk. Dit wordt momenteel verder onderzocht.

Symptomen Lewy body-dementie

In tegenstelling tot de ziekte van Alzheimer staan geheugenproblemen bij Lewy body dementie niet op de voorgrond. De aandoening begint vaak met problemen om de aandacht ergens bij te houden. Pas in een later stadium treden geheugenproblemen op.

Een ander symptoom dat kenmerkend is voor deze vorm van dementie is het optreden van hallucinaties. Hallucinaties zijn waarnemingen van dingen die niet echt zijn, bijv. het zien van dingen of personen die niet bestaan, of het horen van stemmen. Bij Lewy body-dementie komt vooral het zien van dingen of personen die niet bestaan vaak voor. Dit worden ‘visuele hallucinaties’ genoemd.

Hieronder een lijst van klachten / symptomen die op kunnen treden met daarachter een schatting van hoe vaak het optreedt:

  • moeite met het uitvoeren van alledaagse taken – 72%
  • dingen zien die er niet zijn – 68%
  • moeite met concentreren – 45%
  • minder oplettend – 43%
  • verward – 38%
  • moeite met problemen oplossen – 35%
  • langzaam bewegen – 32%
  • langzaam denken – 32%
  • niet weten waar je bent – 32%
  • moeite met nadenken en redeneren – 31%
  • trillende hand – 24%
  • moeite met diepte zien – 23%
  • slecht slapen – 22%
  • gedragsverandering – 22%
  • lusteloosheid – 17%
  • lopen met kleine pasjes – 17%
  • moeite om in evenwicht te blijven – 15%
  • depressief – 15%
  • vergeetachtig – 15%
  • staren – 14%
  • vallen – 14%
  • slaperigheid – 14%
  • waandenkbeelden – 13%
  • beven van de arm – 12%
  • stijf gevoel in de spieren – 12%
  • voorovergebogen houding – 12%
  • wankel lopen – 12%
  • klein schrijven – 12%
  • verlies van bewustzijn – 11%
  • overdag in slaap vallen – 11%
  • uitdrukkingsloos gezicht – 11%
  • angst – 11%
  • snel boos of geirriteerd – 11%
  • opgewonden – 10%
  • zachte stem – 9%
  • moeite met slikken – 9%
  • verminderde orientatie in tijd – 7%
  • steeds hetzelfde zeggen – 6%
  • achterdochtig – 5%
  • niet goed kunnen ruiken – 5%
  • verstopping – 4%
  • benen niet stil kunnen houden – 4%
  • duizeligheid – 3%
  • slecht tegen kou kunnen – 3%
  • slecht tegen warmte kunnen – 3%
  • plas niet op kunnen houden – 3%
  • moeite met communiceren – 2%
  • moeite met plassen – 2%
  • moeite om de juiste woorden te vinden – 2%
  • moeite om situaties op waarde te schatten – 2%

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Bij het stellen van de diagnose zal de arts in eerste instantie afgaan op de symptomen die door patiënt, partner, kinderen of verzorgenden worden gemeld. Er is namelijk geen test waarmee bepaald kan worden of de ziekte aanwezig is.

Vaak zal een neuropsychologische test worden afgenomen. Hiermee wordt het geheugen en het vermogen om logisch na te denken en te redeneren getest.

Het is van belang om onderscheid te maken tussen de Lewy body-dementie, de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson omdat de behandeling voor deze aandoeningen verschillend is.

Behandeling Lewy body-dementie

Er is geen behandeling om Lewy body-dementie te genezen. De behandeling zal daarom bestaan uit het behandelen van de symptomen die op de voorgrond staan.

Bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden bij de ziekte van Alzheimer – de zogenaamde cholinesterase remmers – kunnen worden gebruikt tegen symptomen als vergeetachtigheid en moeite met logisch nadenken.

Klachten die samenhangen met bewegingsstoornissen worden vaak behandeld met antiparkinson geneesmiddelen, zoals bijvoorbeeld Sinemet.

2 gedachten over “Lewy body-dementie”

  1. Evelyn Helmich

    Ik mis in deze lijst een heel belangrijk verschijnsel: Rem sleep Behaviour Disorder (RBD). Dit is nachtlijke onrust, waarbij de patiënt zeer levende dromen heeft die hij uitspeelt. dit gaat gepaard met schreeuwen of praten, heftige bewegingen, stompen of trappen, uit bed vallen en zich (of de bedpartner) verwonden.

    1. Dat is inderdaad een heel goed punt. Vaak begint dit met Rem Sleep Behaviour Disorder. De patiënt heeft dan verder nog helemaal geen duidelijke verschijnselen van Lewy Body dementie. Onlangs een podcast geluisterd waarin een somnoloog een zeer duidelijke uitleg gaf hoe Rem Sleep Behaviour Disorder vaak een voorbode kan zijn van Parkinson of Lewy Body dementie. Als iemand merkt dat zijn/haar partner zeer onrustig slaapt en dromen uitbeeldt, is het zaak om hier aandacht aan te schenken, en allereerst zo snel mogelijk een huisarts te bezoeken zodat dit nader kan worden onderzocht. Via een MRI scan kunnen dan al tekenen van Parkinson worden gesignaleerd voordat de ziekte zich duidelijk openbaart. Men is er dan snel bij en een vroegtijdige behandeling kan dan worden gestart.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven