Bijgewerkt op 26 juni 2022
De klachten die voorkomen zijn afhankelijk van de plaats in het lichaam waar het gezwel ontstaat. De meest voorkomende lokaties zijn het bekken, het dijbeen (femur), het opperarmbeen (humerus), het scheenbeen (tibia) en het spaakbeen (radius). In ongeveer 20% van de gevallen ontstaat de tumor buiten het skelet in de zogenaamde weke delen. Artsen spreken in dat geval van extraossair Ewing sarcoom. Deze vorm komt vaker voor bij volwassenen dan bij kinderen.
Lokale klachten
In de beginfase van de ziekte zijn er vaak geen klachten. Naarmate het gezwel groeit neemt de kans op het ontstaan van symptomen en ziekteverschijnselen toe. Klachten die voor kunnen komen zijn lokale pijn en lokale zwelling. De pijn zit dieper in het aangetaste lichaamsdeel (botpijn) en wordt soms erger door lichamelijke inspanning. Ook kan de pijn ‘s nachts erger zijn dan overdag. De zwelling voelt hard aan. Bij sommige mensen met Ewing sarcoom is het aangetaste bot dusdanig verzwakt dat makkelijk breekt. Als dat gebeurt spreken artsen van een spontane fractuur of pathologische fractuur.
Algemene klachten
Als het gezwel groter wordt kunnen ook algemene symptomen optreden, zoals koorts, nachtzweten, moeheid en gewichtsverlies.
Symptomen per lokatie
Ewing sarcoom van het bekken
- pijn aan de bekken
- zwelling van het bekken
- pijn in de rug
Ewing sarcoom van het dijbeen (femur)
- pijn aan het bovenbeen
- harde zwelling aan het bovenbeen
- been niet goed kunnen buigen en/of strekken
- heup niet goed kunnen bewegen
Ewing sarcoom van het scheenbeen (tibia)
- pijn aan het scheenbeen
- harde zwelling aan het scheenbeen
- been niet goed kunnen buigen en/of strekken
Ewing sarcoom van het opperarmbeen (humerus)
- pijn aan de bovenarm
- harde zwelling aan de bovenarm
- arm niet goed kunnen buigen en/of strekken
- schoudergewricht niet goed kunnen bewegen
- pijn aan de elleboog