Intraductaal papillair mucineus neoplasma

Bijgewerkt op 25 maart 2025 door Simpto.nl

Wat is een intraductaal papillair mucineus neoplasma (IPMN)?

Intraductaal papillair mucineus neoplasma – afgekort IPMN – is een zeldzaam gezwel van de alvleesklier waarbij met slijm gevulde holtes ontstaan. Het gezwel ontstaat uit de cellen van de gangetjes die door de alvleesklier lopen. De aandoening is van zichzelf goedaardig maar kan in de loop van de tijd kwaadaardig worden. Dan ontstaat een vorm van alvleesklierkanker. Daarbij groeit het gezwel door in de directe omgeving en kan uitzaaien naar de nabijgelegen lymfeklieren.

IPMN werd in 1982 voor het eerst beschreven in de medische literatuur door de Japanse onderzoeker Dr Kazuhiko Ohashi.

Hoe vaak komt het voor?

IPMN is een zeldzame aandoening. Hoe vaak het precies voorkomt is bij ons niet bekend. Ongeveer 4% van alle alvleeskliertumoren is een IPMN. De aandoening komt vooral voor bij mensen in de leeftijdsgroep van 50-70 jaar, en vaker bij mannen dan bij vrouwen.

Wat is de oorzaak?

tekst volgt

Welke symptomen geeft het?

IPMN geeft vaak geen klachten. Als dat wel het geval is kunnen de volgende symptomen en ziekteverschijnselen voorkomen:

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose wordt meestal gesteld op grond van de resultaten van beeldvormend onderzoek. Op een CT-scan van de buik zijn meestal één of meerdere cysten in de alvleesklier zichtbaar. Eventueel kan een cyste worden aangeprikt en vocht worden opgezogen voor onderzoek. Kenmerkend voor de aandoening is een verhoogd CEA gehalte in het cystevocht.

Soms is weefselonderzoek nodig om de diagnose te stellen. Daarbij wordt een stukje weefsel uit de wand van de cyste geprikt. Dit wordt vervolgens door een patholoog onder de microscoop bekeken. Daarbij zijn kenmerkende slijm-producerende cellen zichtbaar.

Wat is de behandeling?

De behandeling kan bestaan uit operatieve verwijdering van het gezwel. Soms wordt gekozen voor conservatieve behandeling. Dat betekent niet opereren maar wel monitoren hoe het gezwel zich ontwikkelt.

Wat is het beloop?

Ongeveer 50% van de IPMN’s wordt op den duur kwaadaardig.

Engelse vertaling

intraductal papillary mucinous neoplasm, IPMN, intraductal papillary mucinous carcinoma of pancreas, pancreatic intraductal papillary mucinous carcinoma

ICD-code

C25.3

ICD11-code

2C10.0


Niet gevonden wat je zocht?

Heb je hier niet gevonden wat je zocht? Dan kun je hieronder een reactie plaatsen. Andere lezers kunnen daar dan op reageren. Zo kan een uitgebreide discussie ontstaan. Om spam tegen te gaan worden reacties niet automatisch geplaatst. Dat gebeurt nadat ze door de redactie van Simpto.nl zijn gezien. Daar kan enige tijd overheen gaan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven