Slaapapneu

Wat is slaapapneu?

Een ‘apneu’ is een tijdelijke onderbreking van de ademhaling, ook wel ‘ademstop’ genoemd. Bij slaapapneu’s stopt de ademhaling tijdens de slaap gedurende enige tijd, soms zelfs tientallen seconden. Van dergelijke nachtelijke ademstops merk je zelf niet veel. Het is meestal de bedpartner die vaststelt dat de ademhaling stopt. Wel leiden regelmatige ademstops tot onrustig slapen. Mensen met slaapapneu hebben daardoor overdag vaak last van slaperigheid.

Welke vormen zijn er?

Eigenlijk is ‘slaapapneu’ geen diagnose maar een symptoom. Maar vaak wordt gesproken over ‘slaapapneu’ als bedoeld wordt ‘obstructief slaapapneu syndroom‘, of afgekort ‘OSAS’. OSAS is de meest voorkomende aandoening waarbij nachtelijke ademstops optreden.

Op grond van de oorzaak worden drie verschillende vormen onderscheiden:

  • OSAS = Obstructieve Slaap-Apneu Syndroom
  • CSAS = Centrale Slaap-Apneu Syndroom
  • POSAS = Positioneel Obstructieve Slaap-Apneu Syndroom

Er wordt gesproken van het obstructief slaapapneu syndroom als nachtelijke ademstops leiden tot klachten als slaperigheid overdag, moeite met concentreren en lusteloosheid. De tekst in dit artikel heeft vooral betrekking op het obstructief slaapapneu syndroom.

Hoe vaak komt ‘t voor?

Slaapapneus komen vaak voor. Naar schatting hebben 750.000 Nederlanders ermee te maken. Meestal heeft men het zelf niet in de gaten. De aandoening komt dan aan het licht doordat iemand anders, bijvoorbeeld een bedpartner, opmerkt dat de ademhaling tijdelijk stopt.

De diagnose ‘obstructief slaapapneu syndroom’ (OSAS) wordt jaarlijks in Nederland bij naar schatting 10-12 duizend mensen gesteld.

Bij wie?

Slaapapneus kunnen in principe bij iedereen voorkomen. Er zijn een aantal risicofactoren voor het krijgen slaapapneus, namelijk:

  • mannelijk geslacht;
  • leeftijd >50 jaar;
  • overgewicht;
  • dikke nek: mensen met een grote halsomtrek hebben een groter risico op het krijgen van deze aandoening dan mensen met een gewone hals;
  • roken;
  • gebruik van alcoholische drank;
  • slaapapneu syndroom komt in de familie voor;
  • overgang (menopauze);
  • lichamelijke afwijkingen die de ademhaling kunnen belemmeren.

Welke symptomen geeft het?

Het belangrijkste symptoom is het optreden van ademstops. Hierbij stopt de ademhaling gedurende enige tijd. Vaak wordt de ademhaling met een harde snurk hervat. Omdat hierdoor de slaap onrustig wordt zijn mensen met slaapapneu vaak niet goed uitgerust. Overdag zijn ze daarom vaak slaperig.

Behalve slaperigheid overdag kan het slaapapneusyndroom tot een aantal andere klachten aanleiding geven, zoals:

  • tijdelijk stoppen met ademen tijdens de slaap waarna de ademhaling met veel lawaai of gesnurk wordt hervat
  • snurken
  • tijdelijk stoppen met ademen tijdens de slaap
  • partner hoort dat patient ‘s nachts regelmatig tijdelijk stopt met ademen, gevolgd door een harde snurk
  • slaperigheid
  • tijdelijk stoppen met ademen
  • moeheid
  • zich niet uitgeslapen voelen
  • moeite met doorslapen
  • hoge bloeddruk
  • onrustig slapen
  • slecht slapen
  • vaak wakker worden
  • ‘s nachts plassen
  • snel geïrriteerd of boos
  • lusteloos
  • moeite met concentreren
  • overdag in slaap vallen
  • droge keel
  • depressief
  • droge keel ‘s ochtends
  • hoofdpijn
  • droge mond
  • droge mond bij wakker worden
  • droge tong
  • rusteloze benen
  • hoofdpijn ‘s ochtends
  • wisselende stemming
  • aankomen in gewicht
  • nachtzweten
  • geen zin in seks
  • besluiteloos
  • hartkloppingen
  • moeite met het krijgen van een erectie
  • vergeetachtig
  • woedeaanvallen
  • keelpijn
  • spierpijn
  • oorsuizen in beide oren
  • veranderde persoonlijkheid
  • nare dromen
  • plotseling overlijden (zeer zelden)

Wat is de behandeling?

Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij slaapapneu. De meest gebruikte behandelingen zijn een bitje om de onderkaak naar voren te halen en een positieve druk masker (CPAP-masker). Als deze behandelingen niet of onvoldoende helpen kan een operatie worden gedaan.

Operatie

Sommige patiënten komen in aanmerking voor operatieve reconstructie van de huig, het verhemelte en de keel. Een dergelijke ingreep wordt ‘uvulopalatofaryngoplastiek’ genoemd.

Een nieuwere ingreep is de zogenaamde ‘tongzenuwstimulatie’ of ‘nervus hypoglossus stimulatie’.

Synoniemen

Andere namen voor slaapapneu zijn slaapapnoe syndroom, slaapapnoe, slaapapnoesyndroom, slaapapneu syndroom, en slaapapneusyndroom.

Engelse vertaling

Sleep apnea, sleep apnea syndrome

ICD10-code

G47.3

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven