Bijgewerkt op 13 september 2023
Wat is thalidomide?
Thalidomide is een geneesmiddel dat wordt gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Kahler (multipel myeloom).
Thalidomide werd in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw verkocht als kalmeringsmiddel onder de merknaam Softenon. Ook werd Softenon gebruikt door zwangere vrouwen om zwangerschapsmisselijkheid tegen te gaan. Later bleek dat thalidomide aangeboren afwijkingen kon veroorzaken bij het ongeboren kind. Veel kinderen van zwangeren die het middel hadden ingenomen hadden onderontwikkelde of helemaal geen ledematen. Deze afwijking wordt met een medische term ‘focomelie’ genoemd. Sinds dit ‘Softenon-schandaal’ worden geneesmiddelen veel beter getest op ’teratogeniteit’. Teratogeniteit is de eigenschap om afwijkingen bij het ongeboren kind te veroorzaken.
Hoe werkt het?
Het is niet helemaal duidelijk hoe thalidomide werkt. Wel is duidelijk dat het middel het afweersysteem kan beïnvloeden. Daarom wordt het gerekend tot de zogenaamde ‘immunosuppressiva’. Dat is een groep geneesmiddelen die het afweersysteem kunnen onderdrukken.
Thalidomide is een zogenaamd ‘racemisch mengsel’. Dat betekent dat er twee versies van het molecuul zijn die dezelfde chemische samensteling hebben maar waarvan de chemische structuren elkaars spiegelbeeld zijn. De twee versies van het molecuul worden ‘enantiomeren’ genoemd.
Bij welke aandoeningen wordt het gebruikt?
Na het Softenon-schandaal is thalidomide lange tijd niet gebruikt als geneesmiddel. Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw kwam het weer beschikbaar. Dit keer voor heel andere toepassingen, namelijk de behandeling van myelodysplastisch syndroom, erythema nodosum, de ziekte van Kahler en bepaalde vormen van lepra. Ook wordt het middel soms gebruikt bij de behandeling van mensen met de ziekte van Crohn.
Welke bijwerkingen kan het geven?
Behalve de ernstige teratogene effecten kan thalidomide nog een hele reeks andere bijwerkingen veroorzaken. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:
- slaperigheid / sufheid
- hoofdpijn
- vochtophoping (oedeem)
- hypotensie (verlaging van de bloeddruk)
- hematurie (bloed in de urine)
- spierpijn en gewrichtspijn
- duizeligheid
- tintelend of prikkelend gevoel in de vingers en/of tenen
Ook kunnen afwijkingen in het bloed ontstaan, zoals:
- verlaagd aantal witte bloedcellen (leukopenie)
- verlaagd aantal neutrofiele granulocyten (neutropenie)
- verlaagd aantal lymfocyten (lymfopenie)
Verder lezen / Referenties
- In Nederland is een stichting opgericht voor slachtoffers van het Softenon-schandaal: Stichting Nederlandse Softenon Slachtoffers (NESOS).