Bijgewerkt op 5 september 2024
Wat is leukemie?
Leukemie is een vorm van kanker waarbij voorlopercellen van witte bloedcellen in het beenmerg zich ongecontroleerd gaan vermenigvuldigen. Dit leidt tot grote hoeveelheden abnormale witte bloedcellen in het bloed. Dit kan verschillende klachten veroorzaken. Een andere naam voor leukemie is ‘bloedkanker’.
Welke vormen zijn er?
Acuut vs Chronisch
Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘acute leukemie’ en ‘chronische leukemie’. Bij acute leukemie zijn de witte bloedcellen onrijp. Bij chronische leukemie gaat het om rijpe witte bloedcellen.
Acute leukemie
Bij acute leukemie rijpen de voorlopercellen van de witte bloedcellen niet volledig uit. Het gevolg is een tekort aan normale witte bloedcellen in het bloed. De onrijpe witte bloedcellen blijven zich delen en hopen zich op in het beenmerg. Ze verdrukken daarbij andere bloedcellen. Zonder behandeling kan een acute leukemie binnen enkele maanden fataal zijn.
Chronische leukemie
Bij chronische leukemie zijn de witte bloedcellen grotendeels uitgerijpt. Ze werken echter niet helemaal normaal. Daardoor zijn ze minder goed in staat om infecties te bestrijden.
Lymfoïd vs Myeloïd
Daarnaast wordt een onderverdeling gemaakt naar aanleiding van het type witte bloedcellen dat kwaadaardig gaat groeien. Dat kunnen voorlopers van lymfocten zijn, of voorlopers van andere witte bloedcellen. In het eerste geval wordt gesproken van ‘lymfoïde leukemie’. In het tweede geval spreekt men van ‘myeloïde leukemie’.
Indeling
Op grond van deze indeling kunnen in principe vier hoofdtypen leukemie worden onderscheiden, namelijk:
- acute lymfatische leukemie (ALL)
- acute myeloïde leukemie (AML)
- chronische lymfatische leukemie (CLL)
- chronische myeloïde leukemie (CML)
Dit zijn de meest voorkomende vormen van bloedkanker. Naast deze vormen zijn er nog een aantal andere vormen, zoals:
- haarcelleukemie
- T-cel prolymfocyten leukemie
- Volwassen T-cel leukemie
Leukemieën behoren, net als de lymfomen, tot een groep aandoeningen die ‘hematologische maligniteiten’ worden genoemd.
Wat is de oorzaak?
Het is niet precies bekend waarom mensen leukemie krijgen. Aangenomen wordt dat zowel erfelijke aanleg als omgevingsfactoren een rol spelen.
Risicofactoren
Er zijn een aantal aandoeningen en omstandigheden die de kans op het krijgen van leukemie verhogen. Dit zijn:
- Blootstelling aan straling
- Blootstelling aan bepaalde chemische stoffen, zoals benzeen
- Gebruik van chemotherapie (geneesmiddelen tegen kanker)
- Roken
Verder hebben mensen die eerder leukemie hebben gehad een verhoogde kans om het opnieuw te krijgen. Hetzelfde geldt voor mensen bij wie leukemie in de familie voorkomt.
Erfelijke factoren
Leukemie is bij sommige patiënten erfelijke bepaald. Zij hebben bepaalde afwijkingen in het DNA waardoor ze als het ware aanleg hebben voor het krijgen van leukemie. Ook hebben mensen met bepaalde afwijkingen van de chromosomen een verhoogde kans op het krijgen van de ziekte. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen met het syndroom van Down (trisomie 21). Zij hebben hebben een verhoogde kans om acute leukemie te krijgen. Vrijwel alle mensen die chronische myeloïde leukemie krijgen hebben een genetische afwijkingen. Deze afwijking wordt ‘Philadelphia-chromosoom’ of ‘Philadelphia-translocatie’ genoemd.
Welke symptomen geeft het?
Bij leukemie worden in het beenmerg grote hoeveelheden onrijpe witte bloedcellen aangemaakt. Hierdoor komt de aanmaak van gewone bloedcellen in de verdrukking. Het gevolg is een tekort aan rode bloedcellen en een tekort aan bloedplaatjes. Een tekort aan rode bloedcellen (erytrocyten) leidt tot bloedarmoede. Bloedarmoede geeft klachten als aanhoudende moeheid, bleek gezicht en kortademigheid. Een tekort aan bloedingsplaatjes (trombocyten) wordt ’trombocytopenie’ genoemd. Het kan leiden tot blauwe plekken en nabloeden na medische of tandheelkundige ingrepen.
Andere klachten die voor kunnen komen zijn:
- koorts
- koude rillingen
- afvallen
- vaak infecties
- minder kracht
Kijk voor meer informatie op de webpagina’s over de afzonderlijke vormen van leukemie.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De arts zal de diagnose stellen op grond van de klachten van de patiënt, de bevindingen bij lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en onderzoek van het beenmerg.
Lichamelijk onderzoek
Bij lichamelijk onderzoek kan de milt vergroot zijn. Dit wordt ‘splenomegalie’ genoemd. Ook kan de lever vergroot zijn. Dit wordt ‘hepatomegalie’ genoemd.
Bloedonderzoek
Bij bloedonderzoek worden abnormaal veel witte bloedcellen in het bloed aangetroffen. Dit wordt ‘leukcocytose’ genoemd. Opvallend veel van deze witte bloedcellen zijn onrijpe cellen. Dit worden ‘blasten’ genoemd.
Beenmergonderzoek
De diagnose wordt bevestigd met behulp van beenmergonderzoek.
Wat is de behandeling?
Er zijn verschillende behandelingen mogelijk voor leukemie. De behandeling die gekozen wordt is afhankelijk van het type leukemie. De meest gebruikte behandelingen zijn chemotherapie, radiotherapie en beenmergtransplantatie.
Hoe vaak komt het voor?
Acute leukemieën zijn zeldzaam. Jaarlijks worden enkele honderden gevallen vastgesteld. Chronische leukemieën komen vaker voor.
Bij wie?
Acute leukemie komt vooral bij kinderen voor. Chronische leukemie vooral bij volwassenen.
Engels
leukemia (Amerikaans), leukaemia (Engels)