Bijgewerkt op 20 maart 2022
Wat is beta-thalassemie?
Beta-thalassemie is een erfelijke bloedziekte. Door een afwijking in het DNA bevatten rode bloedcellen abnormaal hemoglobine. Dit kan leiden tot bloedarmoede en andere afwijkingen. De ernst van de aandoening is sterk afhankelijk van het type afwijking in het DNA.
Oorzaak
HBB-gen
Beta-thalassemie wordt veroorzaakt door een afwijking in het DNA. Het gaat om een stukje DNA op chromosoom 11. Dit stukje DNA wordt het ‘HBB-gen’ genoemd. Het is verantwoordelijk voor de aanmaak van een eiwit. Dit wordt het ‘HBB-eiwit’ of ‘HBB-proteïne’ genoemd. Het is van belang voor de productie van een deel van het hemoglobine-molecuul. Dit deel van het hemoglobine wordt ‘beta-keten’ genoemd. Er is ook een ‘alfa-keten’. Afwijkingen aan de alfa-keten kunnen tot alfa-thalassemie leiden.
Mensen met beta-thalassemie kunnen verschillende soorten afwijkingen van het HBB-gen hebben. Er zijn inmiddels meer dan 200 verschillende afwijkingen van het HBB-gen bekend die tot de ziekte leiden. Sommige van deze afwijkingen leiden tot een iets verminderde aanmaak van de beta-ketens van het hemoglobine. Dit wordt soms aangegeven met ‘β+ thalassemie’ . Bij anderen kunnen de beta-ketens vrijwel helemaal ontbreken. Dit wordt soms aangegeven met ‘β°-thalassemie’. Hierdoor kunnen de klachten van patiënt tot patiënt sterk wisselen.
Recessieve overerving
De meeste vormen van beta-thalassemie erven recessief over. Dat betekent dat – om de ziekte te krijgen – een afwijkend HBB-gen van zowel de vader als de moeder moet worden geërfd. De andere vorm van overerving is dominante overerving. Daarbij hoeft van slechts één van beide ouders een afwijkend gen te worden geërfd om de ziekte te krijgen.
In het schema hieronder hebben zowel de vader als de moeder op één van beide chromosomen 11 een afwijkend gen. Zij zijn dan zelf ‘drager’ van het HBB-gen.
Een kwart van de kinderen zal van beide ouders een afwijkend gen erven. Deze kinderen zullen de ziekte in de volledige omvang hebben. De helft van de kinderen zal slechts één afwijkend gen erven. Zij zijn, net als de ouders, drager van het afwijkende gen. Het resterende kwart van de kinderen zal van beide ouders een gezond gen erven. Zij zijn volledig gezond en zullen de aandoening ook niet overerven op hun kinderen.
Er zijn zeldzame vormen van beta-thalassemie die dominant overerven. Dat betekent dat slechts van één van beide ouders een afwijkend gen moet worden geërfd om ziek te worden.
Verschillende uitingen van de ziekte
Afhankelijk van de genetische afwijking kan beta-thalassemie zich op drie verschillende manieren manifesteren:
- Dragerschap van een afwijkend HBB-gen
- Homozygote beta-thalassemie
- Samengestelde heterozygote beta-thalassemie
Dragerschap van een afwijkend HBB-gen
Dragerschap van een afwijkend HBB-gen leidt meestal tot milde bloedarmoede. Soms zal het nodig zijn hiervoor bloedtransfusies te krijgen.
Deze vorm wordt ook wel ’thalassemia minor’ genoemd.
Homozygote beta-thalassemie
Bij homozygote beta-thalassemie bevatten beide chromosomen een afwijkend HBB-gen. Dit leidt meestal tot ernstige bloedarmoede op jonge leeftijd. Kinderen met deze vorm van de ziekte kunnen ook geelzucht hebben. Vaak hebben ze ook een groeiachterstand. Ze kunnen dus klein voor de leeftijd zijn.
De vorm wordt ook wel ’thalassemia major’ genoemd.
Samengestelde heterozygote beta-thalassemie
Dit is een minder vaak voorkomende vorm. Bij deze vorm komt niet alleen een afwijking van het HBB-gen voor. Er is ook sprake van een andere genetische afwijking die tot afwijkend hemoglobine leidt, bijvoorbeeld sikkelcelziekte.
Onvoldoende hemoglobine
Mensen met beta-thalassemie maken te weinig hemoglobine aan. Dat leidt tot bloedarmoede.
De rode bloedcellen van mensen met beta-thalassemie zijn kleiner dan normaal. Ook bevatten ze minder hemoglobine dan normaal. Dit leidt tot een verlaagde hemoglobine concentratie in het bloed. Dat wordt ‘bloedarmoede’ of ‘anemie’ genoemd. Omdat de rode bloedcellen ook kleiner zijn dan normaal spreken artsen van ‘microcytaire anemie’. Dat is bloedarmoede met kleine rode bloedcellen.
Symptomen en kenmerken
Sommige mensen met beta-thalassemie hebben helemaal geen klachten. Anderen kunnen ernstige bloedarmoede krijgen.
Beta-thalassemie kan tot de volgende klachten en afwijkingen leiden:
- Bloedarmoede op jonge leeftijd; dit kan leiden:
- vermoeiheid
- lusteloosheid
- kortademigheid bij inspanning
- Geelzucht:
- gele verkleuring van het oogwit
- gelige huid
- Groeiachterstand (klein voor de leeftijd)
- Misvormingen van de schedel
- Pijnlijke gewrichten
- Galstenen:
- kan leiden tot pijn rechtsboven in de buik
- Vergrote milt:
- kan leiden tot pijn linksboven in de buik
Diagnostiek
De diagnose wordt kan gesteld aan de hand van lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en genetisch onderzoek.
Lichamelijk onderzoek
Bij lichamelijk onderzoek kunnen afwijkingen worden gevonden die passen bij bloedarmoede, zoals bleek gezicht en bleke slijmvliezen.
Bij ernstige bloedarmoede zal het hart harder gaan werken om toch voldoende zuurstofrijk bloed door het lichaam te pompen. Dit wordt wel een ‘hyperdynamische circulatie’ genoemd. De hartslag zal hierdoor versneld zijn. Doordat het bloed harder door de hartkleppen wordt gepompt kunnen ook hartruisjes ontstaan die eerder niet hoorbaar waren.
Soms wordt bij lichamelijk onderzoek een vergrote milt gevoeld. Dit wordt ‘splenomegalie’ genoemd.
Bloedonderzoek
Bij onderzoek van het bloed van mensen met beta-thalassemie kunnen de volgende afwijkingen worden gevonden:
- Verlaagd hemoglobine (Hb) gehalte
- Verlaagde MCV van de rode bloedcellen; dit betekent dat de rode bloedcellen kleiner zijn dan normaal;
- De rode bloedcellen zijn lichter van kleur; dit wordt veroorzaakt doordat de rode bloedcellen minder normaal hemoglobine bevatten;
- Verhoogd gehalte aan foetaal hemoglobine
- In een bloeduitstrijkje kunnen onder de microscoop afwijkende rode bloedcellen worden gezien
- Verhoogd bilirubine gehalte van het bloed (hyperbilirubinemie)
- Het ferritine gehalte van het bloed is soms verhoogd
Hemoglobineonderzoek
Om een afwijking van het hemoglobine aan te tonen wordt speciaal hemoglobineonderzoek verricht. Hierbij worden de verschillende typen hemoglobine van elkaar onderscheiden. Bij mensen met beta-thalassemie zal heel weinig normaal hemoglobine (HbA) worden gevonden.
Omdat hemoglobineonderzoek ook wordt gedaan bij de hielprikscreening van pasgeborenen zal beta-thalassemie hierbij meestal al aan het licht komen. Het gaat dan om de homozygote vorm van de aandoening.
Genetisch onderzoek
Met genetisch onderzoek kan de afwijking in het DNA worden aangetoond.
Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de ernst van de bloedarmoede. De behandeling kan bestaan uit bloedtransfusies en ijzerchelatietherapie.
Bloedtransfusies
Patiënten met een ernstige vorm van de ziekte zullen regelmatig bloedtransfusies nodig hebben. Patiënten met een milde vorm hebben vaak geen bloedtransfusies nodig.
IJzerchelatietherapie
Bij sommige mensen met beta-thalassemie ontstaan ophopingen van ijzer in organen en weefsels. Dit kan schade veroorzaken aan die organen en weefsels. IJzerchelatietherapie – of kortweg ‘chelatietherapie’ – gaat ophoping van ijzer tegen. Daarmee kan schade worden voorkomen.
Chelatietherapie bij beta-thalassemie gebeurt met behulp van deferoxamine.
Miltverwijdering
In de milt worden rode bloedcellen afgebroken. Bij beta-thalassemie worden veel meer rode bloedcellen afgebroken dan normaal. Dat komt doordat er meer rode bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg, maar ook omdat de rode bloedcellen afwijkend hemoglobine bevatten. Doordat grote hoeveelheden rode bloedcellen worden afgebroken komt veel ijzer terecht in de bloedsomloop. Dit ijzer kan elders in het lichaam neerslaan in organen en weefsels. Dat kan leiden tot complicaties.
Om deze ophoping van ijzer in organen en weefsels tegen te gaan wordt vaak besloten de milt te verwijderen. Dit wordt ‘splenectomie’ genoemd. Nadeel hiervan is dat patiënten na de ingreep gevoeliger zijn voor infecties. De milt speelt namelijk ook een rol bij de afweer tegen infecties.
Stamceltransplantatie
tekst volgt
Beloop en Prognose
Mensen met beta-thalassemie hebben afwijkingen in het bloed die kunnen lijken op afwijkingen die voorkomen bij ijzergebreksanemie (bloedarmoede door een tekort aan ijzer). Omdat ijzergebreksanemie veel vaker voorkomt dan beta-thalassemie komt het regelmatig dat de arts in eerste instantie een ijzergebreksanemie vaststelt. In dat geval kan het gebeuren dat de patiënt ten onrechte ijzertabletten voorgeschreven krijgt.
Een aantal patiënten met beta-thalassemie heeft veelvuldig bloedtransfusies nodig. Dat kan op den duur leiden tot complicaties. Bloed bevat namelijk hemoglobine. In het hemoglobine zit ijzer. Langdurige afhankelijkheid van bloedtransfusies kan zo leiden tot ophoping van ijzer in het lichaam. Dat kan leiden tot ijzervergiftiging. IJzervergiftiging kan op den duur leiden tot afwijkingen van het hart.
Complicaties
Beta-thalassemie kan tot veel verschillende complicaties leiden. Hieronder staan ze beschreven.
Bloedarmoede
Bij beta-thalassemie wordt abnormaal hemoglobine aangemaakt. Hierdoor zijn de rode bloedcellen niet goed in staat om te doen wat ze moeten doen, namelijk zuurstof transporteren naar organen en weefsels van het lichaam. Het zuurstof gehalte in het bloed zal daardoor lager dan normaal zijn.
Het verminderde zuurstof gehalte van het bloed wordt vastgesteld door de nieren. Als reactie daarop zal meer erytropoëtine worden aangemaakt in de nieren. Erytropoëtine is een stofje (hormoon) dat het beenmerg aanzet om meer rode bloedcellen (erytrocyten) te produceren. Het gevolg is dat het beenmerg steeds meer rode bloedcellen zal gaan aanmaken.
Hemolytische anemie
De extra rode bloedcellen bevatten allen afwijkend hemoglobine. Dit hemoglobine bevat weinig of geen beta-ketens, maar wel alfa-ketens. Daardoor zal er een grote overmaat aan alfa-ketens worden gevormd. Deze overmaat aan alfa-ketens, en de afbraakproducten daarvan, gaan zich ophopen in de rode bloedcellen. Dit kan ertoe leiden dat de rode bloedcellen vroegtijdig kapot gaan. Hierdoor ontstaat een vorm van bloedarmoede die ‘hemolytische anemie‘ wordt genoemd. Dat leidt weer tot toename van de uitscheiding van erytropëtine door de nieren. Zo komt een proces op gang waarbij het beenmerg steeds meer rode bloedcellen aanmaakt. Dit wordt ‘beenmerghyperplasie’ genoemd.
Afwijkingen aan het skelet
Door de sterk toegenomen activiteit in het beenmerg kunnen afwijkingen aan de botten ontstaan. Dat kan zichtbaar zijn als misvormingen van de schedel.
Ook kan de ziekte leiden tot een osteopenie (afname van de hoeveelheid bot) of osteoporose (botontkalking). Hierdoor kunnen kleine scheurtjes in het bot ontstaan. Dat kan weer leiden tot pijnklachten, vooral rondom de grote gewrichten (knieën, heupen, schouders). Osteoporose kan zelfs leiden tot botbreuken. In dat geval wordt wel gesproken van ‘pathologische fracturen’. Dat zijn botbreuken die niet ontstaan door een val of ongeval, maar doordat de botten zelf broos en breekbaar worden.
IJzerstapeling
Mensen met beta-thalassemie krijgen vaak ophoping van ijzermoleculen in het lichaam. Dat kan worden veroorzaakt door de ziekte zelf, namelijk doordat het beenmerg steeds meer rode bloedcellen gaat maken. Rode bloedcellen bevatten hemoglobine, en hemoglobine bevat ijzer. Omdat de rode bloedcellen afwijkend hemoglobine bevatten zullen er veel worden afgebroken door de milt. Bij de afbraak van rode bloedcellen komt ijzer vrij in het bloed.
De ijzerstapeling kan ook worden veroorzaakt door behandeling met bloedtransfusies. De bloedtransfusies bevatten namelijk ook rode bloedcellen met daarin hemoglobine.
De ophoping van ijzer kan in verschillende organen tot problemen leiden. De meest voorkomende complicaties zijn aantasting van het hart, de lever, de alvleesklier en de hypofyse.
Ophoping van ijzer in het hart kan leiden tot afwijkingen aan de hartkleppen. Ook kan de hartspier zelf worden aangetast. Hierdoor zal het hart minder goed kunnen pompen. Zo kan hartfalen ontstaan. De ophoping van ijzer kan ook hartritmestoornissen tot gevolg hebben.
In de lever kan de ophoping van ijzer leiden tot leverfibrose (bindweefselvorming in de lever), en uiteindelijk tot levercirrose.
Ophoping van ijzer in de hypofyse kan leiden tot een verminderde aanmaak van hormonen. Zo kan de uitscheiding van luteïniserend hormoon (LH) en follikel stimulerend hormoon (FSH) omlaag gaan. Dit kan leiden tot hypogonadisme. Bij hypogonadisme worden te weinig geslachtshormonen aangemaakt. Bij mannen betekent dat een verminderde uitscheiding van testosteron door de zaadballen. Bij vrouwen kan het leiden tot afname van de productie van oestrogenen en progestagenen. Afname van geslachtshormonen kan bijdragen aan de vermindering van de botdichtheid.
Ook kan door aantasting van de hypofyse de uitscheiding van groeihormoon afnemen. Dat zou kunnen bijdragen aan de groeiachterstand bij kinderen met beta-thalassemie.
Hoe vaak komt het voor?
Beta-thalassemie is een zeldzame ziekte. Jaarlijks wordt de aandoening in Nederland bij ongeveer 25 mensen vastgesteld.
Bij wie?
Beta-thalassemie komt vooral voor bij mensen uit het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten. Daarnaast komt het ook regelmatig voor in aziatische landen als India, Birma, China en Indonesië.
In Nederland komt beta-thalassemie vooral voor bij mensen van Turkse of Marokkaanse afkomst.
Beloop
De ernst van de ziekte hangt af van de afwijking in het HBB-gen. Bij ernstige vormen zal het nodig zijn om langdurig bloedtransfusies toegediend te krijgen. Bij lichte vormen is dat meestal niet nodig.
Historie
Thalassemie werd voor het eerst beschreven in 1925 door de Amerikaanse kinderarts Dr Thomas Benton Cooley. De ziekte wordt daarom ook wel ‘Cooley-anemie’ genoemd.
Cooley specialiseerde zich in de kinderhematologie. Onder zijn patiëntjes waren vier kinderen met ernstige bloedarmoede. Deze kinderen waren van Griekse en Italiaanse afkomst. Behalve de bloedarmoede hadden ze ook opmerkelijke afwijkingen aan het skelet. Het viel Cooley op dat de kinderen een vergelijkbaar uiterlijk hadden. Daarnaast waren ze ook alle vier klein voor de leeftijd, en hadden ze een vergrote milt.
Cooley publiceerde zijn bevindingen in 1925 in een tijdschrift van de American Pediatric Society. De aandoening werd daarin door Cooley beschreven als ‘erytroblastaire anemie’. Door anderen werd de aandoening vaak ‘Cooley anemie’ genoemd.
In 1936 werd Cooley benoemd tot hoogleraar in de kindergeneeskunde.
Andere talen
Engelse vertaling
beta thalassemia, β-thalassemia
Duitse vertaling
β-Thalassämie
Verder lezen / Referenties
- E Kusters, J-L H Kerkhoffs & AP van Rossum, ‘De diagnostiek van thalassemieën’, gepubliceerd in de rubriek ‘Labquiz’ van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 2014; 158: A7988LQ.
- TB Cooley & PA Lee, ‘A series of cases of splenomegaly in children with anemia and peculiar bone changes’, gepubliceerd in Transcriptions of the American Pediatric Society van 1925; 37: pagina’s 29-30.
- D Rund & E Rachmilewitz, ‘Medical Progress: β-Thalassemia’, gepubliceerd in The New England Journal of Medicine van 15 september 2005; 353: pagina’s 1135-1146.
Synoniem voor beta-thalassemie zijn β-thalassemie en β-thalassemia major.
Gepubliceerd door: Simpto.nl
Datum van publicatie: 26 februari 2018
Auteur: Erwin Douwes
Laatst bijgewerkt op: 26 februari 2018