Bijgewerkt op 5 mei 2022 door Simpto.nl
Wat is bronchopulmonale dysplasie?
Bronchopulmonale dysplasie (BPD) is een aandoening van de longen die voorkomt bij baby’s die kunstmatige beademing hebben gekregen. Het gaat meestal om baby’s die te vroeg geboren zijn. Bij hen zijn de longen nog niet helemaal volgroeid. Het gevolg is dat ze moeite hebben met ademen. Dit kan worden behandeld door de baby extra zuurstof te laten inademen. De beademing met extra zuurstof gebeurt onder druk. Deze behandeling leidt vervolgens tot afwijkingen in de longen. Volgens de definitie wordt pas gesproken van BPD als een baby 4 weken of langer extra zuurstof nodig heeft gehad, gerekend vanaf de geboorte tot het moment dat de zwangerschapsduur 36 weken zou zijn geweest.
Dit artikel gaat over oorzaak, voorkomen, symptomen, diagnostiek en behandeling van bronchopulmonale dysplasie.
Hoe vaak komt het voor?
Bronchopulmonale dysplasie komt jaarlijks in Nederland bij zo’n 400 pasgeboren baby’s voor.
Wat is de oorzaak?
BPD komt vooral voor bij te vroeg geboren baby’s. Bij hen is de ontwikkeling van de longen nog niet voltooid. Dat betekent dat ze onvoldoende longblaasjes (alveoli) hebben. In de longblaasjes wordt zuurstof uitgewisseld met het bloed. Als er te weinig longblaasjes zijn kan het kindje niet voldoende zuurstof opnemen in het bloed. Ook kan het zijn dat de longblaasjes zich niet goed ontplooien. Dat komt doordat te vroeg geboren kinderen te weinig surfactant aanmaken. Surfactant verlaagt de oppervlaktespanning in de longblaasjes. Hierdoor kunnen longblaasjes zich ontplooien en kan ingeademde lucht de longblaasjes vullen.
Baby’s die te weinig zuurstof opnemen via de longen krijgen in het ziekenhuis extra zuurstof toegediend via een beademingsapparaat.
Welke symptomen geeft het?
Kinderen met bronchopulmonale dysplasie hebben moeite om voldoende zuurstof binnen te krijgen. Daardoor zijn ze kortademig of happen soms naar adem.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De diagnose wordt meestal gesteld door een kinderarts die gespecialiseerd is in de behandeling van aandoeningen bij pasgeboren baby’s. Zo’n arts wordt neonatoloog genoemd. De neonatoloog zal de diagnose BPD vermoeden als een te vroeg geboren kind moeite heeft met ademen. Om de diagnose te bevestigen wordt vervolgens een röntgenfoto van de longen gemaakt. Daarop is te zien dat bepaalde delen van de longen onvoldoende lucht bevatten.
Wat is de behandeling?
Er zijn verschillende manieren waarop baby’s met bronchopulmonale dysplasie kunnen worden behandeld. Behandelingen die worden toegepast zijn onder andere plasmiddelen, corticosteroïden, vitamine A en inenting tegen virusinfecties.
Plasmiddelen
Plasmiddelen (diuretica) worden gegeven om de hoeveelheid vocht in de longblaasjes te verminderen. Vocht in de longblaasjes belemmert de uitwisseling van zuurstof tussen ingeademde lucht en de haarvaten in de longen. Plasmiddelen kunnen zo helpen om meer zuurstof in het bloed te krijgen.
Corticosteroïden
Er zijn aanwijzingen dat het toedienen van corticosteroïden aan te vroeg geboren baby’s helpt om bronchopulmonale dysplasie te voorkomen of de ernst daarvan te verminderen. Behandeling met corticosteroïden brengt echter ook risico’s op complicaties met zich mee.
Vitamine A
Er zijn aanwijzingen dat behandeling van baby’s met een laag geboortegewicht met vitamine A leidt tot een afname van de kans op het krijgen van BPD.
Inenting tegen virusinfecties van de luchtwegen
Kinderen met bronchopulmonale dysplasie hebben een verhoogd risico op het krijgen van luchtweginfecties door virussen. Om dit te voorkomen kunnen baby’s hiertegen worden ingeënt.
Wat is het beloop?
Vaak blijven de longen van baby’s met BPD ook op latere leeftijd nog gevoelig voor prikkels als tabaksrook en stof en voor infecties.
Synoniemen
BPD
Engelse vertaling
Verder lezen / Referenties
- BW Kramer, S Lievense, JV Been, LJI Zimmermann, ‘Van klassieke naar nieuwe bronchopulmonale dysplasie‘, gepubliceerd in de rubriek ‘Klinische praktijk’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 15 maart 2010; 154: A1024.