Bijgewerkt op 15 maart 2023
Wat zijn cholinesteraseremmers?
Cholinesteraseremmers zijn chemische stoffen die de werking van het enzym acetylcholinesterase tegengaan. Cholinesterase bevordert de afbraak van de signaalstof (neurotransmitter) acetylcholine. Cholinesteraseremmers gaan dus de afbraak van acetylcholine tegen.
Cholinesteraseremmers worden gebruikt als insecticiden, als chemische wapen en als geneesmiddel. Deze webpagina gaat over het gebruik van cholinesteraseremmers als geneesmiddel.
Hoe werken ze?
Cholinesteraseremmers gaan met het enzym acetylcholinesterase een verbinding aan. Hierdoor wordt het enzym tijdelijk onwerkzaam. Het gevolg is dat minder acetylcholine wordt afgebroken. Hierdoor is meer acetylcholine beschikbaar voor de overdracht van prikkels tussen zenuwcellen.
Welke zijn er?
Voorbeelden van centraal werkende cholinesteraseremmers
- acotiamide (merknaam: Acofide)
- distigmine (merknaam: Ubretid)
- donepezil (merknaam: Navazil)
- galantamine
- neostigmine (merknaam: Prostigmin)
- pyridostigmine (merknaam: Mestinon)
- rivastigmine (merknamen: Exelon, Prometax)
Bij welke aandoeningen?
Centraal werkende cholinesteraseremmers worden gebruikt bij de behandeling van lichte tot matig ernstige Alzheimer-dementie, en bij de behandeling van myasthenia gravis.
Welke bijwerkingen kunnen ze geven?
Net als alle geneesmiddelen kunnen cholinesteraseremmers bijwerkingen veroorzaken. Kenmerkende bijwerkingen voor dit soort middelen zijn misselijkheid, braken, verminderde eetlust (anorexie), buikpijn, diarree, afvallen, hoofdpijn, duizeligheid, opwinding (agitatie), levendige dromen, verwardheid, het voorkomen van hallucinaties en (neiging tot) flauwvallen. Ook kan gebruik van dit soort middelen leiden tot bepaalde complicaties, waaronder uitdroging (dehydratie) en maagzweren. In zeldzame gevallen kunnen hartritmestoornissen en/of hartgeleidingsstoornissen voorkomen.
Kijk voor meer informatie op de webpagina’s over de verschillende middelen.
Engelse vertaling
cholinesterase inhibitors, ChEIs