Bijgewerkt op 11 februari 2024
Wat is de ziekte van Charcot-Marie-Tooth?
De ziekte van Charcot-Marie-Tooth is een erfelijke ziekte van de zenuwen. Dit kan leiden tot spierzwakte en een verminderd gevoel, vooral in de benen. De ziekte wordt veroorzaakt door een afwijking in het DNA. Er is geen behandeling waarmee deze ziekte kan worden genezen. De behandeling is daarom gericht op het behoud van de functie van de aangetaste spieren.
De aandoening is genoemd naar de Franse arts Dr Jean-Martin Charcot (1825-1893), zijn student Dr Pierre Marie (1853-1940), en de Engelse arts Dr Howard Henry Tooth (1856-1925). De medische naam voor deze ziekte is hereditaire motorische en sensorische neuropathie, of afgekort HMSN.
Hoe vaak komt het voor?
De ziekte van Charcot-Marie-Tooth komt niet vaak voor. In Nederland wordt de aandoening jaarlijks bij naar schatting 70-80 mensen vastgesteld.
Wat is de oorzaak?
De ziekte van Charcot-Marie-Tooth wordt veroorzaakt door een afwijking in het DNA. Er zijn veel verschillende genen bekend die een rol spelen bij het ontstaan van de ziekte. Op grond van het gen dat afwijkend is kan de ziekte worden onderverdeeld in verschillende typen. Sommige daarvan erven autosomaal dominant over, anderen autosomaal recessief of geslachtsgebonden.
Welke symptomen geeft het?
Mensen met de ziekte van Charchot-Marie-Tooth kan de volgende klachten geven:
- minder kracht in de vingers
- minder kracht in de handen
- minder kracht in de benen; dit kan leiden tot moeite met het ophouden van de voet:
- klapvoet
- hanetred
- geen of verminderd gevoel:
- in de tenen
- in de voeten
- in de vingers
- in de handen
- spieratrofie (verlies van spiermassa), met als gevolg:
- dunne benen
- holvoet
- hamertenen
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De diagnose wordt gesteld op grond van de klachten, de bevindingen bij lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek, waaronder elektromyografie (EMG). De diagnose kan worden bevestigd met DNA-onderzoek. Vaak zal bloedonderzoek worden gedaan om andere oorzaken van de klachten uit te sluiten.
Lichamelijk onderzoek
Bij lichamelijk onderzoek kan sprake zijn van spieratrofie (dunnere spieren), vooral in onderbenen. De spierpeesreflexen kunnen verminderd zijn.
Wat is de behandeling?
Er is geen behandeling waarmee de aandoening kan worden genezen. De behandeling is daarom gericht op het verminderen van de klachten die zich voordoen. Dat kan met bijvoorbeeld fysiotherapie, geneesmiddelen (waaronder pijnstillers), medische hulpmiddelen en/of bepaalde operaties.